Culturele Hoofdstad

We zijn er niet om de huishoudboekjes van de culturele instellingen op orde te brengen, zegt Guido Wevers, artistiek leider van Maastricht Culturele Hoofdstad 2018. Zuiderlucht reisde met hem mee naar Lille, in 2004 een hit als Culturele Hoofdstad. “We moeten niet in herhaling vallen. Vergeet Lille. Je kunt het niet helemaal uittekenen, het moet uiteindelijk ook een mysterie zijn. Het gaat wel over kunsten.”

Eerst moeten de geesten rijp worden gemaakt

Bienvenue chez les Ch’ti heet de film uit 2008 die in Frankrijk ruim twintig miljoen bezoekers naar de bioscoop lokte. De Ch’ti (spreek uit: sjti) zijn grofweg de sprekers van het Picardisch in het noorden van Frankrijk, de regio die vaak geassocieerd wordt met werkloosheid, steenkoolmijnen, alcoholisme, incest, overgewicht en pedofielen. In de film worden vooroordelen over de Ch’ti op hilarische wijze uitvergroot.
“Die film”, zegt Guido Wevers, “had nooit gemaakt kunnen worden als Lille in 2004 niet Culturele Hoofdstad was geweest.” Hij kent de stad uit de tijd dat hij werkte bij theater Tryater in Friesland, eind jaren tachtig. Nu en dan moest hij in Lille op bezoek bij een maskerontwerper. “Het was een donkere, depressieve, gesloten stad met een hoge werkloosheid, vrijwel bankroet. Het is ondenkbaar dat Bienvenue chez les Ch’ti in die tijd gemaakt had kunnen worden. De Ch’ti zouden zich beledigd hebben gevoeld, aangevallen. In de tussentijd heeft er een mentale omslag plaatsgevonden. Ze zijn trots, ze kunnen lachen om de film. Die trots is vooral door het fenomeen Culturele Hoofdstad hervonden.”
Lille heeft een metamorfose ondergaan. “Sinds 2004 is Lille sexy”, laat Didier Fusillier, samen met burgemeester en presidentskandidaat Martine Aubry de voortrekker van Culturele Hoofdstad, optekenen in de krant Nord Eclair. “Er heeft zich iets buitengewoons meester gemaakt van de stad.” Vandaar misschien dat er na vijf jaar nog steeds een enorm bord langs de kant van de weg staat als je Lille binnenrijdt: Lille Culturele Hoofdstad 2004. Didier Fussilier is alweer toe aan zijn tweede reprise van het culturele-hoofdstad festijn. In 2004 werd officieel vastgelegd dat Lille elke paar jaar zo’n ‘echo’ zou organiseren. Dit jaar duurt het evenement, met als titel ‘Lille3000’, tot 12 juli. Het budget bedraagt negen miljoen euro, waarvan 6,7 miljoen bestemd is voor de artistieke inhoud. Opmerkelijker nog is dat vijftig procent van dat bedrag wordt gefinancierd door bedrijfsleven en particulieren. De woorden van Fussilier spreken voor zich: “Zelfs de hoofdcommissaris van politie denkt met ons mee. In 2004 kwam hij alleen maar vragen waar de EHBO-posten kwamen. Lille is een energiebal, Lille est chaud.”
Guido Wevers hoefde niet lang na te denken toen hij benaderd werd om de eerste artistiek leider Maasticht Culturele Hoofdstad 21018 te worden. “Ik heb altijd gebouwd. Ik schep graag voorwaarden, ik vind dit leuk.” Wevers stond aan de wieg van theaterwerkplaats het Kruis van Bourgondië, maakte van Tryater in Friesland een professioneel gezelschap en was tot 2006 directeur van theatergezelschap ’t Arsenaal in Mechelen. Daarna werd hij directeur van het Theater aan het Vrijthof in Maastricht. Sinds zijn aantreden als artistiek leider culturele hoofdstad sprak hij met collega’s als Eric Antonis van Antwerpen 1993 en genoemde Didier Fussilier van Lille 2004, ging naar culturele hoofdstad Stavanger en maakte een tournee door de Euregio om de geesten rijp te maken: Luik, Aken, Heerlen, Hasselt, Genk en Sittard moeten straks satellieten zijn van de culturele hoofdstad. Eric Antonis spreekt van Antwerpen vóór 1993 en Antwerpen na 1993. “Vóór 1993 was er in de zomer niks te beleven, nu krijg je in de zomer bijna geen ticket meer. Zonder culturele hoofdstad was mode in Antwerpen nooit iets geworden.”
De budgetten om een jaar lang Culturele Hoofdstad van Europa te zijn, hebben een enorme vlucht genomen Melina Mercouri het concept begin jaren tachtig. Athene begon bescheiden in 1985 met twaalf miljoen euro. Thessaloniki spande de kroon in 1997 met ruim 600 miljoen euro, maar dat is inclusief de nieuwe pieren die Aldo Eyck en Rem Koolhaas mochten aanleggen. Kopenhagen deed het met de helft. Kandidaat Maastricht wil net als Lille en Stockholm destijds tussen de tachtig en honderd miljoen besteden. Steden als Mons (vijftig miljoen, 2012) Linz (68 miljoen, 2009) en Vilnius (55 miljoen, ook 2009) doen het iets bescheidener. Volgens Eric Antonis waren de revenuen in Antwerpen uiteindelijk drie keer zo hoog als de investeringskosten. Wevers: “Terwijl de winst eigenlijk niet in geld is uit te drukken. De kwestie is alleen dat je op voorhand moet investeren. Als we dat nu nalaten dan hebben we over twintig jaar een enorm probleem.” Hij bedoelt te zeggen dat Zuid-Limburg wel eens af zou kunnen zakken naar waar Lille vandaan komt.
Sinds zijn aantreden heeft Wevers naar eigen zeggen “een tsunami van wensen en ideeën” over zich heen gekregen. Bureaus die alvast hun diensten aanbieden, sollicitanten die zich melden, architecten met kant en klare plannen hoe je de steden van de Euregio virtueel kunt verbinden, kunstenaars en filmmakers die hun plannen ontvouwen. Wevers: “Elke week komt er wel wat nieuws binnen.” En dan hebben we het niet alleen over high culture. Ook folkloristische evenementen in Maastricht zoals het Reuzengilde en de Heiligdomsvaart hebben zich gemeld. “De vraag die voorlag was of wij de Heiligdomsvaart niet zouden kunnen sponsoren. Ik denk dat de Heiligdomsvaart een icoon is van onze cultuur, maar wij zijn geen sponsor. Wij zijn juist de vragende partij. In dit geval zou de vraag kunnen zijn: wat betekent dit icoon in een tijd dat het geloof in het gedrang is gekomen maar waarin wel volop ruimte is voor religiositeit? Ik nodig ze uit dáár een invulling aan te geven. Hun thema is licht. Waarom niet een architect vragen die op een aparte manier met licht bezig is? Waarom vragen ze bij wijze van spreken Jo Coenen niet de Heiligdomsvaart vorm te geven? Zoek contact met vergelijkbare iconen als de Virga Jesse Feesten in Hasselt of de ommegang in Tüddern. Hoe kunnen ze samen het verhaal van dit gebied uittekenen? De Culturele Hoofdstad gaat juist over het op gang brengen van motoren. We moeten onze identiteit uittekenen.”
Om die reden viel Luxemburg hem in 2007 als culturele hoofdstad vies tegen. “Daar heeft men de fout gemaakt om alles van buiten te halen. Veel ingrediënten werden geïmporteerd zonder goed naar de stad te kijken. Het is onbestaanbaar dat je niet eerst je eigen identiteit in verhouding tot de wereld uittekent alvorens je de toekomst formuleert.”
Lille maakt een montere indruk. Overal hangen plakkaten tegen de gevels die verwijzen naar ‘Lille3000’. Studenten nemen je bij de hand en wijzen waar je moet zijn. Wevers duikt meteen de metro in om uit te komen op de plaatselijke Ramblas waar twaalf enorme glanzende zwarte beelden staan van duivelachtige engelen die nog in de luierfase zijn. In 2004 werd dezelfde truc toegepast. De aftrap werd gevierd met een openingsspektakel waar, ook tot verbazing van de organisatie, 700.000 bezoekers op afkwamen. Het doorzichtige dak van het station werd een jaar lang in roze licht gezet zodat elke reiziger, elke bezoeker van de stad duidelijk werd gemaakt dat er iets bijzonders aan de hand was. Op de Grand Place verscheen het onderste-boven-bomenbos, een gigantisch omgekeerd bos, boven het winkelend publiek. De organisatie van Culturele Hoofdstad had onmiddellijk beslag gelegd op de kroonjuwelen van de stad. Maar dat niet alleen. Wevers: “Net als nu met ‘Lille3000’ deden tientallen satellietsteden mee. Het evenement was zo opgezet dat je het idee kreeg dat je echt iets miste als je alleen in de stad zou blijven.”
Lille is een stad die grenzen raakt: de TGV brengt Britten binnen, de Belgen wonen nabij. Wie grenzen zegt, zegt Europa en dus wordt in verschillende tentoonstellingen onder de noemer ‘Europe XXL’ de grenzen van Europa opgezocht. In het in 2004 voor tentoonstellingen geschikt gemaakte fabriekspand Tri Postal bijvoorbeeld waar zeventig internationale kunstenaars de grenzen van Europa onderzoeken. Alle wijken van Lille hebben een Europees land ‘geadopteerd’, zodat een rondgang door de stad tevens een reis door Europa wordt. “Wat ik in Lille proef is respect, openheid en tolerantie”, zegt Wevers. Op dat vlak valt nog een hoop te winnen in Maastricht. “Daarom is er ook nog een grote slag te maken. Zowel in het zelfbeeld van de bevolking als bij de culturele instellingen. De culturele instellingen zijn uit pure overlevingsnoodzaak veel te veel gericht op zichzelf. We moeten ons meer gaan verhouden tot de wereld en onze eigen identiteit. We moeten de tijd waarin we leven meer uittekenen in onze programmering. Voorstellingen programmeren die wat te weeg brengen, die ons laten reflecteren op de tijd van nu.” Om die reden programmeerde hij in mei Febar een première van zijn oude club ’t Arsenaal over de huiveringwekkende reis van een Senegalese bootvluchteling. Het stuk gaf bloed aan eindeloze reeksen van anonieme krantenberichten over Afrikaanse vluchtelingen.
Dat het daarom gaat is kennelijk nog lang niet tot iedereen doorgedrongen. In Dagblad De Limburger riep Theo Bovens als – toen nog – voorzitter van het Limburgs Symfonie Orkest dat de gigantische tekorten in aanloop naar 2018 wel weggewerkt zouden kunnen worden door sponsoren en de organisatie van Maastricht Culturele Hoofdstad. Wevers: “Een merkwaardige opmerking. Wij bestaan niet om de huishoudboekjes van instellingen op orde te krijgen. Hier wordt de Culturele Hoofdstad misbruikt in plaats van dat er scherpe uitgangspunten worden geformuleerd.”
Daarom is er volgens Wevers geen tijd te verliezen. Als afgesproken zal hij voor de zomer een artistiek plan neerleggen waarin bijvoorbeeld zal staan dat de wind eronder moet. Het plan dient als basis voor het bidbook dat in 2012 klaar moet zijn, maar voor Wevers is dat te ver weg. Het duurt hem allemaal te lang. “Ik vind dat er nú een bureau moet komen en nú geïnvesteerd moet worden. In dat boek moeten voorstellen staan hoe we de instellingen zo ver krijgen om te emanciperen, hoe we het voor elkaar gaan krijgen dat kunstenaars zich meer internationaal gaan opstellen, hoe we de Culturele Hoofdstad in de hoofden van de bevolking kunnen krijgen, bij de instellingen en in de Euregio. We gaan gemeenschapsgeld investeren, dus hebben we een kwaliteitsverplichting. Als we internationale kunstenaars op niveau willen uitnodigen, is tien jaar erg kort. Mijn conclusie: we moeten nu beginnen anders halen we het niet.”
In zijn plan zal het vooral gaan over voorwaarden, rasters, inbedding. “Wij hoeven niks te verzinnen, dat moeten de instellingen of wie dan ook zelf doen. We moeten ons realiseren dat de Culturele Hoofdstad wordt ingevuld door mensen die er nu nog helemaal niet zijn. De generatie die in 2018 de toekomst zal formuleren, gaat nu pas naar school. Ik ben dan feitelijk met pensioen. Wij kunnen alleen de voorwaarden scheppen en de bedding leveren. Die bedding is belangrijk, het gaat straks niet om ‘kijk daar eens’. ”
Terwijl we een glas wijn drinken op de Grand Place, waar de gevel van de plaatselijke krant La Voix du Nord met een neonkunstwerk is verluchtigd, zegt Wevers het vermakelijk te vinden dat velen in Maastricht zich al rijk rekenen richting Culturele Hoofdstad. “Natuurlijk moet er een middenzaal komen en een concertzaal. Natuurlijk moet er goed gekeken worden naar de verbindingen tussen de steden van de Euregio. Maar eerst moeten de geesten rijp worden gemaakt. Er moet een team komen van kwalitatief goed mensen uit alle disciplines dat tegenstellingen kan creëren en weerstanden opzoekt. Het is cruciaal om mensen binnen te halen die beter zijn dan je zelf. Als je dat niet kunt, heb je een probleem. Een team dat de kwaliteit heeft visie te toetsen en hiaten te formuleren. Dat het gezag heeft om internationale kunstenaars en musici te verleiden naar hier te komen. Dat uitgangspunten scherp kan formuleren en de guts heeft om nee te zeggen.”
Denkt Wevers dat Maastricht kans maakt om de titel voor 2018 daadwerkelijk te halen? De Nederlandse concurrentie is immers groot. “Ik denk dat we een grote kans maken. We zijn als grensregio heel specifiek en er zijn veel echo’s van Europa op te vangen in dit gebied. Bovendien is de slag maken belangrijker dan de titel binnen halen. Tegelijk denk ik altijd: we moeten alle goede voorbeelden vergeten, niet in herhaling vallen. Vergeet Lille. Je kunt het niet helemaal uittekenen, het moet uiteindelijk ook een mysterie zijn. Het gaat wel over kunsten.”

Guido Wevers in Lille: “Het gaat straks niet om ‘kijk daar eens’.” foto Zuiderlucht

‘Lille est dévenu sexy’. foto Zuiderlucht
In ‘Lille3000’ toont Igor Grubić foto’s van Servische mijnwerkers die hij van vleugels voorzag omdat ze een rol speelden bij de val van het bewind Milošević. foto Igor Grubić’.