In den beginne was er alleen de korte film. In 1896 choqueerde de 1-minuut film The Kiss het publiek met een kus van vijftien seconden. Dertig jaar geleden maakte de korte film als videoclip een comeback. Door YouTube, Vimeo en Upload Cinema zijn nu alle remmen los. Hoewel de korte film een online medium is geworden, zijn er ook festivals. Eerst in Oberhausen en Nijmegen, nu ook in Maastricht.

“De korte film is een fantastische eerste stap voor de beginnende filmmaker. Zo ben ik ook begonnen.” Aldus Roman Polanski op de website van het Duitse kortfilmfestival Oberhausen dat dit jaar z’n 59e (!) editie organiseert.

Onzin natuurlijk. Maar ook waarheid.

Waarheid omdat film nou eenmaal de duurste van alle kunsten is en elke jonge filmmaker obstakels moet overwinnen om een speelfilm te kunnen maken. Zonder hun videoclips hadden Spike Jonze en Michel Gondry nooit het geld voor Being John Malkovich en Eternal Sunshine of the Spotless Mind bij elkaar gekregen. Eerst zien, dan geloven is het adagium van geldschieters. Over wat qua lengte een volwaardige speelfilm is, wordt trouwens nog gesteggeld. Sommigen beweren elke film die langer is dan veertig minuten, zoals de filminstituten in Engeland en de VS. Anderen menen tachtig minuten of langer, zoals het Amerikaanse Screen Actors Guild. En dan zijn er nog degenen, zoals het Nederlandse Filmfonds, die een compromis vonden: zestig 60 minuten. Alles eronder heet kort.

Onzin (wat Polanski zegt) omdat hij een cliché herhaalt. Een korte film is helemaal niet per se een opstap naar een speelfilm. De korte film is een geheel eigen kunstvorm. Met eigen wetten en een eigen geschiedenis.

In den beginne waren er alleen korte films. Door technische beperkingen, maar ook omdat het tijd kostte voordat iemand bedacht dat je met film ook langere verhalen kon vertellen. Begin twintigste eeuw werden vooral Vaudeville-achtige sketches op film gezet, gefilmd met één camera. Kunstjes vaak, trucjes met dieren. Wat je nu nog steeds op YouTube tegenkomt.

Traditionele narratieve fictie – verhalen vertellen – is altijd het domein van de speelfilm geweest. Voor de korte film had men andere plannen. Nieuwsflitsen. Documentairebeelden. Zeker tot het eind van de Tweede Wereldoorlog, toen men in de bioscoop gezellig-optimistische uitzendingen te zien kreeg over de opmars van geallieerden of nazi’s, afhankelijk van waar je woonde. Die nieuwstraditie was tegen 1970 verdwenen.

Interessanter was dat kunstenaars er in de jaren twintig met het medium vandoor gingen. Niet alleen dankzij het oog dat Dali en Bunuel in Un Chien Andalou met een scheermesje doormidden sneden – onvergetelijk – maar het hielp wel. De tijden waren veranderd. Eerder in 1896 zorgde de 1-minuut film The Kiss met een kus van vijftien seconden voor gechoqueerde bioscoopbezoekers en geschreeuw om censuur. Hij kamt z’n snor en kust haar. Porno, vonden sommigen. Het was de best-bezochte bioscoopfilm van dat jaar.

Fastforward naar de jaren tachtig,  waar de korte film als videoclip op MTV ineens een miljoenenpubliek kreeg, de dan door  naar de periode 1995-nu. Want door internet, en zeker niet alleen door YouTube en het meer professionele Vimeo, hebben veel mensen ook als maker het medium ontdekt. Handig dat ook camera’s ondertussen voor veel meer mensen binnen bereik kwamen.

Wat maakt de korte film anders dan de speelfilm?

Daar zijn geen regels voor. Vanwege de lagere productiekosten biedt het meer ruimte voor experimenten en misschien dat het medium daarom zo populair is onder kunstenaars. Het is qua tijd ook makkelijker behapbaar voor ongeduldige museumbezoekers, al zijn er qua diezelfde tijd ook uitzonderingen. Zoals Christian Marclays The Clock, een montage van filmbeelden die synchroon aan realtime het verstrijken van de tijd op klokken en horloges laat zien, met (dus) een speellengte van 24 uur.

Korte films passen goed bij een ongeduldig tijdperk want de spanningsboog is veel korter. Daarom is een fenomeen als Upload Cinema zo populair, het programma met YouTubefilms dat in steeds meer bioscopen te zien is. Binnen een uur krijg je een stortvloed van beelden en ideeën op je afgevuurd en je bent ook nog eens goed op de hoogte van wat er zoal online te vinden is. Komisch eigenlijk dat de eerste bioscoopbezoekers min of meer hetzelfde deden, ter leering ende vermaeck een serie korte films bekijken.

Hoe gaat het verder met de korte film? Niet veel anders dan nu. Animatiestudio Pixar is de enige die de korte film voorafgaand aan de vertoning van hun speelfilms handhaafde, maar buiten dat en Upload Cinema zal deze kunstvorm geen rentree in de bioscoop maken. De korte film is een online medium geworden. Veel mensen ontdekten het ook als veredelde portfolio waarin je als regisseur of animator je kunsten aan een groot publiek kunt vertonen. Dat strookt dan wel weer met Polanski’s idee van de korte film als springplank. Toch is het een veel te beperkte opvatting. Nogal armoedig ook.

Want de grootste kracht van het medium ligt in z’n ruimte voor experiment. Het is een speeltuin. Wie op een festival een kortfilmprogramma ziet, zal verrast zijn door de afwisseling en de creativiteit. Een reeks ultrakorte films zoals op theoneminutes.org. is eigenlijk een soort ideeëninfuus. Dat levert een heel andere sensatie op dan speelfilms, waarin je personages leert kennen en minstens anderhalf uur in dezelfde sfeer blijft. Je gaat in de donkere zaal zitten, je kijkt en als de ene film niet bevalt, knipper je een keer met je ogen. Dan is de volgende film vast alweer begonnen.

Made in Europe / Go Short. Korte-filmfestival (satelliet van Nijmeegs festival), op 15 en 16 maart in Lumière Maastricht. www.goshort.nl

59ste International Short Film Festival Oberhausen. Van 2 t/m 7 mei. www.kurzfilmtage.de