Van de nood een deugd maken is een eigenschap die altijd al sterk ontwikkeld was in de culturele wereld. Budgetten zijn vaak onzeker tot het laatste moment (of erna…), mensen zijn niet altijd inzetbaar en accommodaties moeten steeds opnieuw worden aangepast aan veranderende omstandigheden. Nu het bestaande cultuurbestel op de schop gaat, zal de noodzaak van flexibiliteit en out of the box denken alleen maar toenemen.

Blijft in die centrifuge van onzekerheden, scherpe tegenstellingen en voldongen feiten het museum als baken van zekerheid nog wel overeind. Zal dit 19e eeuws concept dat zoveel stormen heeft doorstaan, ook nu weer overleven? En als dat zo is, hebben we het dan allemaal over hetzelfde, over een “permanente instelling zonder winstbejag, ten dienste van de gemeenschap en van haar ontwikkeling, toegankelijk voor het publiek, die de materiële en immateriële getuigenissen van de mens en zijn omgeving verzamelt, bewaart, onderzoekt en tentoonstelt en hierover informatie verstrekt voor studie, educatie en recreatie”?

Volgens het beleid van staatssecretaris Zijlstra van Cultuur voldoet in deze definitie van de Internationale Museumraad (ICOM) in elke geval het onderdeel ‘zonder winstbejag’ niet meer, nu hij per jaar meer eigen inkomsten eist van kunstinstellingen. En als ze zich meer moeten gaan richten op eigen inkomsten en dus meer bezoekers, wordt dan de programmering vanzelfsprekend minder gericht op experiment en vernieuwing en daardoor platter en conservatiever? Of is dat een Pavlov-reactie?

Los van deze door de politiek-maatschappelijke actualiteit aangewakkerde discussie wordt er al langer nagedacht over de toekomst van het museum, onder de roepnaam ‘Het museum van de 21e eeuw’. Na een tweejarig programma en een symposium van het Eindhovense Van Abbemuseum hierover doet ook Out of Storage een duit in het zakje. Het depot (‘storage’) in de titel is daarbij een metafoor voor de vraag wat er nog te verzamelen valt nu het unieke kunstwerk plaats heeft moeten maken voor hybride installaties, digitale uitwisselingsvormen en nieuwe media. Is het onderscheid tussen museum en depot nog vol te houden? Is de kunstgeschiedenis nog wel een valide basis om naar kunst te kijken? Mag het misschien een onsje minder met de positie van de curator, als zelfbenoemde God in zijn eigen universum? Hoe vreemd is het dat een museum dat verantwoordelijk wordt gemaakt voor zijn eigen inkomsten een werk uit zijn collectie verkoopt om zijn economische positie te versterken? Hoe nodig is het klassieke museum als gebouw nog als collecties elders een ‘tijdelijk verblijf’ vinden, zoals hier in de Timmerfabriek, en dan ook nog eens beter uit de verf komen? Et cetera. Et cetera.

Meer, veel meer dan een bloemlezing uit een bestaande collectie is Out of Storage een discussiemodel waarin bovenstaande vragen, en tal van andere, aan bod komen. Er is geen thema, geen chronologie, geen hiërarchie – nou ja, in veel mindere mate dan gebruikelijk. En een statisch geheel, zoals veel exposities die vier maanden dezelfde aanblik bieden, is het ook al niet. Er zijn eetbijeenkomsten, debatten, films, lezingen, in allerlei soorten en maten, en de presentatie ven kunstwerken wisselt met enige regelmaat. ‘You can go your own way’, is dat niet wat de 21e eeuwse mens bij uitstek wil: zijn eigen weg zoeken en zonder voortdurend gepatroniseerd te worden? Nou dan.

Tussen dat scala van genres en perspectieven meen ik uit de spanten van de na een kommervol bestaan weer opgeleefde Timmerfabriek enkele stille verzuchtingen op te vangen van initiatiefnemer Guus Beumer, die als directeur van Marres op nogal wat Maastrichts onbegrip mag rekenen over zijn programmering. “Beste mensen, we zíjn geen kunsthal!”, is zo’n geluidsflard. En: “Marres heeft een andere ambitie dan het zoveelste eventbureau van de stad te zijn.” Wie daar sinds Beumers aantreden in 2006 nog niet achter was, of zich die kennis via de site (‘Marres initieert tentoonstellingen, lezingen, onderzoeken, publicaties en projecten, veelal met een cultuurfilosofische achtergrond en een specifieke interesse voor het vraagstuk van de actualiteit’) eigen had gemaakt, heeft na Out of Storage vast wèl een idee.