Orkest, kamermuziek of voetbal: het is allemaal een kwestie van samenspel. Howard Shelley en Lars Vogt dirigeren deze herfst de philharmonie zuidnederland vanachter de vleugel. “Een heel goede training voor het orkest.” door Duncan Liefferink
Optreden als solist en tegelijk het orkest dirigeren?
“Ik zie geen nadelen”, zegt Howard Shelley.
“Ik zou haast geen concert weten waarbij het niet kan”, zegt Lars Vogt.
Howard Shelley doet het al jaren. In 1991 nam hij voor het eerst twee pianoconcerten van Mozart op waarbij hij zowel de rol van solist als die van dirigent vervulde. Tot op de dag van vandaag vormt de combinatie van soleren en dirigeren het leeuwendeel van zijn concertoptredens.
“Als solist in de meeste klassieke concerten heb je de eerste paar minuten niks te doen”, schrijft Shelley (Londen, 1950). Hij beantwoordt vragen liever per e-mail dan in een interview. “Ik wil de eerste noten graag zelf dirigeren. Vanaf dat moment zet je de toon en kun je het publiek mee het stuk in trekken. Het is zoiets als het magische ‘Er was eens…’ aan het begin van een sprookje.”
Zijn jongere collega Lars Vogt (Düren, 1970) valt hem bij: “Het gaat me er niet om de dirigent te ontlopen. Samenwerken met een goede dirigent kan heel inspirerend zijn.” Wat kan hij anders zeggen? Naast zijn carrière als pianist is Vogt sinds vorig jaar chefdirigent van de Royal Northern Sinfonia. Maar toch: “Als je alles zelf in de hand hebt, is het veel makkelijker om de grote muzikale lijn vast te houden.”
Spelen zonder dirigent vraagt meer van het orkest, maar een rondje langs een aantal orkestleden leert dat ze het in essentie met Shelley en Vogt eens zijn. “Tellen kunnen we zelf ook”, zegt paukenist en slagwerker Raymond Spons half grappend. “Het gaat om de grote lijn. Een solist met een duidelijke muzikale visie kan die lijn ook door zijn spel aangeven.” Een goed orkest speelt “met de oren”, zoals Howard Shelley het uitdrukt: “De musici moeten zich altijd in een fractie van een seconde aanpassen aan wat hun collega’s doen. Het volgen van een solo-instrument is niet meer dan een uitbreiding daarvan.”
Speciale eisen stelt het spelen zonder dirigent vooral aan de concertmeester en de aanvoerders van de verschillende instrumentgroepen. Een extra accentje, een beweging met de strijkstok of een oogopslag kunnen wonderen doen. Eerste cellist Gabriel Arias Luna: “Je kunt de dirigent niet vervangen. Dat hoeft ook niet. Als er geen dirigent is, vallen er kleine gaten. Die moet je opvullen. Dat kun je natuurlijk voorbereiden, maar het gebeurt vooral tijdens het spelen. En het is zeker niet alleen het werk van de aanvoerders. Alle oren van het orkest zijn belangrijk.”
Samen met de philharmonie zuidnederland speelt Howard Shelley eind september en begin oktober het kristalheldere Pianoconcert nr. 18 (KV 456) van Mozart. Shelley is lang niet de eerste die de rollen van solist en dirigent juist bij Mozart combineert. Andere grote pianisten – Murray Perahia, Daniel Barenboim, Christian Zacharias – deden hetzelfde. Mozarts concerten lenen zich daar volgens Shelley bijzonder goed voor, omdat ze geschreven zijn als kamermuziek, maar dan op een iets grotere schaal.
Kamermuziek. Het lijkt het toverwoord in dit verband. Iedereen noemt het. De gelijkwaardigheid, de intimiteit en het perfecte samenspel van het strijkkwartet of het pianotrio zijn het ideaal voor een orkest zonder dirigent. “Als er een dirigent is, dan heeft hij het gedaan als er iets fout gaat”, lacht eerste violist en concertmeester Lei Wang. “Maar als er geen dirigent is, zijn we zelf verantwoordelijk. Dat is een heel goede training voor het orkest.”
Ruim een maand na Howard Shelley treedt Lars Vogt aan bij het orkest. Hij speelt geen Mozart, maar het Tweede Pianoconcert van Brahms. Dat kun je nu niet direct kamermuziek noemen. Het stuk begint klein en overzichtelijk met een dialoog van hoorn en piano, maar na een paar minuten zit je in een symfonie, niet in een strijkkwartet. “En toch, als je goed luistert”, zegt Lars Vogt, “zit ook dit concert in elkaar als kamermuziek. Het is niet anders dan bijvoorbeeld het Pianokwintet van Brahms dat ik ook vaak heb gespeeld.”
“De grotere schaal maakt het misschien lastig om Brahms zonder dirigent te spelen”, zegt concertmeester Lei Wang. “Maar bedenk dat Mozart op een andere manier lastig is. Hij schrijft veel minder noten, maar die moeten wel allemaal goed zijn. Uiteindelijk gaat het om het samenspel. Het is net voetbal.”
Een Engelse Mozart door philharmonie zuidnederland met Howard Shelley als solist en dirigent. Pianoconcert nr. 18 van Mozart en symfonieën van Mozart en Haydn. Toernee van 29 september t/m 7 oktober 2016.
Lars Vogt brengt Brahms en Dvorák door philharmonie zuidnederland met Lars Vogt als solist en dirigent. Tweede Pianoconcert van Brahms en Vijfde Symfonie van Dvorák. Toernee van 3 t/m 6 november 2016. philharmoniezuidnederland.nl