Regen tegen ramen, schaapjes bij nevel, fietsers tegen de wind: de Amerikaanse crooner Gregory Page komt graag naar Nederland. Page is ook filmmaker en daarin betoont hij zich een echte sfeerman. Zijn muziek lijkt vooral de soundtrack bij de beelden in zijn hoofd. “Het is nooit te laat om de persoon te worden die je wilt zijn.”

Op de site van Gregory Page staan veel filmpjes. De crooner is namelijk ook filmmaker. Het zijn clips bij zijn nummers. Zwart-wit, uiteraard, want alles aan Page klinkt en oogt naar de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw. In zijn nieuwe single That’s You zien we achter Page – vlinderstrik om, haren glimmend naar achter – zijn band. Eveneens in pak. Hoed op. Bovenop de piano staat een schemerlamp.

Er staat ook een filmpje op van zijn tournee, eerder dit jaar, door Nederland, een van de landen waar hij het meest optreedt. Het is een volstrekt atypische tourfilm. Nergens zien we muzikanten die lollig tegen de camera doen of lamlendig wachten, we zien geen volle zalen, of lege, geen podium. Wat Page vastlegde van Nederland, was regen tegen ramen, schaapjes bij nevel, fietsers tegen de wind. Page is, kortom, de sfeerman. Hij lijkt te observeren in filmbeelden, en zijn muziek is de soundtrack daarbij.

De Amerikaan Gregory Page (1963) groeide op in Londen, omringd door muzikale familieleden. De band van zijn moeder opende zelfs twee keer voor de Beatles. Page was erbij, in Spanje, hij zat op de knie bij Paul McCartney terwijl de Beatles-leden samen naar een stierengevecht keken. Op het beslissende moment, toen de matador de stier doodde, bedekte McCartney Pages ogen. Zo wil het verhaal althans, en zelfs als het niet klopt, is het nog steeds mooi.

Op school was hij een zeer matig leerling, alleen muziek interesseerde hem echt. Zijn heldin was Billie Holiday. Toen hij in 1976 naar de Verenigde Staten verhuisde, begon hij met het schrijven van muziek, daarnaast werkte hij als taxichauffeur en kok. In de jaren negentig was hij de bassist van de bizarre band The Rugbuns, die onder meer het nummer Me And Eddie Vedder schreven, met de strofe: “I wanna die wasted / In a room with Eddie Vedder / We could both die together / But he’ll go first / Yeah Eddie’ll go first / ‘Cause he’s more famous /More famous than the Rugburns.”

Het uit niets dan ironie opgetrokken postpunk universum van die band stond mijlenver af van de ernst en toewijding waarmee Page zich nu al jaren stort op muziek die zo verstild, onthaast en vol details is, dat hij onmiddellijk zou bezwijken onder ook maar een fractie aan ironie. Alles aan zijn muziek en teksten ademt aandacht uit. Er zit geen greintje nonchalance in.

Page is een laatbloeier. Toen hij een tijd geleden te gast was in het tv-programma Kunststof, gaf hij dat ruiterlijk toe. Hij haalde de spreekwoordelijke “ old man” aan, die hem had voorgehouden: “Het is nooit te laat om de persoon te worden die je wilt zijn.”

En dat is hij nu. Op zijn laatste album My True Love verklaart hij de liefde aan de liefde zelf, omringd door zeer ervaren jazzmuzikanten. Het is het geluid van de zondagochtend, de muziek bij zijn eigen vaak geciteerde uitspraak “I love the smell of vinyl in the morning.”

Hij is populair in Europa – met name Nederland en Vlaanderen – en Australië, maar al produceerde Jason Mraz, een muzikant die in elke Amerikaanse Starbucks met regelmaat door de ruimte schalt, twee van zijn albums; in de VS moet hij zijn eerste optreden in New York nog aangeboden krijgen. Met gevoel voor zelfspot citeert hij op zijn site een ‘recensie’ uit het invloedrijke blad Rolling Stone: “Gregory Page, never heard of him.”

Het leverde in een muziektijdschrift laatst de observatie op dat hij beschikt over een schare “cult followers”. Getuige het feit dat alle cd’s die via zijn website worden verkocht door Page persoonlijk worden gesigneerd, is hij in materieel opzicht de tijden van taxidiensten nog niet ver voorbij. Hij wijdt er op zijn site een blog aan, die opmerking over zijn cultstatus bij zijn volgers, en illustreert dit met een hilarische foto van zichzelf als goeroe.

Net als de Britse rockband Marillion dat tegenwoordig doet, laat Page de opnamen van zijn albums voorfinancieren door zijn fans, die in ruil voor hun donatie een cd met persoonlijke dankbetuiging ontvangen. Deze vorm van crowdfunding is een van de vele manieren waarmee artiesten als Gregory Page, schitterende sterren van de periferie, het hoofd boven water houden. Klagende cultuurbazen in Nederland zouden er een voorbeeld aan kunnen nemen, het optimistisch enthousiasme dat mensen als Page tentoonspreiden, tijdens hun pogingen tegen de klippen op de wereld te veroveren – is het niet vanuit New York, dan wel vanuit Ottersum en Heerlen.

Op 6 oktober speelt Gregory Page in Roepean in Ottersum, op 7 oktober in Parkstad Limburg Theater in Heerlen.