Wie, zoals ik, katholiek is opgevoed weet zich gehersenspoeld door de Apocalyps. Zet me voor een fresco over de Laatste Dag, en ik ben verkocht, al heb ik het tien keer eerder gezien. In zo’n oudtestamentische oersoep trekt alles voorbij wat me ooit is ingeprent over hel en verdoemenis versus verlossing en hemelse vrede. Van geitenpaadjes is geen sprake, daar aan de poorten van de hel.

Een halve eeuw geleden kreeg die profetische mythologie een wereldse jas aangemeten. Als we zo doorgaan zal de uitputting van de aarde desastreus uitpakken, schreef de Club van Rome in 1972 in het rapport Grenzen aan de groei; er had net zo goed Weg met het kapitalisme! kunnen staan. Probleempje: ongebreidelde groei is de brandstof van het kapitalisme; met een groeibegrenzer valt de motor stil. De naoorlogse generatie had trouwens weinig trek om zich de met bloed, zweet en tranen verworven welvaart af te laten nemen. 

Deze week werd bekend dat de ijskappen van de westelijke Zuidpool zullen blijven smelten, welke antibroeikas-maatregelen er nog zullen worden genomen. De scenario’s voor de stijging van de zeespiegel in Nederland, tot 124 centimeter, zijn aan de optimistische kant, meldt glacioloog Peter Kuipers Munneke aan de vooravond van de Nationale Klimaatweek

De anti-groeiactivist Willem Hoogendijk (1932-2023) heeft het niet meer meegemaakt. Hij overleed begin september. In november 1991 interviewde ik Hoogendijk in het kantoor van de Stichting Milieueducatie in Utrecht. Aanleiding was zijn boek The Economic Revolution, volgens sommigen belangrijker dan het rapport van de Club van Rome omdat Hoogendijk niet alleen de gevolgen, maar ook de oorzaken van de groeidwang in kaart bracht. Niet de behoefte van de markt is de aanjager van de economie, maar (het maken van) geld. 

Met geld als aanjager draait de economie op groei. Een bedrijf zonder groei is ten dode opgeschreven. De financier draait de geldkraan dicht, de deuren gaan dicht, het personeel kan naar huis. Ook de consument, die op school leert dat de behoeften van de mens oneindig groot zijn, is verslaafd aan groei. 

‘De verspilling van energie, de aantasting van het milieu, ze worden niet in rekening gebracht. We zijn op weg naar de afgrond’, zei Willem Hoogendijk op 30 november 1991 in het krakkemikkige SME-gebouw in Utrecht. Het was twee jaar na de Val van de Muur, de historische ommezwaai die drie jaar later werd geduid als het einde van de geschiedenis. Het communisme was verslagen, ideologische tegenstellingen waren gesmoord, in een tijdperk van permanente vrede kon het kapitalisme zijn onbeteugelde gang gaan. Tot ook die droom teloorging; op 11 september 2001 keerde de geschiedenis terug van nooit weggeweest. 

Inmiddels legt de wrok van het communisme een zwarte schaduw over Europa, en heeft het beteugelen van de op hol geslagen economie de hoogste prioriteit. Na twee jaar van opeenvolgende renteverhogingen is de tijd van het gratis geld voorbij, en daarmee ook de torenhoge investeringen in technologie, waar dit jaar al bijna een kwart miljoen banen verdwenen. Toch blijft de hype-cyclus van nieuwe vindingen doordraaien, constateert onderzoeker en trendwatcher Sarah Housley deze week in architectuurtijdschrift Dezeen, waardoor slecht uitgewerkte ideeën toch op de markt worden gebracht. Zakenblad Insider publiceerde afgelopen mei een in memoriam van Metaverse, het paradepaardje van Marc Zuckerberg, ‘de jongste modegril die wordt bijgezet op de tech-begraafplaats’.  

Volgens Housley dreigt voor AI, die andere hype uit Silicon Valley, hetzelfde. De bubbel is leeg, het geld is op, er zijn geen start-ups om de ideeën te verzilveren. Ook de consumenten lijken er even klaar mee. Volgens een onderzoek van Deloitte raken ze steeds minder opgewonden van de zich herhalende introducties van ultradure speeltjes die geen haar beter zijn dan hun voorganger.

Sarah Housley heeft het over de noodzaak tot versobering. Dat is nog niet de krimp die Willem Hoogendijk voorstond, maar toch zeker een afwijkende toon in het evangelie van de groei.