Choreograaf en danser Jan Martens blikt met FUTUR PROCHE in de nabije toekomst. Daarin zet hij vraagtekens bij uniformiteit en gebaande paden. Ook heeft hij het klavecimbel van stal gehaald. ‘Nieuwe ontwikkelingen beginnen vrijwel altijd in de marge.’ 

‘We zijn niet goed voorbereid op de nabije toekomst’, zegt Jan Martens (1984, Beveren) over FUTUR PROCHE. De voorstelling ging vorig jaar in première tijdens het festival van Avignon en zorgde daar vijf avonden achtereen voor een bomvolle zaal. 

In zijn eerdere voorstelling any attempt will end in crushed bodies and shattered bones toonde Jan Martens al verzet tegen de manier waarop de wereld draait. ‘Die voorstelling ging over de noodzaak om te rebelleren, maar eindigde met een hoopvolle, bevrijdende dans. Dat idee was mogelijk te naïef. De realiteit is een pak donkerder. We moeten battles uitvechten waarvan we dachten dat we die achter de rug hadden, zoals abortus en genderkwesties, terwijl we afstevenen op een klimaatramp waar wij als enkelingen nauwelijks invloed op hebben. De vraag is of wij uit die woestijn geraken, of steeds opnieuw dezelfde fouten maken.’

Jan Martens: ‘Ik wil het klassieke dansrepertoire deconstrueren.’

Ook in FUTUR PROCHE, gemaakt voor de klassiek geschoolde dansers van Opera Ballet Vlaanderen, is verzet het hoofdthema. ‘Wat ik beoog is het doorbreken van uniformiteit. Een corps de ballet is gestoeld op virtuositeit, technisch vermogen en op uniformiteit. Iedereen heeft ongeveer dezelfde lengte en hetzelfde postuur. Ze dragen hetzelfde pak. De vraag is hoe je dat kunt omvormen. Ik werk met andere strategieën om met ballet en een voorstelling om te gaan. Ik wil het klassiek dansrepertoire deconstrueren en ombouwen. In een van de scènes beginnen de dansers met een groepsgewijs uitgevoerde plié. Die valt uit elkaar in andere manieren om die beweging uit te voeren. De dans beweegt van harmonie naar een apocalyptische wereld. Aan het slot komen de dansers samen in een ritme.’

Net als in crushed bodies wordt de muziek uitgevoerd op klavecimbel, bespeeld door Goska Isphording. ‘Het klavecimbel werd door de introductie van de piano gemarginaliseerd. Het is in de vorige eeuw als het ware heruitgevonden door musici als Elisabeth Chojnacka, Annelie de Man en Goska Isphording, specialisten in hedendaagse muziek. Centraal in de voorstelling staat een compositie die Eindhovenaar Janco Verduin voor haar schreef. Als instrument voor eigentijdse muziek is het klavecimbel de marge van de marge. Maar nieuwe ontwikkelingen beginnen vrijwel altijd in de marge. Van daaruit kunnen ze gaan groeien en opschuiven naar het centrum.’

FUTUR PROCHE van Jan Martens, door Opera Ballet Vlaanderen, met Goska Isphording, klavecimbel. Op 21 april in de Warande in Turnhout. warande.be


Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.