Museum van Bommel van Dam in Venlo toont deze zomer na twintig jaar weer een solotentoonstelling van André Dieteren. “Ik wil niet makkelijk zijn. Dat mag je zien als mijn commentaar op de oppervlakkigheid.”

Het procesbeheer van een dwarskop

Er is wel over gesproken. Of de nakende expositie niet meteen een overzicht had moeten geven van zijn hele oeuvre. Niet dus. “Ik heb geen zin om dat nu al te documenteren en af te sluiten met een groot dik boek. Ik heb bewust gekozen voor een presentatie van werk uit de afgelopen twaalf jaar.” André Dieteren zegt nog een jaar of twintig schilderen voor de boeg te hebben.

“Ik zou nooit midden in een dorp kunnen wonen”, beweert de schilder. Een dorp, stel je voor, dat zou veel te veel drukte geven en de aandacht afleiden van zijn schilderkunst.
Sinds 1969 woont en werkt hij op kasteel Terborg in Schinnen. Natuurlijk is zijn afgelegen honk van invloed op zijn werk. De uitgestrekte luchten, het golvend landschap, het organische vind je terug in zijn doeken, al worden die geobjectiveerd en gesublimeerd in abstracte vormen. Niemand kijkt hem hier op de vingers, zelfs zijn echtgenote niet die een vertrek naast hem atelier houdt.
Het is lang geleden dat André Dieteren (Schinnen, 1943) voor het laatst exposeerde in Museum van Bommel van Dam. Überhaupt is het al een jaar of zes geleden, enkele kleine groepstentoonstellingen daargelaten, dat hij (in Antwerpen) iets liet zien van zijn werk. Het is het wachten waard geweest, dat zal blijken. Zijn werk is divers en grillig, het begon bijna abstract, ontwikkelde vervolgens naar een streng en fel realisme en zocht een weg terug naar de abstractie zonder daar ooit helemaal aan te komen. Dieteren heeft de neiging complexe dingen te maken, met dikwijls een expressieve geladenheid, maar maakt evengoed werken die een zeer afgewogen en objectieve rust uitstralen.
Een regelrecht gevolg van zijn zoekende geest en zijn dwarse karakter. De schilder heeft een broertje dood aan collega’s die “hun eigen kunstje blijven herhalen”. Zijn eigenzinnige geldingsdrang lijkt genetisch bepaald. Zijn broer Arno doet het in de experimentele klassiek moderne muziek, zijn neef Guido doet het als violist in de populaire muziek. ,,Je mag best vragen of het zinvol is om een leven lang te schilderen”, zegt hij. Hij antwoordt met retoriek. “Heeft het zin gehad dat Mahler die vreemde complexe stukken componeerde?”
Dieteren is een denker, een controleur, een procesbewaker. Zijn doeken schildert hij nogal eens plat op de grond, zodat hij de vloeiende acrylverf beter kan beheersen. De dripping laat hij slechts toe als het beeldend nodig is. Niet dat hij schilderkunstige vormen die toevallig ontstaan helemaal uitbant. Maar alles wat zogenaamd zeker is, stelt hij ter discussie en bevraagt hij. ,,In principe neem ik kennis van theorieën en stromingen maar bepaal altijd mijn eigen standpunt en maak keuzes die nogal eens haaks staan op de gangbare modes in de kunst. Ingebakken dwarsheid zit besloten in mijn karakter. Ik wil niet makkelijk zijn. Dat mag je zien als mijn commentaar op de oppervlakkigheid.”
Zo mogelijk elke gedachte, elke streek, elke overweging analyseert hij zo exact mogelijk en noteert hij als een klerk in buitengewoon interessante schilderdagboeken die inzicht verschaffen in zijn werk. Lees mee:

16 juli ’04. Naar diverse keren de achtergrond in transparante lagen overgeschilderd te hebben, komt een toon van groen-grijs te voorschijn die denkelijk gaat voldoen. Naast de strenge hoekigheid en de richting die dit deel aan het totaal geeft, zet ik rechts aan de randen organische-natuurlijke vormen.
Ik overweeg of de lijn/plooivormen in het wittige gedeelte niet eenvoudiger moeten, maar het kan zo saaier worden!
20 juli ’04. De verregaande vereenvoudiging van het geheel maakt dat het beeld steeds sterker wordt.
De stijgende beweging die als beeldend gegeven geïnspireerd is door vroeg- gotische fresco’s en houtsneden wordt hier op een hedendaagse manier verwerkt.

Dieteren wil zo meer inzicht krijgen in de formele totstandkoming van zijn eigen schilderkunst. Zelfs het toeval tracht hij te beredeneren. ,,Ik heb de neiging om heel theoretisch te vertrekken. Maar door toeval verkrijg je impulsen die je in een heel andere richting duwen.” Neemt niet weg dat zijn fascinatie voor de gotiek in doeken van de laatste jaren een prominente plaats heeft gekregen. Hij citeert vormen uit de gotiek die hij vaak in kleurvelden tegenover geabstraheerde beelden van mensen of het landschap plaatst. Deze monumentale doeken voorziet hij van speelse titels als Nieuwe Groteske, Het luidt, Een vals duet. Of wat dacht u van Groeten uit de Gotiek?
Met de beste wensen van André Dieteren, uiteraard.

André Dieteren, Het dwarse zoeken. Van 13 juni t/m 7 oktober in Museum van Bommel van Dam in Venlo. www.vanbommelvandam.nl

André Dieteren, Tijdens de rit. 2007. Foto Etienne C.L. van Sloun