Elke zomer is de voormalige abdij van Rolduc het hart van het Orlando Festival. De rest van het jaar houdt de organisatie kantoor in Amsterdam. Kritiek op die constructie wordt weggewuifd als provinciaal. Terecht?
Het unieke van het Orlando Festival is de mix van de verschillende niveaus van muzikanten die er spelen. Amateurs van uiteenlopende leeftijden krijgen les van gerenommeerde musici, ’s avonds luisteren zij naar concerten van hun docenten en er wordt vaak tot diep in de nacht samen gemusiceerd.
De rest van het jaar wordt de katholieke entourage van Rolduc, waar het bisdom Roermond vroeger zijn priesters opleidde, ingeruild voor calvinistisch georiënteerde contreien. Dan zetelt het Orlando Festival in Het Muziekgebouw aan ’t IJ te Amsterdam. Dat wringt. En dat het 25 jaar oude festival vorig jaar een jubileumconcert in Het Concertgebouw in Amsterdam gaf ligt nog steeds gevoelig. Speelt hier de aloude angst van de provincie, hoofdsubsidiënt van het festival, om talent aan de Randstad te verliezen? Of zit er een kern van waarheid in de opvatting dat Orlando maar zo moeizaam verankerd raakt in de regio omdat de instelling er amper zichtbaar is?
Kerkradenaar Lei Heijenrath, lid van de provinciale Adviescommissie Cultuurbeleid, is een frequent en tevreden bezoeker van het festival. Voor Heijenrath betekent verankering in Limburg onder meer samenwerken met verwante organisaties. Heijenrath: “Dat is een uitdrukkelijke wens van de commissie, die dan ook blij is met de samenwerking van het Orlando Festival met het Charles Hennen Concours, want ze verkondigen dezelfde boodschap.” Ook jongerenparticipatie draagt aan de verankering in de provincie bij, vindt Heijenrath: “De laatste jaren is het Orlando Festival ook daar in toenemende mate in geslaagd vanwege initiatieven op jongerengebied.”
Maar het jubileumconcert in Amsterdam kan ook bij Heijenrath op weinig bijval rekenen. “Uiteraard is het prijzenswaardig dat het Concertgebouw het Orlando Festival uitnodigde, maar wij zijn absoluut niet blij met zo’n pontificale hoogmis daar. Er is dan ook een stevig gesprek geweest.” En per saldo vindt Heijenrath kantoor houden in Amsterdam ook geen goed idee: “We zouden liever zien dat ook het organisatiehart van het Orlando Festival in Limburg gevestigd zou zijn.”
Geurt Grosfeld, lid van de commissie Muziek en Muziektheater van de Raad voor Cultuur, vindt de vestigingsplek van een kantoor daarentegen niet relevant: “Waar de technische organisatie wordt gedaan, maakt in principe niets uit. Maar het gezicht van het festival en de fysieke betrokkenheid, die kunnen nergens anders zijn dan op de festivalplek zelf.”
Grosfeld lijkt precies te weten waaraan een festival moet voldoen om in de omgeving verankerd te zijn. “Het is weliswaar een ander type evenement, maar neem Musica Sacra Maastricht. Dat is ondenkbaar buiten die locatie. Het is een groot evenement met een behoorlijke naam, maar het voldoet ook aan die andere voorwaarden voor verankering: een stevige inbedding in de lokale structuur, gedragen door verschillende overheden en een landelijke uitstraling, maar mét een plaatselijke basis. En voor het Orlando Festival is die plaatselijke basis er nauwelijks.” In een dergelijke situatie vindt Grosfeld een jubileumconcert in Amsterdam ook niet verstandig.
Het voordeel van Musica Sacra is dat de verankering in de stad deels het gevolg is van de kerkelijke traditie van Maastricht, en daardoor een stuk vanzelfsprekender.
Dat het Orlando Festival in Kerkrade is ‘geland’ komt letterlijk door het weer. Stefan Metz, oprichter en artistiek leider van het Orlando Festival: “Ik zocht destijds in Nederland een locatie voor mijn toekomstige kamermuziekfestival. Daarom heb ik het KNMI gevraagd waar de meeste zon schijnt. Dat bleek in Zuid-Limburg. Via via ben ik toen op Rolduc terechtgekomen.”
De kritiek op het concert in Amsterdam wuift Metz weg. “We kregen daar carte blanche voor een jubileumweekend. Dat betekent dat Het Concertgebouw ons niveau hoog genoeg vindt om een heel weekend lang de kleine zaal en het afsluitend concert in de grote zaal te programmeren. Dat vind ik een enorme eer en waardering voor het Orlando Festival uit Limburg!”
In Kerkrade was trouwens ook een jubileumprogramma. Metz: “Verlangen dat wij alleen maar in Kerkrade mogen vieren, terwijl het hoogste muziekforum van Nederland ons uitnodigt en dat dan als een verraad aan Limburg zien; dat vind ik provinciaal en beperkt denken.”
Metz voelt zich gesterkt door de houding bij de provincie, zijn belangrijkste financier. “Wij hebben een gesprek gehad met de provinciale adviescommissie cultuurbeleid. Daar was men zeer tevreden over de Amsterdamse promotie van het festival.”
Het Orlando Festival vindt van 8 tot en met 22 juli plaats in Rolduc, Theater Kerkrade en Theater aan het Vrijthof. Artiesten zijn onder meer Ad Libitum Kwartet, Rubens Kwartet, Vogler Kwartet, Finalisten van het Prinses Christina Concours 2007, Orlando Junior Academie Orkest, sopraan Miranda van Kralingen en cellist Stefan Metz.
www.orlandofestival.nl