Achttien jaar, net van school en alweer een half jaar stadsdichter van Venlo. Daan Doesborgh zit niet gauw om een mening verlegen. Binnenkort verhuist hij naar Amsterdam om te gaan ¬studeren. “Ik spuug op het Nederlandse onderwijssysteem. Leraren maken zich er terecht heel boos over.”

Stadsdichter en actievoerder

Wat hij zoal voordraagt tijdens optredens? Daan Doesborg (18) haalt de schouders op. Dat beslist hij pas op het laatste moment. Hij ziet wel. Zijn met losse aantekeningen, prints, vodjes papier, bierviltjes en “echte manuscripten” gevuld notitieboekje draagt hij altijd op zich, in zijn rugzak. “Het is mijn complete werk”, zegt hij wanneer hij het beduimelde boekwerkje openslaat. “Nou ja, bijna. Ik heb ook nog een bloknoot, voor op de fiets. Tijdens het fietsen schrijf ik ook.”

Door zijn raspende stem, zijn halflange piekhaar, zijn achter dikke brillenglazen schuilgaande pretogen en zijn laconieke uitspraken hangt er een aangename waas van zelfspot over Doesborgh, stadsdichter te Venlo.
Hij houdt de spot niet beperkt tot zichzelf. Amper van school kan hij aardig tekeer gaan over de staat waarin het Nederlandse onderwijs zich bevindt. Drie talen had hij als vwo’er in zijn pakket, hij hoefde er in zes jaar amper twintig boeken voor te lezen. “Ik spuug op dit onderwijssysteem, leraren maken zich er terecht heel boos over. Bij Nederlands leerden we pas in de zesde klas wat een sonnet is, dat is toch om te gillen. Het Studiehuis hangt van beperkingen en onlogica aan elkaar.”
Zal best. Toch kan hij op zijn achttiende al mooi de dichter uithangen, met de nodige optredens in zijn agenda. Weer die zelfspot: “In deze regio zijn niet zo veel dichters, dus je wordt al gauw ergens voor gevraagd.” Maar de liefde voor de poëzie zit dieper, is hem bijgebracht door zijn leraar Engels van die vermaledijde school. Die liet zijn leerlingen kennismaken met de technische kanten van de poëzie, en gaf ze vervolgens als huiswerk op om zelf een gedicht te maken. Doesborgh: “Dat ging heel schools. Zo’n gedicht moest bijvoorbeeld op donderdag af zijn. Een goede aanpak. Vanuit jezelf zou je er niet gauw toe komen.”
Tijdens een poëzieavond in het plaatselijke café De Splinter moedigde diezelfde leraar (“Jij hoort hier tussen te staan”) hem aan op het podium te springen. Nog geen uur later maakte Doesborgh zijn debuut als dichter/performer.
De leraar pleegde anderhalf jaar geleden zelfmoord. “Dat was vrij heftig. Hij is er verantwoordelijk voor dat ik hier nu zit. Dat ik nu stadsdichter ben, had hij zeker erg gaaf gevonden.”
Hoe een vwo-leering stadsdichter wordt? “Dat gaat heel eenvoudig. Je wordt gevraagd door Tieneke Verstegen, van Literair Station Venlo.” Dat gebeurde vorig najaar. Amper had Doesborgh toegezegd om de zittende stadsdichter Frans Pollux (L1-programmamer en zanger van de dialectband Neet oet Lottum) op te volgen, of deze trad voortijdig af, als reactie op de hoge score van Geert Wilders in zijn geboortestad bij de Tweede Kamer-verkiezingen. Wat hij daarvan vond? “Als je iets niet aanstaat als stadsdichter ligt het voor de hand dat je er een gedicht over maakt. Maar het was zijn keuze. Imagogewijs heeft hij er zich mee in de vingers gesneden.”
Waarna in Venlo een Stadsdichterloos Tijdperk aanbrak van ruim een maand. Op 31 december nam Pollux alsnog officieel afscheid met een gedicht over de immer klagende Venlonaren. Doesborgh volgde hem op met een gedicht over het uitblijven van de winter.
Als stadspoëet dichtte hij vervolgens over de aanleg van de A73, waardoor het gehucht Op de Heide als door een Berlijnse muur van Tegelen is afgesloten, en de installatie van de vier monumentale beelden van Sinkichi Tajiri op de Venlose stadsbrug. Ook maakte hij zich druk over de voorgenomen sloop van delen van Nedinsco, een karakteristiek industrieel gebouw in Venlo-Zuid uit het begin van de vorige eeuw. “Het complex is zo uniek door de kakofonie van gebouwen. Het voorstel om een deel ervan te slopen is net zoiets als het van overheidswege schrappen van minder geslaagde delen van een gedicht of een schilderij.”
Doesborgh liet het niet bij het maken van het gedicht. ’s Nachts klom hij in de toren van het complex, gebaseerd op de Bauhaus-architectuur, om een spandoek van vier bij zes meter te ontrollen met daarop zijn gedicht. Onder met motto: het gebouw is niet van Nedinsco of van de gemeenteraad, maar van de stad.
Volgende maand verkast hij naar Amsterdam, om Nederlandse taal en letteren te gaan studeren. Kan hij dan nog wel stadsdichter zijn? “Eerstejaars hebben de gewoonte elke weekend naar huis te komen, dus ik wil het even aanzien. Ramsey Nasr was ook stadsdichter van Antwerpen zonder er te wonen. Klopt dat niet? Heeft hij er daadwerkelijk gewoond? O, dan ben ik verkeerd geïnformeerd.”

In het kader van de manifestatie Het Grote Verlangen treedt Daan Doesborgh op 24 augustus op in Centre Céramique in Maastricht en op 16 augustus in jeugdhuis Ginsert te Genk.

Zie http://www.hetgroteverlangen.nl
Foto: Zuiderlucht