Fotografe Edith Eussen uit Heerlen heeft geen voorkeur voor genres. Ze zijn haar even lief. Waar ze niet van houdt, is een overdaad aan tekst en uitleg. “Het is beter dat de woorden in je hoofd blijven.”
Het beeld, niet de scherpte
Praten over haar werk gaat Edith Eussen niet zo gemakkelijk af. Haar foto’s vertellen zelf hun verhaal, vindt ze. Of niet. Soms volstaat het pure beeld, zonder suggestie.
Tussen foto en kijker hoeft niemand zich te nestelen met tekst en uitleg. “Het is beter dat de woorden in het hoofd blijven. Als ze worden uitgesproken of opgeschreven, zijn ze zo definitief.” Goede beelden hebben het vermogen hebben tot in lengte van dagen nieuwe betekenissen prijs te geven.
Edith Eussen (Ransdaal, 1973) is fotograaf. Ze verdient er haar dagelijks brood mee. Niet zo dik belegd, maar daar wil ze zich niet te druk over maken. Na haar studie aan academie Sint Joost in Breda kreeg ze enkele beurzen, sindsdien moet ze zichzelf redden. Dat gaat met vallen en opstaan. Het verschijnsel ‘bijbaantjes’ is haar bekend, maar echte alternatieven bieden die niet. Wil ze ook niet. Een beroepsmatig leven naast of in plaats van fotograferen is niet denkbaar.
Eussen fotografeert in opdracht, en ze maakt ‘vrij’ werk. Dat laatste heeft haar voorkeur, uiteraard, maar je kunt er niet van leven. “Exposeren, dat kóst alleen maar geld.” Daar staat tegenover dat je nergens zoveel van jezelf kunt laten zien.
Maar, eerlijk is eerlijk, reportages maken in opdracht vindt ze ook heerlijk. “Dat kan erg spannend zijn. Je krijgt een naam en een adres, en dan hup, erop af. Gelukkig krijg ik ook van opdrachtgevers de vrijheid om veel van mezelf in zo’n klus stoppen.”
In haar vrije werk is er geen genre dat echt haar voorliefde heeft. Haar foto’s laten veel natuur zien, maar ook veel stadstaferelen. Ze bladert door haar portfolio en laat de beelden zien die ze vorig jaar maakte in Sjanghai. Ze maakten deel uit van de expositie China Contemporary en staan in de Ando bureauagenda 2007.
In hetzelfde boekwerk staan ook portretten. Van hippe Chinese meisjes. En van verweerde plattelandshoofden met stoere kaaklijnen en priemende ogen. Vaak zijn het familieleden. Eussen groeide op in de Zuid-Limburgse heuvels waar haar vader fruitteler is.
Die afwisseling in genres bevalt haar, het is het verhaal van haar leven. Van het platteland naar de stad en terug, van Ransdaal via Utrecht en Breda naar Heerlen, waar ze nu woont. In de stad, jazeker, met het landelijke Ransdaal op fietsafstand.
Is die ‘verkniptheid’ een handicap? Eussen: “Voor mij niet, maar voor sommige opdrachtgevers wel. Ze halen graag specialisten in huis. Dat ben ik ook, zij het dat ik me op meer genres richt. De meeste opdrachten die ik krijg, zijn portretten, en mensen in hun dagelijkse omgeving. Vaak voor woningverenigingen en zo.”
Eussen heeft weinig op met wat zijn ‘supergelikte foto’s’ noemt. Zeker in het vrije werk is techniek niet haar ding, haarscherpe foto’s maken ook niet. Ze heeft wel een technische camera in huis, maar gebruikt hem zelden. Net als de Hasselblad, die ze vanwege de optimale diepte/scherpte werking bij portretten wel eens uit de kast haalt. “Maar verder vind ik het te onpraktisch. Het instellen van zo’n camera duurt me te lang. Ik wil snel kunnen reageren op wat ik zie”. In Berlijn fotografeerde ze jongeren die, hangend uit hotelramen, met elkaar flirten. De foto’s ervan lijken half mislukte snapshots. Het tegendeel is het geval. “Het gaat me om het beeld, niet om de scherpte.” Het liefst werkt ze met een digitale kleinbeeld spiegelreflex.“ Een Canon, om precies te zijn. Type? “Pffff, ik kan het nooit onthouden.”
Zoals zoveel collega’s begon ze pas tijdens haar academietijd serieus te fotograferen. “Ik tekende heel veel, daarna ging ik collages maken van eigen foto’s. In het tweede jaar heb ik definitief voor fotografie gekozen.”Ze herinnert zich een reeks portretten die ze toen maakte in een Bredaas zwembad. “Geflitste close ups van kinderen die tegen de zon inkijken, met hele harde schaduwen. Niet zo esthetisch, maar het waren aparte foto’s. Eigenlijk zou ik ze op mijn site moeten zetten.” Dan, na een kleine pauze: “Ik weet trouwens niet of ik dat nu nog zou durven: mensen in een zwembad vragen om te poseren…”
Vroeger ongericht, tegenwoordig gericht: voor Eussen is fotograferen een manier om contact te leggen me de buitenwereld. Bij onvoorziene ontmoetingen en de verwondering die daar mee gepaard gaat, voelt ze zich op haar best. Het poëtische zit hem vaak in het onverwachte. “Ik wil ruimte laten voor de raadsels uit de wereld die je krijgt aangereikt; het aanwezige vastleggen en kijken wat het kan zijn. Sommige onderwerpen kies ik zorgvuldig uit, andere komen zo het beeld binnenwandelen.”
Bij het samenstellen van fotoreeksen en exposities gaat ze vooral intuïtief te werk. “Dat is nooit een van tevoren uitgestippeld traject. Beelden en reeksen krijgen een eigen logica, zoals ook in ons geheugen tijden en ervaringen naast en door elkaar bestaan, zonder chronologie. Door de rangschikking ervan probeer ik onderlinge verbanden te vinden en daarmee tot een eigen ordening van de werkelijkheid te komen.”