Het genre van de ansichtkaart is op sterven na dood. Niemand treurt erom. Op vakantie scheelt het een hoop bekommernis. Adressen! Postzegels! Boodschappen voor thuis!
De groeten waren van te moeten. Zelfs toen het genre wel nog werd beoefend. Zelden stond er wat zinnigs op het kaartje. Je moest al een geestige nicht hebben! Of een kennis met inspiratie. Wist Luc veel wat hij moest schrijven. Even die ballpoint uitproberen op het papieren zakje. ‘Doet gij het maar, Liliane! Mijn geschrift trekt op niks.’
Mooie streek en zonnig weder. Liliane. Luc.
Vele zonnige groeten! Lutgarde en Jean.
Waar de pijl staat, daar ligt ons appartement. Theo en Willy.
Alles O.K. Zeer warm. ± 40°. Erik.
UrlaubsgrüBe vom Faakerzee. De familie Ronsmans.
(Zonder iets) Ma. (Op de voorkant van de kaart ook niks te zien, behalve de vergeelde bocht in een rivier en enige doorhangende tentzeilen.)
Aan de gezegende Grot heb ik voor U gebeden. Pelagie.
Ik ben gelukkig al genezen! Pelagie. (Opnieuw in Lourdes.)
De berichten zijn zo vederlicht dat ik ze niet verzonnen krijg. Het is waarom ik graag ansichtkaarten red van de papierslag. Hoe zou ik ooit een schoenendoos vol met groetjes kunnen laten staan! Het huis stond te koop. De doos stond op het trottoir. De souvenirs van pa en ma waren klaar voor de versnipperaar.
‘Waar de pijl staat, daar ligt ons appartement’. Theo en Willy
Bent u al een keer bij een handelaar in oud papier geweest? Die telt per kubieke meter, houdt geen rekening met de herinnering. Overal lagen snippers, stukjes uit het abc, bedoelingen, bedreigingen, bezweringen. En ik maar treuzelen in die hangaar. Heftrucks piepten, staken hun messen vooruit in de totale verwarring. Ik kon het niet verdragen, het moedwillige vergeten, de totale vrijheid. Ik probeerde alles nog één keer te lezen, een naam of een halve zin. Het had geen zin.
Maar in de voortuin van de familie Ponsaerts sloeg ik toe, vóór de mannen met de stalen muil. Onverwachte rover was ik, met een schoenendoos onder de arm. De familie Ponsaerts kreeg kaartjes uit Calpe, Alicante, Albenga en Madrid. Er was een mejuffrouw Ponsaerts, een kampioen Ponsaerts. Iemand schreef Ponsaars. Nog iemand maakte er Ponskaart van.
Veel liefs van Lisette.
Groeten van Jos en Bony.
Alles opperbest. Christiane.
De lustige kampeerders, M. en J. + R.

Ansichtkaarten van de familie Ponsaerts
En dan zijn er nog de gestempelde leuzen van de post.
VERMELD DE POSTNUMMERS.
ZO GEZOND ALS EEN VIS MET ZEEVIS.
1964. OOSTENDE “1000” JUBILEUMFEESTEN.
BRIEVEN MET GELD STEEDS LATEN AANTEKENEN.
Het gaat over niks en ineens is alles voorbij. Zeker voor de familie Ponsaerts. De kinderen verkopen het huis. De kasten moeten leeg. Zo benaderen ansichtkaarten in een schoenendoos het zwaartepunt van het bestaan. Er blijft maar één lezer meer over en dat ben ik. Ongevraagd en onbeleefd, ook nog. En bij deze is ZOUT medeplichtig. Laat ons het failliet van de groetjes nog even uitstellen, of toch minstens die aan de familie Ponskaart.