Philippe Thuriot speelt de Goldbergvariaties van Bach. Op accordeon. “Onbegrijpelijk dat dit uit één geest is neergepoteld!”

Johann Sebastian Bach schreef de Goldbergvariaties rond 1740. Volgens de overlevering deed hij dat in opdracht van graaf Hermann Carl von Keyserlingk, die het stuk tijdens slapeloze nachten aan zich liet voorspelen door zijn hofclavecinist Johann Gottlieb Goldberg. Luister naar die milde, enigszins gedragen melodie waarmee het stuk begint en je gelooft het verhaal meteen.

Toch denken de geleerden er tegenwoordig anders over. De titelpagina van de eerste uitgave uit 1741 verwijst op geen enkele manier naar een opdrachtgever. Er staat alleen dat de reeks van dertig variaties gecomponeerd is ‘voor de liefhebbers tot vreugde van hun gemoed’. Wat een understatement! Op basis van dat eenvoudige thema ontrolt zich één van de meest ingenieuze en fantasierijke variatiereeksen uit de muziekgeschiedenis. Vrolijkheid, diepe melancholie, jazzy dansritmes en bovenaardse verstilling wisselen elkaar in duizelingwekkend tempo af. Het ligt het meest voor de hand dat Bach de cyclus op eigen initiatief heeft gecomponeerd en bij een latere gelegenheid een exemplaar aan Von Keyserlingk heeft geschonken. Denkbaar dat de graaf er alsnog door in slaap viel. Die arme Goldberg waarschijnlijk niet. Die was na een uur lang topsport echt wel wakker.

Als Bachs Matthäuspassion het muzikale equivalent van de Nachtwacht is, dan zijn de Goldbergvariaties op zijn minst De Staalmeesters of Het Joodse Bruidje. Sinds jaar en dag behoren ze tot de canon van de klassieke muziek. Daarbij hoort een zweem van heiligheid. Veel liefhebbers zweren bij de uitvoering op authentiek klavecimbel. Voor hen is de intense versie op moderne piano door Glenn Gould al een gruwel. Om niet te spreken van de arrangementen die er van het stuk zijn gemaakt voor orgel, strijktrio, blazers en wat niet al.

En dan komt er een vent die de Goldbergvariaties op accordeon gaat spelen.

Die vent is Philippe Thuriot. Hij is niet de eerste de beste. Thuriot (Brussel, 1968) is een virtuoos en zeer veelzijdig accordeonist. In navolging van zijn leermeester Mogens Ellegaard speelt hij hedendaags-klassiek werk van componisten als Dirk d’Ase en Sofia Goebaidoelina, maar even gemakkelijk begeleidt hij de liedjes van Johan Verminnen en de chansons van Catherine Delasalle of speelt hij geïmproviseerde jazz.

Hoe bent u op het idee gekomen Bachs Goldbergvariaties te bewerken?

“In 2008 was ik op tournee met Les Ballets C de la B, de groep van Alain Platel. Op zo’n tournee heb je heel veel dode tijd. Die wilde ik op een zinvolle manier gebruiken. We speelden de voorstelling Pitié op muziek uit de Matthäuspassion. Bach zat toen in al mijn aderen. De keuze lag voor de hand.”

Maar waarom uitgerekend de Goldbergvariaties?

“Ik was een beetje uitgekeken op het Wohltemperierte Klavier.”

Het Wohltemperierte Klavier? Dat zijn 48 preludes en fuga’s van Bach, maar die zijn ook voor klavecimbel. Had u die al eerder bewerkt?

“Het Wohltemperierte Klavier is vast repertoire voor accordeonisten. Het wordt op alle conservatoria onderwezen. Je kunt het zo uit de partituur spelen. Prachtige muziek, maar het zijn allemaal korte stukjes. Ik was op zoek naar een groter, meer omvattend geheel. Zo kwam ik op de Goldbergvariaties. Het is de meest complexe variatiereeks die ooit is geschreven. Onbegrijpelijk dat dit uit één geest is neergepoteld!”

Ik begrijp het niet. Het Wohltemperierte Klavier kun je zo op accordeon spelen. Waarom moesten de Goldbergvariaties dan wel bewerkt worden?

“In de eerste plaats zijn de Goldbergvariaties tien keer moeilijker dan het Wohltemperierte Klavier. Bovendien zijn ze geschreven voor een klavecimbel met twee klavieren. Stemmen gaan voortdurend over van het ene op het andere klavier. Op een klavecimbel kun je dat doen door je handen te kruisen, maar op een accordeon is dat natuurlijk niet mogelijk. Daar moet je iets op verzinnen.”

Trucs?

Thuriot aarzelt: “Zo zou je het kunnen noemen. Maar ik speel wel alle noten, hoor! Strikt genomen is het een transcriptie, geen bewerking. Er zijn trouwens al eerder bewerkingen van gemaakt, maar die zijn nooit uitgegeven. Iedereen doet het op zijn eigen manier. Ik ook.”

Was u niet bang voor de barokpuristen die Bach alleen maar op klavecimbel willen horen?

“Nee, daar heb ik me niet mee beziggehouden. Ik heb wel coaching gehad van een barokspecialist. De accordeon is een vrij exuberant instrument. Om Bach erop te kunnen spelen, moet je het temmen. En de reacties zijn heel positief. Ik ben zelfs uitgenodigd om de Goldbergvariaties te spelen met Il Gardellino, een zeer gerenommeerd barokensemble.”

Is dit vooral leuk voor accordeonisten of voegt uw bewerking echt iets toe aan het stuk?

“Ik ben er zeker van dat het iets toevoegt! De accordeon is een toetsinstrument en een blaasinstrument tegelijk. En in tegenstelling tot een orgel kun je dynamische verschillen aanbrengen, harder en zachter spelen. Je moet dat bij Bach niet overdrijven, maar het geeft grote expressieve mogelijkheden.”

Mij viel op hoe transparant uw bewerking klinkt. Je kunt alle stemmen haarscherp volgen.

“Dank u! Maar wat je niet kunt met een accordeon – en dat frustreert me wel eens – is de ene stem harder spelen dan de andere. Op een klavecimbel kan dat trouwens ook niet. Het betekent dat je de muziek op een andere manier moet articuleren.”

U speelt heel veel verschillende muziek. Hoe maakt u keuzes?

Lachend: “U legt de vinger op een wonde. Ik heb nooit keuzes kunnen maken, daarom doe ik alles tegelijk! Het leuke is dat je zo in allerlei verschillende milieus komt. En ik denk dat de dingen elkaar ook positief beïnvloeden. Laatst zei iemand dat mijn versie van de Goldbergvariaties de lichtheid en speelsheid van de Franse musette heeft. Ik wil niet in hokjes denken. Voor mij is er alleen interessante en minder interessante muziek. Dat klinkt als een cliché, maar zo is het.”

Goldbergvariaties van Johann Sebastian Bach door Philippe Thuriot, accordeon. Op zondag 17 april om 11:00 in C-mine te Genk. Zie www.c-mine.be