Handwerk en vakmanschap, daar houdt Parijs wel van
Ook afgelopen najaar zouden Viktor&Rolf weer hun jaarlijks modeshow in Parijs geven: vrouwenmode voor het voorjaar/zomer 2009. De shows van de Viktor&Rolf zijn altijd een evenement, maar ditmaal stonden er geen lange rijen voor de deur. De presentatie vond plaats op het world wide web, en wel in de virtuele Grand Salon van Viktor&Rolf.
De uitnodiging was een link naar hun nieuwe website. Met een klik betreed je de Grand Salon van Viktor&Rolf waar topmodel Shalom Harlow, net als Audrey Hepburn indertijd in Funny face, naar binnen rent en uitroept: “I’m terribly late for the show, but I’ll meet you in the Grand Salon.” Eenmaal binnen zien we Harlow telkens opnieuw met een nieuwe creatie op de virtuele catwalk verschijnen.
In deze virtuele presentatie verwijzen Viktor&Rolf naar de jaren vijftig, de tijd waarin de grote modehuizen hun collecties nog in hun grand salons lieten zien. Tegelijkertijd is deze internetshow ook een reactie op de nieuwe, snelle ontwikkelingen binnen de modewereld. De modeshows staan tegenwoordig direct nadat ze zijn afgelopen op het internet en zijn vanaf dat moment voor iedereen toegankelijk. Het exclusieve sprookjesmoment duurt zolang als de modellen op de catwalk heen weer lopen, over het algemeen niet langer dan vijftien minuten.
In de laatste collectie van Viktor&Rolf komen verleden, heden en reflectie op de actualiteit van de modewereld samen. De korte lichte jurkjes zijn klassiek en verwijzen naar de jaren vijftig, maar tegelijkertijd vinden we in de ontwerpen moderne motieven terug die zijn geïnspireerd op pixels. Drie jurken uit de nieuwe collectie schitteren als een zinsbegoocheling. Op deze jurkjes zijn 20.000 Swarovski-kristallen met de hand genaaid. Ieder jurkje is een soort draagbare caleidoscoop geworden en weegt zo’n tien kilo.
Aan het eind van de internetshow zien we de twee ontwerpers achter het scherm als twee poppenspelers boven hun virtuele catwalk. Ze hebben het publiek bespeeld, betoverd en zij geven hun bespiegeling op de mode van nu. Het Nederlandse duo had het Franse publiek andermaal verbluft en de pers was laaiend enthousiast.
Viktor&Rolf hebben in de Parijse modewereld hun naam gevestigd, maar er ging een lange weg aan vooraf. De Parijse haute couture en prêt-à-porter zijn gesloten werelden, die zeker voor jonge buitenlandse ontwerpers niet eenvoudig toegankelijk zijn. Nederlandse ontwerpers staan bekend om hun conceptuele en originele creaties. Op de kunst- en modeopleidingen staat vrij en creatief denken in een hoog vaandel. De Franse mode- en designjournalisten zijn altijd vol lof over de flair die in de Nederlandse ontwerpen naar voren komt, maar met alleen conceptuele ideeën is het moeilijk om in de Parijs door te breken. Vechtlust, een groot sociaal netwerk en cultureel en commercieel inzicht zijn onontbeerlijk.
Behalve Viktor&Rolf hebben ook andere Nederlandse modeontwerpers hun weg naar Parijs gevonden. Zo presenteerden vorig jaar Jeroen van Tuyl en Francisco van Benthum hun nieuwe collecties herenmode binnen de prestigieuze programmering van de prêt-à-porter. Van Tuyl richtte in 2000 zijn eigen merk op en is inmiddels lid van de belangrijke Féderation Française de prêt-à-porter et des Créateurs de Mode. Dat lidmaatschap opent voor Van Tuyl de nodige deuren in Parijs, waar hij zijn collecties twee keer per jaar onder veel aandacht presenteert. De Franse pers noemt hem Le cavalier urbain, naar aanleiding van zijn Collectie Horsepower of roemt hem om de zachte lijnen in zijn laatste collectie TAGORE, die is geïnspireerd op de Indiase hindoeïstische cultuur.
Francisco van Benthum is evenmin een onbekende in de Parijse modewereld. Sinds 2003 heeft hij zijn eigen label en showt hij er zijn nieuwe collecties. Zijn laatste herencollectie herfst/winter HOPE viel op door zijn originele en Hollandse karakter. Voor de Parijse catwalkprofessionals was deze door Volendamse visserskleding geïnspireerde collectie noordelijk exotisch.
In zijn nieuwe herencollectie zomer 2009, genaamd RADIANT, heeft Van Benthum zich laten inspireren door de mythe van Lawrence van Arabië. Zijn stijl valt in Parijs vooral op doordat hij in zijn romantische stijl elementen van stoere sportkleding integreert. Het Parijse publiek houdt van die drang naar originaliteit omdat het hun verwachtingspatroon doorbreekt.
Naast de herenmode tijdens de prêt-à-porter wordt Nederland ook met vrouwenmode vertegenwoordigd tijdens de haute couture. Ontwerper Jan Taminiau heeft de afgelopen jaren zijn modeshows gehouden naast de officiële programmering met grote merken als Chanel, Dior, Christian Lacroix, Jean-Paul Gaultier en Armani. In de off programmering gebeurt er veel en wordt er gekeken naar nieuw talent.
Afgelopen jaar heeft Taminiau echter geen traditionele modeshow-met-catwalk gehouden, maar gekozen voor een presentatie van zijn nieuwe collectie in de Espace Commines. Een modeshow is altijd razendsnel voorbij en het is moeilijk om goede contacten vast te houden. Tamaniau wilde meer tijd investeren om zijn Parijse netwerk uit te breiden.
Taminiau heeft sinds 2003 zijn eigen label en richt zich helemaal op Parijs. Hij kent de stad goed, mede omdat hij na zijn studie stage heeft gelopen bij korsettenmaker Hubert Barrere, die werkt voor Dior, Yves Saint Laurent en Madonna. Voor Taminiau is dit ambachtelijk vakmanschap belangrijk, in zijn ontwerpen zijn handwerk en vakmanschap essentieel. Taminiau weeft veel van zijn stoffen zelf en ook het minutieuze borduren gebeurt in zijn Amsterdamse atelier. Bij zijn laatste presentatie kreeg hij van een belangrijk Parijs borduuratelier complimenten over zijn collectie; Parijzenaren wilden bijna niet geloven dat alles in Amsterdam was vervaardigd, een groter compliment had hij niet kunnen krijgen. In Parijs is het verwerken van traditioneel vakmanschap weliswaar gemeengoed, maar dat een jonge Nederlandse ontwerper er zich aan waagt, vindt men hier verrassend.
In het rijtje van Nederlanders die in Parijs naam maken, mag lingerieontwerpster Marlies Dekkers niet ontbreken. Na het succes van haar winkels in Nederland en België opende ze in april 2007 in Parijs een zaak in de luxe winkelstraat Rue du Cherche Midi. Afgelopen jaar bestond haar lingeriemerk vijftien jaar en dat bleef hier niet ongemerkt. Dekkers werd uitgeroepen tot Créatrice de l’Année 2008, een prijs die ze van burgemeester Bertrand Delanoë kreeg overhandigd in het prestigieuze Musée d’Art Moderne. In de marge van het officiële programma gaf Dekkers tijdens de Fashion Week haar eerste Parijse modeshow, A true love story, in het Palais de Tokyo, voor een publiek vol celebrities uit de internationale showbizz.
Samen met Londen en Milaan blijft Parijs het internationale platform voor jonge Nederlandse modeontwerpers. Het is niet onmogelijk om in deze zeer gecodeerde wereld een eigen plaats te veroveren, maar het vereist wel een behoorlijke dosis doorzettingsvermogen.
‘The House of Viktor&Rolf’, overzichtstentoonstelling. Tot en met 9 februari in het Centraal Museum Utrecht. www.centraalmuseum.nl