Eeuwenlang boezemden heksen en tovenaars mensen angst in. In de huidige tijd worden ze – in films, in boeken en met Halloween – vooral gebruikt om een potje te kunnen griezelen. Toch zijn er nog steeds volwassenen die hekserij serieus nemen.

Heksen zijn cool – al sinds de Middeleeuwen

Ze zitten in de per abuis tot Beste Film Aller Tijden uitgeroepen Lord of the Rings. Ze spelen een prominente rol in de Harry Potter-hype. Ze dragen tv-series als Ti-Ta Tovenaar, Charmed en Sabrina, the Teenage Witch. En vormen een eindeloze bron van inspiratie voor schrijvers van kinderboeken, van Roald Dahl tot Francine Oomen.

Heksen en tovenaars worden tegenwoordig vooral gebruikt om de fantasie in werking te zetten. Voor kinderen is griezelen een vorm van vermaak; ze zien er de grap wel van in. Voor volwassenen is hekserij, vreemd genoeg, vaak een uiterst serieuze zaak.
Hekserij is meer dan een relict uit het verleden. Heksen (wicca’s) bestaan nog steeds, al zijn ze niet te vergelijken met de historische figuren die tussen 1450 en 1750 West-Europa onveilig maakten. Nou ja, onveilig. Vooral kerk en overheid, van oudsher wars van buitensporigheid, maakten er werk van om tovenaars en heksen tot outcasts te verklaren.
Zoals in 1613, toen in Roermond een van de meest geruchtmakende heksenprocessen in West-Europa plaatshad. Een meisje uit die stad bleek lint, garen, geld, stenen en spelden te spugen. Ze werd opgepakt en bekende alles van haar moeder te hebben geleerd. Het leidde tot een reeks van heksenvervolgingen, en uiteindelijk tot een monsterproces waarin minstens veertig mensen de dood vonden.
Er waren ook uitzonderingen. Een jaar later werd in Venlo een zekere Barbara Vreesen van hekserij beschuldigd, opgepakt en vervolgens vrijgesproken. Wellicht een politiek statement van het gerechtshof, dat met de vrijspraak wilde aantonen dat Venlo zich niets aan zijn buurstad gelegen liet liggen, zegt Barbara Kruijsen, een van de samenstellers van de tentoonstelling ‘Zwerkballen, grobbebollen en toverkollen’ in het Limburgs Museum in Venlo.
De aanleiding voor een expositie waarin tovenarij en hekserij door de eeuwen heen centraal staat, lag voor het oprapen. “We verbaasden ons al een tijdje over de aanhoudende aandacht voor hekserij en tovenarij in allerlei media”, zegt Kruijsen, terwijl het gegil van heksen en het gekrijs van katten door het museum klinken.
Hekserij is zo oud als de mensheid, maar werd, zo blijkt uit de expositie, pas tegen het eind van de middeleeuwen een als een probleem gezien. Overheid en kerk, vaak hand in hand opererend, brachten heksen aan maar kwamen, hoe uitputtend de processen ook waren, zelden tot een sluitende bewijslast. Waarna al te vaak besloten werd tot de heksenproef. De heks werd geboeid in de rivier gegooid. Bleef ze drijven, dan was ze de pineut. Dan was ze gewichtloos en dus een heks, en kon ze verbranding of ophanging tegemoet zien. Maar in de regel ging de beschuldigde koppie onder, en verdronk ze jammerlijk.
“Het waren de jaren van de demonologische heks, die een seksuele verhouding met de duivel zou hebben”, zegt Kruijsen. Zelfs voor de katholieke kerk was dit geen houdbare regel. “De duivel was immers een geestesverschijning, en daar kun je nu eenmaal geen fysieke seks mee hebben.”
.
De tentoonstelling besteedt ook aandacht aan moderne hekserij die sinds het midden van de vorige eeuw aan populariteit wint. Geestelijk vader hiervan is Gerald Gardner (1884-1964) die een samenhangend concept ontwikkelde waar de nog steeds bestaande wicca-bijeenkomsten een belangrijk deel van uitmaakten. Daarnaast zijn er ook individuele vormen van hekserij, herkenbaar aan uit religies en vrijmetselarij ontleende attributen. De ontkerkelijking zou een van de verklaringen zijn van die populariteit; de mens blijft op zoek naar het bovennatuurlijke.
Waarmee misschien ook verklaard is waarom beoefenaren zich zo serieus nemen. In tegenstelling tot de hekserij in de meeste tv-series, films en kinderboeken, en bij volksfeesten als Halloween en Carnaval, waar heksen toch vooral het middelpunt van (zelf)spot zijn.

‘Zwerkballen, grobbebollen en toverkollen. Heksen en tovenaars van toen en nu’. Tot 31 oktober in het Limburgs Museum, Keulsepoort 5, Venlo. 077 3522112 www.toverkollen.nl