Charles Esche, directeur van het Van Abbemuseum in Eindhoven, en Stijn Huijts, directeur van het Bonnefantenmuseum Maastricht, denken in deze wisselcolumn schrijvend na over beeldende kunsten.

De Gouden Leeuw van de Biënnale van Venetië werd dit jaar gewonnen door een opera. Het Litouwse paviljoen was technisch gezien een theatervoorstelling, geschikt gemaakt om te functioneren als kunstwerk. Twintig lichamen, acteurs, liggen op een strand en zingen over de druk, drukte en toevallige plezierigheden van het hedendaagse leven.

Twee jaar geleden werd de Gouden Leeuw gewonnen door een andere set lichamen, toentertijd van het Duitse paviljoen. Dat in korte tijd tweemaal een kunstinstallatie in de prijzen valt waarin het menselijke lichaam centraal staat, geeft aanleiding tot reflectie. Ondanks de overvloed van beelden en de voordelen van technologie, van Artificial Intelligence tot Tinder, lijkt het erop dat het menselijke gebaar, de menselijke aanraking nog steeds relevant is.

Moet dit gevierd worden? Dat, tenminste voor de kunstwereld, het menselijke ras (nog) niet overbodig is geworden? Gedeeltelijk ja, zou ik daarop willen antwoorden – maar het hangt ook af van de onderliggende gedachtes. De aantrekkingskracht van het lichaam zou een herbevestiging kunnen zijn van gemeenschapszin, een gevolg van de eindeloze zoektocht naar gezelschap. Het zou ook een manier kunnen zijn om lichaam en geest op een meer holistische wijze met elkaar te verbinden. Maar het zou ook kunnen wijzen op een verontrustende simplificatie van de menselijke relatie tot de wereld. Het natuurlijke lichaam op een voetstuk plaatsen kan een manier zijn om meer complexe interactie met ideeën, verhalen en ambivalentie te vermijden.

Dit laatste kwam naar voren in de groepstentoonstelling. Een van de indrukken waarmee ik wegliep, was een vernieuwde focus op het menselijk lichaam in fotografie en schilderkunst. Het merendeel van de afgebeelde lichamen was bruin of zwart, er waren nauwelijks blanken of mensen van Aziatische herkomst te zien. Is hier een boodschap in te lezen? Zou het – gechargeerd gezien – als een vernieuwd soort koloniale fascinatie met het lichaam van anderen gezien kunnen worden? Een verdeling tussen zwarte lichamen en blanke gedachten? Mijns inziens moet er dan nog veel veranderen.

Zelf twijfel ik over de juiste interpretatie. Er waren ook andere trends in Venetië te bespeuren: slechte sculpturen, goede video’s over de impact van technologie. Maar de mode in de kunstwereld van vandaag om op zoek te gaan naar dekoloniale ideeën, naar manieren om de niet-Europese wereld te representeren, komt met een waarschuwing. Luisteren naar kennis van voorbij het Westen en daarmee het Westers denken hervormen, is cruciaal. Bovenal – wij mensen moeten samenwerken aan een betere relatie met de non-menselijke wereld en de planeet om te kunnen overleven. De (juiste) weergave van lichamen is een stap in de goede richting, maar het is één stap in een langere reis.


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.