Limburg zoekt samenwerking met China, ook op cultureel gebied. Dat kan spannend worden, zeker met hedendaagse kunst waar politiek gevoelige thema’s worden aangesneden. Een beschouwing door de nieuwe ZL-medewerker Hans Moleman, oud China-correspondent voor de Volkskrant en De Morgen.
Wang Dongming is de nieuwe partijsecretaris van Sichuan, een vitale provincie in centraal China met ruim tachtig miljoen inwoners en forse ambities. Begin juni werd in het Maastrichtse provinciehuis voor hem en zijn gevolg de rode loper uitgerold. Het leverde een bijzonder schouwspel. Met gepast gevoel voor decorum werd Wang, een strak in het pak zittende kordate vijftiger, in een door motoragenten geëscorteerde Volkswagen Pheaton voorgereden.
Chinese bestuurders stellen ceremonie op prijs, het onderstreept hun importantie. Eerst mocht de partijsecretaris het Gouden Boek van de provincie tekenen, daarna volgden warme woorden bij het zetten van de handtekeningen onder het vriendschapsverdrag. In de Galerij van het Gouvernement, onder het imposante schilderij van de jonge koningin Wilhelmina, memoreerde gouverneur Theo Bovens dat Limburg al lang geleden China wist te vinden. Hubert Vos, de schilder van het Wilhelmina-portret, werd meer dan een eeuw geleden naar het hof in Peking genood om daar keizerin Ci Xi te vereeuwigen.
De bestuurders uit Sichuan waren zichtbaar onder de indruk van de ontvangs – en toen moest de voortreffelijke maaltijd in de Grote Staat, die andere imponeerzaal van het Gouvernement, nog komen. Met spijzen uit de keuken van het Venlose sterrenrestaurant Valuas kon het niet meer mis gaan. Een minpuntje was dat Wang bedankte voor het aanbod om in het plaatselijke Kruisherenhotel te overnachten. Hij wilde diezelfde avond terug naar zijn hotel in Duitsland.
Wat gaat de provincie met haar nieuwe vrienden doen? Handel drijven blijkt de belangrijkste drijfveer. Maastricht heeft sinds 2012 al een stedenband met Chengdu. In september vorig jaar bezocht burgemeester Hoes de hoofdstad, vergezeld van een handvol Maastrichtse cultuurpausen. Dat is nog niet alles. Drie jaar geleden opende DSM een grote diervoedingssuplementenfabriek in Sichuan. Het was bepaald geen primeur: DSM heeft tal van fabrieken in China, en heeft Chinezen op de loonlijst staan dan Limburgers. Het chemiebedrijf hoopt te profiteren van de hechte contacten op bestuurlijk niveau; dat is erg belangrijk in een land waar de twee-eenheid staat & partij economisch de dienst uitmaakt.
Voor Inalfa is China nog meer van belang. De Venrayse fabrikant van autoschuifdaken werd in 2011 als eerste Limburgse bedrijf van enige omvang overgenomen door een staatsconcern uit Peking. Straks zullen alleen nog de afdelingen onderzoek en ontwikkeling in Limburg resteren: de productie huist dan in Polen, China en de VS. Voor een provincie die de maakindustrie wil stimuleren, is dat geen goed nieuws.
Het vriendschapsverdag, waarvoor de provincie 131.000 euro uittrekt, behelst meer dan economische samenwerking. Behalve euro’s en yuans moet er ook cultureel worden uitgewisseld. Daarbij laat de provincie het voortouw hier aan Maastricht, de stad die in Limburg het meeste bezuinigt op cultuur. Paul Lambrechts is de man die er binnen de gemeentelijke cultuurafdeling mee is belast. “De samenwerking is nog pril”, geeft hij aan. “Je moet connecties zien te vinden.”
Enige daadkracht is geboden, want Maastricht en Chengdu hebben 2015 alvast uitgeroepen tot gezamenlijk Cultuurjaar. Dat betekent dat er nog luttele maanden te gaan zijn om plannen te maken voor de eerste grote Limburgse cultuuruitwisseling met de nieuwe vrienden in China.
Twee evenementen staan al vast: een fototentoonstelling over het thema ‘dagelijks leven’ met werk van tien Limburgse en tien Chengduse fotografen, die deze zomer een weekje bij elkaar in de achtertuin mochten rondkijken. En in 2017 houden de twee steden een gezamenlijk congres over archeologisch erfgoed.
Verder is Maastricht nog aan het ideeën verzamelen. Ideeën van moderne kunst tot folklore, van oude en nieuwe media tot bloasmuziek en indy – wie volgend jaar iets wil met Chengdu mag zich melden bij Lambrechts. Maastricht, dat in eigen stad bezuinigt op talentontwikkeling, hoopt vooral dat er een uitwisseling van talenten op gang komt bij de universiteit en de kunstopleidingen. Het kan leiden tot een speciaal podium voor Chinese bandjes op Bruis, of jonge Chinese modeontwerpers die hun opwachting maken op de catwalk van de Maastrichtse Fashion Clash.
Directeur Stijn Hijts van het Bonnefantenmuseum in Maastricht heeft al enige jaren ervaring met culturele uitwisseling met China, via het project Made in Mirrors, waar ook instellingen in Brazilië en Egypte bij waren betrokken. De samenwerking staat inmiddels “in de slaapstand”, maar de banden met China zijn nog intact. Zo was de Chinese curator Hu Fang begin juli nog op studiereis in Maastricht. Huijts gelooft in deze aanpak. “Van de Brazilianen kunnen we leren dat uit het herkauwen van diverse culturele invloeden iets nieuws kan ontstaan.” Tegelijk weet hij hoe omzichtig het soms werken is in een land als China, wanneer je meer wil dan kunst gebruiken als glijmiddel voor economische relaties. “Er is wel wat voor nodig om op de goeie plekken te komen. Je hebt goede adviseurs, nodig zoals de professionals van het Mondriaanfonds of Dutch Culture.”
Wat dat betreft tast het Bonnefantenmuseum in Chengdu nog in het duister. De zusterstad heeft tientallen musea, gewijd aan zaken uiteenlopend van keramiek en insekten tot borduurwerk en helikopters. Een passende partner voor het Bonnefanten zit er vooralsnog niet bij. Daarbij speelt mee dat in de door de staat gecontroleerde musea hedendaagse kunst moeilijker ligt dan keramiek of borduurwerk. Moderne kunstenaars willen wel eens politiek gevoelige thema’s aansnijden. Wie daarin volhardt, kan in China op problemen rekenen. Kunstenaar en activist Ai Weiwei, van wie op dit moment werk wordt getoon in het Bonnefanten, kan er inmiddels een boek over schrijven.
Chengdu heeft andere prioriteiten. Huijts was er vorig jaar bij, toen de Maastrichtse culturele delegatie er vorig jaar een bliksembezoek bracht: anderhalve dag in een onbekende miljoenenstad, inclusief de formele plichtplegingen waarop Chinese gastheren verzot zijn. Dan blijft er weinig tijd over om creatief rond te kijken. Huijts: “Het moderne kunstmuseum van Chengdu wil wel wat met kunst uit Nederland als het status geeft. Als je een paar Van Goghs hebt liggen, is het prima. Maar ze zitten niet te wachten op moeilijker zaken in de sfeer van de hedendaagse kunst”, zegt Huijts. Met Hu Fang maakt hij ondertussen plannen voor een solotentoonstelling van Hao Liang, een kunstenaar die afkomstig is uit Chengdu.
Lambrechts beaamt dat de eerste kennismaking met Chengdu “heel kort” was. “Maar we hebben toch een aardige indruk kunnen krijgen.” Voor deze eerste oriëntatie heeft Maastricht 25.000 euro uitgetrokken. Voor 2105 is nog geen bedrage gereserveerd, ook omdat de aandacht zal verchuiven van cultuur naar life sciences. Economie dus. Lambrechts: ” Er zal dus niet echt een ‘cultuurjaar’ in 2015 komen, na de tentoonstellingen in het najaar maken we de balans op. Ook aan de Chinese kant heeft hij al de eerste obstakels in beeld: “Er is daar nog niet echt durf om te durven. Het wordt een boeiende avontuurtocht.”
Vriendenrepubliek
Wang Dongming, de 58-jarige partijchef van Sichuan, is een ambitieuze partijtijger. Anderhalf jaar geleden werd Wang door China’s nieuwe leider Xi Jinping naar Sichuan gestuurd om een bloeiend netwerk van corruptie te kuisen.
Het is onderdeel van Xi’s campagne om een rivaliserende fractie binnen de partij onder de duim te houden. De spil in die fractie is Zhou Yongkang, de ex-chef van de Chinese politie en justitie, voorheen een van de machtigste mannen van China.
Terwijl de 71-jarige Zhou onder huisarrest zijn lot zit af te wachten, worden steeds meer pionnen uit zijn oude netwerk, in Sichuan en elders, uitgeschakeld. Twee bestuurders van Sichuan zijn al uit de roulatie genomen. Tientallen mindere goden in de Chengduse bureaucratie zijn opgepakt, eens bevoorrechte zakenlieden zitten bibberend te wachten op wat er nog komen gaat.
Poort naar Tibet
Limburg heeft met Sichuan, die vanwege zijn pittige keuken bekend staat als peperprovincie, een interessante partner gevonden. Het is een strategische regio die door Bejing wordt gebruikt om het diepe binnenland verder te ontwikkelen. Met ruim tachtig miljoen inwoners is Sichuan even groot als Duitsland.
De provincie Sichuan is ook een toegangspoort naar Tibet en deels betwist gebied. De bergachtige, hooggelegen westelijke helft van de provincie is vanouds Tibetaans gebied, met talrijke kloosters en Tibetaanse dorpen en stadjes. In de hoofdstad Chengdu wonen ongeveer een kwart miljoen Tibetanen, die een eigen universiteit hebben, de Noord-West Universiteit voor Minderheden. Etnische wrijving is er volop: in het achterland van Sichuan vonden de laatste jaren diverse zelfverbrandingen plaats, als protest tegen de Chinese dominantie.