Omdat een naaste naar het buitenland ging, beschik ik deze zomer over een papieren krant. Het is wennen. Toen ik een jaar of tien geleden het ritselende papier verruilde voor het scherm, voelde het alsof ik opnieuw moest leren lezen; nu zit ik stilletjes te vloeken op uit het gareel glijdende pagina’s en gekreukte katernen die zich her en der in het huis hebben verschanst.
Er is nóg een verschijnsel dat zich terug heeft gemeld: het uitknippen van artikelen die op de stapel ‘bewaren’ belanden – en na een tijdje in een sigarenkistje in de onderste bureaula. Waar zich ook een kistje met memorabilia bevindt. Daarin zitten, bijvoorbeeld, de op zijn sterfbed geschreven laatste columns van Martin Bril. Hopelijk worden ze niet opgepeuzeld door de zilvervisjes; ik verbeeld me dat ze niet van de geur van sigaren houden.
Het zojuist uitgeknipte stukje gaat over de vogels die zijn verdwenen uit het landschap, en over de boeren die daar met hun monocultuur en hun chemicaliën grotendeels verantwoordelijk voor zijn. Ze kunnen niet anders, zeggen ze. Ze hebben schulden bij de bank, ze putten de grond uit om het hoofd boven water te houden.
Het zijn trouwens niet alleen de banken, ook de leveranciers van zaden, (kunst)mest en veevoer spelen het spel mee. Net als de supermarktketens met hun wurgcontracten.
45 miljard om door te kunnen gaan met vervuilen, 25 miljard om het vervuilen tegen te gaan.
En dan zijn er nog de consumenten, u en ik, omdat we er een sport van maken om alleen de laagste prijs te willen betalen, en geen cent meer. Om uiteindelijk, via fiscale omwegen, 25 miljard neer te tellen voor een stikstof-fonds om de gevolgen van deze waanzin te bestrijden.
(Ineens denk ik aan voor hun voortbestaan vechtende boerenbedrijfjes in Zuid-Europa. Aan de schapenboer op de heuvel die gestopt is met kaas maken, het leverde niks meer op; hij verkoopt de melk (en de meerwaarde) nu rechtstreeks aan de zuivelindustrie. Aan de akkerbouwers in het dal wier gewassen minder opbrengen dan voorheen omdat ze de omhooggeschoten prijs voor kunstmest niet meer kunnen betalen.)
Zo dirigeert de agro-industrie onze winkelwagens van prijspakker naar kiloknaller, en financiert snelwegcampagnes met slogans als Hier groeit jouw aardappelsalade. Die we dubbel betalen: eerst als subsidie, dan als prijspakker. Terwijl de aarde onder onze ogen afbrandt geniet de fossiele industrie jaarlijks 45 miljard aan subsidie en kortingen. Best veel voor een land waar bestuurders in elke derde zin de heilzame werking van de vrije markt prediken. Hoe heilzaam is een tuinbouwsector die drijft op overheidssubsidies en arbeidsmigranten?
Enfin. 45 miljard om door te kunnen gaan met vervuilen, 25 miljard om het vervuilen tegen te gaan. Daar krijgen Pieter en Frans en Dilan en weet ik wie er nog bij komen tijdens de kabinetsformatie nog de handjes aan vol.
Knipsels zal ik er niet meer aan spenderen. Over twee weken is mijn fröbeltijd voorbij en lees ik de krant weer van het scherm. Met een artikel waarin staat dat Henk Kamp wordt vervolgd.
WIDO SMEETS