Polen is voorzitter van de Europese Unie. Vandaar dat het Adam Mickiewicz Instituut in Warschau in tien wereldsteden en tien tijdzones met een ambitieus programma de hedendaagse Poolse cultuur onder de aandacht brengt. Er waait een frisse en tegelijk rebelse wind over het nieuwe Polen.
Poolse kunst is theatraal, literair, absurd en vaak ook politiek. De kunstenaars hebben een soort energieke veerkracht die het mogelijk maakt – aldus de samenstellers van The Power of Fantasy, een tentoonstelling van hedendaagse Poolse kunst in het Brusselse Bozar – “iets te creëren uit het niets”. Polen, zegt David Crowley, een van de expositiemakers, hebben durf. “Ze waren altijd al rebels en fantasierijk.”
Door de eeuwen heen hebben Polen zich steeds verzet tegen bezetters en dictaturen. Ze leefden van 1795 tot 1918 onder vreemd bewind, ze werden in de Tweede Wereldoorlog eerst door de Duitsers aangevallen en later door de voormalige Sovjet-Unie bezet, ze werden jarenlang geregeerd door alom gehate communistische autoriteiten. Veel kunstenaars lieten zich leiden door een soort patriottische waanzin; hun fantasie was de enige mogelijkheid om zich te verzetten. Al nuanceert Crowley dat enigszins: “Gewoonlijk associëren we fantasie met escapisme, maar Poolse kunstenaars hebben die veeleer gebruikt als een manier om commentaar te leveren op de realiteit, of na te denken over alternatieve werkelijkheden.” Hun fantasie is een vorm van weerbaarheid.
Aan het eind van de bezoekersroute van The Power of Fantasy, wanneer je al door veel zalen, alkoven en trappengangen bent gelopen, bots je op een vrolijk uitgedoste stoet: de Bródno People, een uit allerhande materiaal vervaardigde sculptuur van opmarcherende Poolse burgers. Al een paar jaar werkt de kunstenaar Pawel Althamer (in 2005 exposeerde hij in het Bonnefanten in Maastricht ) met bewoners van Bródno, een verwaarloosde en onpopulaire wijk in Warschau, met veel werkloosheid en hoge criminaliteitcijfers, aan groepskunstwerken die hij onderbrengt onder de strijdvaardige noemer ‘Common Task’ – ‘Gemeenschappelijke Taak’. De bewoners maken ‘sociale sculpturen’ met wat ze maar kunnen vinden, ze klinken heel optimistisch en ondernemend, ze hebben ook een boodschap die als een stevig statement klinkt: “We zijn niet bang voor de toekomst.”
Het was ooit anders. Rechtse politici en de katholieke kerk bepaalden – zeker nog tot 2007 – het reilen en zeilen van de Poolse samenleving en verordonneerden wat er in het land kon en niet kon. Toen de gerenommeerde Italiaanse kunstenaar Maurizio Cattelan in de Zacheta National Gallery in Warschau exposeerde en er zijn bekende beeld van de paus, bekneld door een vallende meteoriet, toonde, hebben Poolse parlementairen in regelrechte commandostijl de heilige vader uit zijn benarde positie bevrijd. Ze lieten een brief achter in het museum waarin ze tekeergingen tegen misbruik van “katholiek belastinggeld” en waarin ze de bevlogen directrice Anda Rottenberg aanraadden “voortaan maar in Israël dat soort exposities te organiseren”. In Polen tref je nog flagrant antisemitisme aan.
Ook het ‘heksenproces’ tegen Dorota Nieznalska ligt nog vers in het geheugen. De kunstenares exposeerde in een galerie in Gdansk haar provocerend werk Passie, een kruisbeeld waaraan een penis bengelde. Nieznalska werd omwille van godslastering veroordeeld. In Slupsk, waar ze in de ‘heksentoren’ zou exposeren, werd een wake gehouden om te bidden voor haar bekering. Sommigen eisten dat ze werd gestenigd of gekruisigd. God en de duivel zijn nooit ver weg in Polen.
Wladyslaw Kazmierczak, de curator van de expositie in Slupsk, is heel scherp voor politici die kunstuitingen bestrijden die katholieke en patriottische gevoelens kunnen kwetsen. Sommige galeries kleefden ooit ‘waarschuwingsstickers’ op de ramen van hun expositieruimtes, met de tekst: “Deze tentoonstelling is niet bestemd voor leden en sympathisanten van de Liga van Poolse Families.” De Liga is een uitgesproken rechtse en katholieke actiegroep die de censuur wil herinvoeren. “Polen moet begrijpen”, zegt Kazmierczak, “dat een galerie of een museum een plek is voor reflectie, conflict en ook provocatie.”
In Venetië is het Poolse paviljoen dit jaar wellicht de meest gedurfde en zeker meest politiek geladen presentatie van de Biënnale. De Zacheta National Gallery of Art nodigde de in Israël geboren en in Amsterdam opgeleide kunstenares Yael Bartana uit. Ze richtte, met veel ideologische verwijzingen, de Jewish Renaissance Movement in Poland op die pleit voor de terugkeer van 3,3 miljoen joden naar Polen. Op de vernissage was geen enkele Poolse politicus aanwezig.
Het Adam Mickiewicz Instituut (genoemd naar de grote Poolse dichter) zet zich al meer dan tien jaar in voor de export van Poolse cultuur. Er is een kentering. In Polen wordt hard gewerkt aan collectievorming van hedendaagse kunst. In het Ujazdowski Castle, het nogal rommelige Centrum voor Hedendaagse Kunst in Warschau, volgen curatoren de nieuwste trends en experimenten. De Zacheta National Gallery organiseert omvangrijke tentoonstellingen, van Luc Tuymans en Neo Rauch. Het in 2008 geopende museum voor hedendaagse kunst in Lodz, op het voormalige terrein van de Manufaktura, de grootste textielsite van het negentiende-eeuwse Europa, toont momenteel werk van Jan Fabre. In de lente van 2014 opent, naast het Paleis van Cultuur en Wetenschap, het nieuwe en spectaculaire Poolse Museum voor Moderne Kunst zijn deuren. Het verrijst pal naast het cultuurpaleis, de ‘Stalinistische fallus’, een cadeau van de voormalige Sovjet-Unie, een pompeus gebouw in klassieke suikerbakkerstijl dat door kunstenaars gekscherend ‘de pik van Wojtyla’ wordt genoemd. Maar voor sommigen lijkt het alsof de duivel toch maar weer eens uit het wijwater is gesprongen.
Terug naar Brussel, waar Bozar de belangrijkste thema’s zien in de hedendaagse Poolse kunst laat zien. De expositie is opgedeeld in aparte presentaties en kabinetten, met elk een eigen label en thema. De ruim tweehonderd werken zijn heel divers: naast ‘natuurlijke’ decors, zoals het bekende tuintafereel van de symbolistische schilder Józef Mehoffer of het apocalyptische schouwspel van Jacek Malczewski – twee iconische meesterwerken als referenties uit de late negentiende eeuw – ook een grotesk oorlogspanorama van Jakub Julian Ziólkowski; beelden van het dagelijkse leven in Polen in miniatuursculpturen, installaties of performances; een omgekeerde Poolse FIAT die een naaimachine aandrijft, een door Maciej Kurak bedachte metafoor voor het huiselijke leven; een reconstructie van een Pools dorpskerkhof, een melancholische ‘installatie’ van Robert Kusmirowski. The Power of Fantasy, het omvangrijkste overzicht sinds de val van het communisme, weerspiegelt “het fantastische en het magische, het waanzinnige en het absurde”. Het is, zeggen de samenstellers, een cultuur “vol intense visioenen en bevreemdende dromen”.
Er zijn meer initiatieven. Tijdens het EU-voorzitterschap zullen vijf Poolse kunstenaars in en nabij de Europese wijk in Brussel projecten in de publieke ruimte realiseren. In Wiels is de eerste buitenlandse retrospectieve te zien van de jonggestorven beeldhouwster Alina Szapocznikow (1926-1973), die afgietsels in polyester van het menselijk lichaam maakte, borsten, buik en benen. Toen ze hoorde dat ze ongeneeslijk ziek was maakte ze een serie aangrijpende beelden, haar Tumors, met hars, krantenpapier, gaas en foto’s.
De meeste jonge kunstenaars zijn in de jaren zestig en zeventig geboren. Ze hebben ‘de overgang’ meegemaakt tussen twee heel verschillende werelden, twee ‘Poolse realiteiten’: ze groeiden op in de Volksrepubliek Polen, maar maakten carrière in het democratische Polen. Ze verzetten zich tegen zowel het communisme als tegen de strakke terugkeer naar het conservatieve en katholieke patriottisme.
Hun werk wordt gekenmerkt door een tegendraadsheid, die je ook bij de schilder/dramaturg Tadeusz Kantor (1915-1990) en de schrijver Bruno Schulz (1892-1942) aantreft, een dwarsigheid die beide realiteiten in twijfel trekt. Ze lopen in het voetspoor van de excentrieke schrijver en filosoof Stanislaw Ignacy Witkiewicz (1885-1939). Hij was een verwoed verzamelaar van curiosa, een getalenteerd woordkunstenaar en vooral een kritische man die elke vorm van burgerlijk en hypocriet fatsoen verwierp. Poolse kunstenaars houden een traditie van het absurde en van kritische reflectie in stand, met een opvallend rebelse veerkracht.
The Power of Fantasy – Modern and Contemporary Polish Art, tot 18 september in Bozar Brussel. www.bozar.be Alina Szapocznikow, van 10 september t/m 8 januari in Wiels Brussel. www.wiels.org