Toen ik rond de jaarwisseling in Berlijn was, hoorde ik in de lobby van mijn hotel Do They Know It’s Christmas van Band Aid. Het was niet de bekende versie uit 1984, maar een van de nieuwere, ik denk die uit 2014.
De tekst ervan is in de loop der jaren in toenemende mate bekritiseerd (vanwege Afrika als het continent ‘Where nothing ever grows / No rain or rivers flow’), maar nu pas hoorde ik dat er één zin uit het nummer was verdwenen, namelijk de ergste: ‘Well tonight thank God it’s them instead of you’, gezongen door Bono.
Misschien omdat U2 een band is die ik associeer met Berlijn (net als onder meer David Bowie en Iggy Pop), misschien omdat ik momenteel in een theatershow mijn overleden vriend Erik van Bruggen eer, en daarin ook zijn onvoorwaardelijke liefde voor U2 langskomt, maar ik had in Berlijn een U2-revival.
U2 is een band waarvoor ik met sommige mensen een liefde deel, maar die ook hartstochtelijk wordt gehaat. Ik heb nooit precies begrepen waarom. Ik hoorde wel steeds de argumenten (Bono is een predikant, de band is niet rock ’n roll genoeg, de nummers zijn te gezwollen), maar overtuigend vond ik ze nooit. In een boekhandel in Berlijn (een van de vele, alleen daarom is het al mijn lievelingsstad) kocht ik Bono’s zojuist verschenen autobiografe Surrender, geschreven aan de hand van veertig van zijn nummers en teksten.
Ik weet niet of het Bono’s bedoeling was (misschien ook wel, aan zelfspot heeft hij geen gebrek, en hij spaart zichzelf ook niet wanneer hij terugblikt op de bekritiseerde samenwerking met Apple waardoor in 2014 500 miljoen mensen ongevraagd het nieuwe U2-album in hun bibliotheek terugvonden), maar hij legt zelf beter dan wie ook uit waarom zoveel mensen niets met zijn band hebben. En ik wel.
‘Als je leeft in je nummers, kun je maar beter zorgen dat er voldoende ruimte is’
Bono en zijn band zíjn het vleesgeworden grote gebaar. En hij weet precies waarom: ‘Grote drums, grote thema’s, grote emoties. Ik heb altijd gehouden van muziek die groots is. Nummers zijn mijn gebeden. Ze zijn ook de plek waarin ik leef, en als je leeft in je nummers, kun je maar beter zorgen dat er voldoende ruimte is. Het formaat van het nummer is belangrijk. Je emotionele leven moet er in passen.’
En nee, ze zijn níet de vleesgeworden pure rock ’n roll. Dat vindt Bono zelf ook: ‘De muziek van U2 is nooit echt rock ’n roll geweest. Onder de hedendaagse huid is het opera; grote muziek en grote emoties, ontgrendeld in de popmuziek van deze tijd. Geleid door een tenor die niet wil accepteren dat hij een bariton is. Een kleine man die gigantische nummers zingt.’
In zijn boek komt hij ook terug op die ene zin van Band Aid, die hij ‘de meest problematische van het hele nummer’ noemt. Hij herinnert zich zijn eerste reactie toen een van de twee schrijvers van het nummer, Bob Geldof, hem de tekst gaf: ‘Ik zing ieder regel, behalve deze’.