Het Limburgs Symfonie Orkest en Het Brabants Orkest komen maar niet tot een fusieplan. Het LSO houdt vast aan twee orkesten met Maastricht en Eindhoven als standplaats. HBO wil naar één orkest dat vooral in Eindhoven repeteert. LSO-directeur Henri Broeren: “Dan ben ik weg.”

Een jaar geleden zei je in Zuiderlucht over een fusie met Het Brabants Orkest: “Ondenkbaar, onwenselijk en technisch onmogelijk.”

“Hahaha, geweldig, heerlijk.”

Je bent geen duimbreed geweken?

“Ondenkbaar is het niet. Een jaar geleden was er nog geen brief van de staatssecretaris…”

We voelden aan ons theewater welke kant het op zou gaan.

“In juni kwam de brief van de staatssecretaris dat hij in het zuiden nog maar één orkest wil en dat hij daar zes miljoen euro voor over heeft. De twee orkesten hebben nu 11,5 miljoen euro elk, dus dat betekent een halvering. Toen zijn we volop met acties begonnen.”

Onwenselijk, ondenkbaar.

“Ondenkbaar is het niet meer want er is geen geld voor twee orkesten in het zuiden. Technisch onmogelijk, ook hier de nuance: als een orkest fuseert duurt het minimaal drie jaar voordat je eenheid in een klank krijgt en vervolgens is het nog jaren opbouwen. Onze gedachte is: hoe kun je, zonder weg te gooien wat je hebt opgebouwd, een rol van belang spelen, je identiteit in de omgeving waarborgen en tegelijk kracht halen uit een partner? Het LSO mag niet verdwijnen, het heeft een historie die je alleen maar hoorbaar kunt maken door te spelen.”

Het publiek komt toch niet om naar de historie of identiteit te luisteren?

“Men gaat een avondje uit, maar een orkest is meer dan het spelen van symfonieën. Kijk eens wat we aan scholing doen, hoe we werken met jong talent, wat we in de omgeving presteren: in Margraten, buitenconcerten, al 59 jaar carnavalsconcerten, verwenzorgconcerten, peuterkleuterconcerten, samenwerking zoeken met koren en Opera Zuid. Als je je zou richten op één gefuseerd orkest, krijg je weliswaar een hoogstaand orkest maar dat geen enkele binding meer heeft met de eigen omgeving. Dan zing je je los van je eigen achtergrond.”

Betekent een fusie dan dat de carnavalsconcerten stoppen?

“Ligt eraan wat je onder fusie verstaat. Ik stel me daarbij voor: één organisatie met twee orkesten die samen in prachtige programma’s spelen. Dan kun je stukken laten horen die je anders nooit kunt laten horen. Zo krijg je voor minder geld meer voor elkaar. Nu huren we samen voor een miljoen euro aan extra-muzikanten in per jaar; daar kun je stevig op besparen. De vraag is niet hoe wij volgend jaar kunnen overleven, de vraag is of het symfonieorkest over twintig jaar nog bestaansrecht heeft. We moeten terug naar de mensen en spelen op plekken waar je normaal nooit speelt.”

Dat kunnen ze in Brabant toch ook verzinnen?

“We zitten in een precair proces. Beide orkesten zien voordeel in het samengaan in één organisatie. De enige tegenstelling die er is: Brabant wil één nieuw orkest, waarbij de eigen identiteit losser wordt gelaten. Wij zeggen: hou beide orkesten als klankgroepen overeind in een zover mogelijk afgeslankte vorm, zoek samenwerking en groei naar elkaar toe.”

Niet bang dat Zijlstra zegt: als jullie het niet oplossen, doe ík het wel?

“Zou kunnen, maar ik geloof het niet. De staatssecretaris laat zich adviseren door de Raad voor Cultuur…”

Tja.

“Die kan hij passeren, dat weet ik. Maar er is een nieuwe voorzitter die hij zelf heeft aangesteld. En ik mag hopen dat hij naar de raad luistert.”

Ligt er een positief advies dan?

“Geen idee. Dat komt half mei.”

Toen LSO en HBO niet met één plan naar buiten kwamen, dacht ik: Broeren heeft een troef in handen. Hij verlaat zich ergens op. Het CDA misschien. Iemand in Den Haag?

“Grappig. Nee. Ik heb maar één troefkaart: een sterk orkest, geworteld in de eigen omgeving. En dat laat ik niet los. Ik ben hier voor de muziek en om een orkest overeind te houden. Dat orkest kan ik tot op het bot uitkleden, maar verder kan niet want dan is het weg. Ik ga het orkest niet om zeep helpen. Ik baseer me op een motie van het CDA, aangenomen door de Kamer dat de huidige standplaatsen van de orkesten zeer belangrijk zijn.”

Speel je niet met vuur?

“Ja. Zeker. Luister, het HBO zit midden in regio zuid; het heeft een prachtige muziekzaal. Het heeft de grootste economische omgeving, de meeste inwoners. Maar wij doen het heel goed hier en ik laat me niet wegdrukken. Ik wil niet dat hier rigoureus de bijl wordt gehanteerd omwille van een geheel nieuw orkest. Het zou een enorm verlies zijn voor de Limburgse cultuur. Die rijkdom wordt daarboven niet gezien, ben ik bang.”

Je vindt het LSO belangrijk voor de provincie, maar het provinciehuis geeft niet thuis. PVV en VVD houden de hand op de knip.

“Dat betwijfel ik. Ik hoop dat ze het plan eerst eens goed lezen.”

Het gaat dus niet om inhoud maar om beeldvorming: LSO is klassieke muziek, dus elitair.

“Zo simpel ligt het niet, er wordt soms wat snel geroepen. Ik denk dat ze het LSO niet kwijt willen. Laat ik het anders zeggen: zie jij de provincie Limburg betalen aan een orkest in Brabant dat af en toe hier komt spelen? ”

Je bent optimistisch dat je er nog samen uitkomt.

“We hebben afgesproken dat we er samen uit komen. Alleen hebben we meer tijd nodig. Tot de zomer denk ik. Die extra tijd hebben we gevraagd aan de staatssecretaris.”

Één orkest is voor jou een breekpunt?

“Ja. Als het LSO opgaat in één nieuw orkest, standplaats Eindhoven, dan ben ik weg. Ik ben voor een organisch naar elkaar toegroeien.”

Zijn er ook mensen in je omgeving die zeggen: dit is zelfmoord?

“Ik speel open kaart en word door orkest, raad van toezicht, ondernemingsraad, artistieke commissie en staf volledig gesteund.”

Er zijn mensen die zeggen: ‘Hou op met dat gedoe, speel een mooie Mahler.’

“Dan laten ze maar een orkest uit Tsjechië komen.”

Of een orkest uit Brabant?

“Zo werkt het niet. Er zijn meer dan drieduizend mensen vriend van het LSO. Een van de grootste vriendenclubs van Nederland. Die maakt het wel iets uit naar wie ze luisteren.”

Op welke termijn moet je eruit komen?

“Het is een proces. Voor de zomer zouden we eruit moeten zijn. Het plan ligt er. Maar we moeten zover naar elkaar toegroeien dat we er allebei een handtekening onder zetten. 1 januari is de nieuwe situatie – welke dan ook – een feit.”

Waar haal je dat vertrouwen vandaan?

“We maken grote bewegingen in de richting van Brabant en komen van ver, zie mijn uitspraken van een jaar geleden. Brabant dacht: mooi, één orkest in het zuiden, dat zijn wij. Die schrokken zich rot toen bleek dat er samengewerkt moest worden en dat er een miljoen extra kwam voor die samenwerking. Ik weet hoe het werkt, heb daar zelf in het bestuur gezeten, ik weet hoe ze kijken naar Limburg. Zelf heb ik ook pas hier in Maastricht de waarde en de rol van het orkest in de samenleving leren kennen. Maar er is wederzijds respect. Dit kan echt lukken als we bereid zijn elkaar op te zoeken.”

Denken ze niet: die koppige Broeren loopt zelf wel tegen een muur aan?

“Dat zijn jouw gedachten. Dat moet je ze zelf maar gaan vragen. De sfeer is goed, de opvattingen verschillen, en toch proberen we er samen uit te komen.”