Componist Lucas Wiegerink schreef een kinderopera over lichaamsgeluiden. ‘Ik ben opgegroeid met de prachtige muziek van Igor Stravinsky, maar ik ben ook gek op Harry Bannink.’
Voor muziektheaterkenners geldt componist Lucas Wiegerink (Amsterdam, 1985) als een van de grote beloften. Een toondichter met een melodische gave en een glasheldere communicatieve kracht. Eerder werkte hij al samen met de Nederlandse Reisopera en Theater Sonnevanck. Nu schrijft Wiegerink een kinderopera over -nota bene- lichaamsgeluiden in opdracht van Opera Zuid/De Nationale Opera.
Het zaadje werd geplant tijdens een bezoek aan de Art and Science Academy in Amsterdam. Wiegerink raakte in gesprek met een microbioloog. ‘Zij vertelde me dat zelfs de allerkleinste eencelligen geluid maken. Ons hele lichaam is één groot complex van leven en geluid. Dat idee liet me niet meer los.’ Toen Wiegerink in contact kwam met regisseur/schrijver Alma Terrasse bleken ze allebei te broeden op een kinderopera over lichaamsgeluiden. ‘Zo’n opera is heel geschikt voor kinderen. Het is prachtig als kinderen zich kunnen realiseren wat een bron van leven, samenwerking en strijd hun lichaam is.’
In Het Lijflied (6+) maakt de toeschouwer een klankreis door het lichaam van het verliefde meisje Ina. Operarollen zijn er naast Ina onder meer voor het kloppende hart, de pruttelende darmen en een wit-bloed-lichaampje dat als Ina’s reisgids dient. Om deze unieke klankwereld tot leven te brengen gebruikt Wiegerink een klassiek instrumentarium (klarinet, cello en slagwerk) en werkt hij samen met klankontwerper Roel Snellebrand. De vernuftige aankleding is van Lobke Houkes. ‘Op het toneel beland je samen met Ina in haar verliefde lichaam. Van het suizende bloed tot het kraken van de zenuwen, alles komt voorbij.’
Wiegerink leeft zich helemaal in. ‘De maag klinkt mechanisch, terwijl ik voor het hart negentiende-eeuwse, romantische operamuziek heb geschreven. Ondertussen gaat Ina op zoek naar een geluid dat ze wonderschoon vindt. Over de feestelijke slotscène verklap ik niet te veel. Want Ina moet ook nog uit het lichaam’, klinkt Wiegerink al vergenoegd.
Wiegerink schrijft in een aansprekende, melodische klanktaal. Hij leerde het vak bij Louis Andriessen, Martijn Padding en Willem Jeths. ‘Ik ben opgegroeid met de prachtige muziek van Igor Stravinsky, maar ik ben ook gek op Harry Bannink. Ik koester mijn vrijheid en schrijf waar ik me goed bij voel. Kinderen zijn heerlijk om voor te componeren. Ze zijn een onbeschreven blad en reageren direct en uit het hart. Dat verwacht ik straks ook.’
Het Lijflied. Opera Zuid. Van 23 september t/m 10 januari 2023. operazuid.nl
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.