In de reeks ‘oude en jonge klassieken in tijden van corona’ schrijft Yannick Dangre vandaag over Faust van Johann Wolfgang Goethe.

De meesterwerken uit de wereldliteratuur kun je opdelen in twee groepen: die waar je aan toekomt, en die waar je niet aan toekomt. Nu is het voor velen altijd wel een gevecht om die belangwekkende turven vast te pakken (waarom lijden de kapitale romans uit de geschiedenis toch zo vaak aan obesitas?), maar uiteindelijk verslindt de echte literatuurliefhebber toch vrolijk de Dostojevski’s, Tolstojs, Flauberts en andere literaire goden.

Gaan we verder terug dan de negentiende eeuw, dan krijgen we het al wat moeilijker – en daar strijd ik, al was het maar uit beroepsmisvorming, dapper tegen. En ja, ik heb me warempel een weg geworsteld door Bocaccio, Jonathan Swift en zelfs Laurence Stern.

Maar hoeveel goede voornemens je ook hebt, er blijven er toch altijd nog enkele over waar je écht de moed niet toe hebt, en dat was in mijn geval Goethes Faust. Nu de quarantaine over ons is neergedaald, was het nu of nooit. En voorwaar, het was absoluut de moeite.

Om u alvast moed te geven: de in 1775 voltooide Faust is geen obesitas-klassieker, een toneelstuk bovendien, waardoor het een stuk sneller leest dan een roman. Ook de inhoud is uiterst aanlokkelijk. Want waar we dit meesterwerk kennen als de parabel over een man die zijn ziel aan de duivel verkoopt, is het in werkelijkheid een veel bonter verhaal, dat soms zelfs doet denken aan Boelgakovs De meester en Margarita. 

Dwergen, reuzen, keizers, Griekse goden en halfgoden, Helena van Troje, boerenpummels, marketentsters, dokters en monsters, alles en iedereen passeert de revue op zijn of haar eigen wijze. Als lezer krijg je een zinderend allegaartje voorgeschoteld van volkstaal, mythologische verhalen, hooggestemde dialogen en doorheen dat alles de zoektocht van Faust naar liefde en rijkdom.

Het verhaal is daarbij veel minder moraliserend dan wat wij als 21ste-eeuwers zouden verwachten. Zelfs de schunnigheden of platvloerse moppen worden door Goethe niet geschuwd. Het blijft dan ook een op bijna elk moment vermakelijke tekst, waarin je, door de prachtige vertaling van Ard Posthuma, voortdurend de mooie zinnen en beelden kunt onderlijnen.

Waar vele klassiekers stiekem een beetje tegenslaan, geldt dat voor Faust allerminst. Zeker nu we ook niet meer naar het theater mogen, is dit zelfs twee vliegen in één klap!

Johann Wolfgang Goethe, Faust. Een tragedie. Uitgeverij Athenaeum-Polak&Van Gennep

 

YANNICK DANGRE