Toen Pieter T’Jonck de vraag kreeg de derde editie van de Hasseltse Triënnale voor beeldende kunst, mode en design samen te stellen, twijfelde hij vooral over het thema: SuperBodies. “Superlichamen, zoals dat van Arnold Schwarzenegger, daar weet ik niets van”.

Op de gigantische glazen voorgevel van Cultureel Centrum Hasselt zijn foto’s te zien van vrouwen en meisjes in een jurkje of ondergoed tegen een gele, rode of blauwe pastelkleurige achtergrond. Onder de titel Verkenning van de vrouwelijke vormen haalde kunstenares Liesje Reyskens vrouwen van alle leeftijden voor haar lens. “Ze mochten zelf kiezen in welke outfit ze zich gemakkelijk voelden”, zegt Reyskens. “Iedereen heeft zijn eigen onzekerheden. Het is een cliché, maar de enige die het aandurfde om topless te poseren was een oudere vrouw, intussen zelfverzekerd genoeg om naakt voor de camera te staan.”

Reyskens’ werk past perfect in het tentoonstellingsconcept van Pieter T’Jonck, de curator van de derde Triënnale van Hasselt. “Ik had het gevoel dat er in de media heel veel aandacht is voor het extreme lichaam”, zegt T’Jonck. “Maar laten we nu eens focussen op het gewone lichaam zoals we dat allemaal hebben. We vergeten vaak dat het – ook al is het niet perfect – een wonderlijke machine is.”

Het lichaam is natuurlijk al langer dan vandaag een onderwerp in de kunsten. Vaak op een radicale manier, zoals bij Stelarc, die een oor op zijn arm liet naaien. “Alsof de kunst het geweld van de media wil overschreeuwen door nóg sterker uit de hoek te komen”, zegt T’Jonck. “De grens met gratuit spektakel wordt soms heel dun.” Daarom koos hij voor kunstenaars die het lichaam via omwegen aan bod laten komen.

T’Jonck kreeg een aantal werken van grote namen uit de internationale kunst- en performancewereld naar Hasselt, zoals van Louise Bourgeois, die als geen ander de woelige sensaties in het (vrouwelijke) lichaam kon verbeelden. Of Franz West die het publiek liet interageren met zijn beroemde ‘adaptives’, bizarre objecten die maar kunst worden op het moment dat de toeschouwer ze vastneemt en er iets mee doet. Ook grote choreografen als William Forythe, Steve Paxton en Trisha Brown zijn vertegenwoordigd met video’s, installaties en tekeningen.

“Centraal in de expo staat het idee dat een werk pas af is door de act van het beschouwen. Nieuw is dat natuurlijk niet. Interessant des te meer. Ik toon werken die appeleren aan je aanwezigheid als mens.” Zo zijn er in Z33 een aantal installaties te zien die spelen met de waarneming van de toeschouwer. De Frans-Oostenrijkse groep Superamas toont een knappe constructie met groene ledlampen die je doet twijfelen aan je eigen perceptie omdat het niet helemaal duidelijk is of ze nu bewegen of niet. De nieuwe installatie die Eric Joris maakte voor SuperBodies doet hetzelfde. Je stapt als bezoeker in een ruimte waarin een grid geprojecteerd wordt. Als je naar voor wandelt, beweegt het grid mee, waardoor het lijkt alsof je stil blijft staan. Je gevoel van ruimte en perspectief wordt dus danig op de proef gesteld. “Je ziet iets wat eigenlijk niet kan”, zegt Eric Joris. “Dat zorgt voor zintuiglijke ontregeling. Dat gevoel is altijd het startpunt van onze performances en installaties.”

Sinds de jaren zestig is er in de kunsten veel aandacht voor het lichaam. “Ook de dans focuste steeds meer op het lichaam niet op de figuren die dansers uitvoeren”, aldus T’Jonck. De curator toont dan ook een aantal video’s van choreografen. Zo is er de prachtige film Magma van de Franse choreograaf Boris Charmatz. Daarin zien we een menselijke bol van naakte lichamen heel traag rollend voortbewegen, zoals magma. Een hypnotiserend werk waar je naar kunt blijven kijken.

Een ander betoverend mooi werk is Pavillon van Lawrence Malstaf. Bij het Cultureel Centrum maakte hij een gigantische witte plastic vlag die in cirkels beweegt, traag, snel, hoog, laag. De vlag wordt elektronisch aangestuurd door een computer die binnen staat. Het resultaat zijn prachtige dansbewegingen van wit plastic. Net als het personage uit de film American Beauty dat gefascineerd is door een plastic zakje dat door de wind wordt meegenomen, zou je uren naar Malstafs vlag kunnen blijven kijken. Het witte plastic ritselt in de wind, boven de witte laag sneeuw die op de grond ligt.

Toeval of niet, sinds de makers van de triënnale met de voorbereidingen van SuperBodies begonnen, schoten de tentoonstellingen over het menselijk lichaam als paddenstoelen uit de grond. T’Jonck: “In Londen was er Move me, over hoe dans en beeldende kunst elkaar beïnvloedden vanaf de jaren 1960. Het MoMa in New York onderzocht met On Line hoe de ontwikkeling van de lijn in de beeldende kunsten beïnvloed werd door de fascinatie van kunstenaars voor de dans. Ook Danser sa vie in Centre Pompidou bekeek de verbanden tussen dans een beeldende kunst. Het lichaam staat momenteel in het brandpunt van de artistieke aandacht. En Hasselt surft als eerste Belgische stad mee op deze wereldwijde golf van belangstelling.”

SuperBodies. Triënnale voor beeldende kunst, mode en design. Tot 27 mei in Modemuseum, Stadsmus, Z33, CIAP en CCHA in Hasselt. www.superbodies.be