Nog steeds komen elke zondag in de Landgraafse parochie ´t Eikske tien voormalige volgelingen van de rebelse pastoor Ed Miedema (1912-1985) bijeen. Om te reflecteren op het geloof, en herinneringen op te halen. “Hij ging zelf de deuren langs. Niet om over God te praten, maar voor de mensen en wat hen bezigheid, al ging het over de kanariepiet.”
door Emile Hollman
Mariet Geraeds (79) weet het nog goed, het was 23 februari 1968. Pastoor Ed Miedema lag al lang overhoop met bisschop Moors van Roermond, de landelijke media volgden de kwestie op de voet. De gelovigen in de Michaëlparochie in Schaesberg wisten dat de bom elk moment kon barsten. Geraeds: “Op een zaterdagavond liep de pastoor met zijn misdienaars vanuit de sacristie door het middenpad richting altaar. Het duurde even voordat we door hadden dat deze pastoor van achteren hooguit op Miedema léék. De meeste aanwezigen stonden op en verlieten zonder een woord te zeggen de kerk.” Geraeds, trouw volgelinge van Miedema, was een van hen. “We kregen heel wat naar ons hoofd geslingerd door de andere kerkgangers, maar daar trokken we ons niks van aan.”
Daarmee was een schisma binnen de mijnwerkersparochie op de grens van het huidige Landgraaf en Heerlen een feit. Pastoor Ed Miedema mocht dan door Moors uit zijn functie zijn ontheven, hij maakte een onmiddellijke doorstart met een eigen parochie in dezelfde wijk: streekparochie ‘t Eikske.
De bewoners moesten kiezen: met of zonder Miedema. Met andere woorden: voor of tegen de regels van de kerk van Rome, of zoals Ed Miedema (1912-1985) het formuleerde: tegen de mandarijnen die de kerkelijke wet altijd boven het individu stelden. Families raakten verdeeld, op verjaardagen en in cafés werden verhitte discussies gevoerd. Voormalig parochie-voorzitter Ton Vermeulen: “Ik ben in het café wel eens gemaand mijn mond te houden over Miedema op straffe van twee blauwe ogen.” Kortom, er waren dreigingen, spanningen. Miedema-aanhangers die een baan in het katholieke onderwijs ambieerden, hadden een serieus probleem.
Al voor hij pastoor van ’t Eikske werd, liep Ed Miedema al voor de muziek van het beroemde Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) waarin opgeroepen werd tot modernisering en meer openheid binnen de kerk, uit. Na zijn priesterwijding werkte hij twee jaar in het Noord-Limburgse Ottersum en verhuisde vervolgens naar Gennep. Het was 1940 en Miedema dacht dat hij door de aanschaf van een telefoon veel efficiënter zou kunnen werken. En misschien had hij het apparaat ook wel nodig voor zijn verzetswerk waarvoor hij na de oorlog meermaals is gedecoreerd. De deken van Gennep vond het grote onzin, hij had zelfs immers ook geen telefoon. Als Miedema zo nodig moest bellen, kon hij gebruik maken van het toestel in het plaatselijke klooster. Toen Miedema vervolgens een telefoontoestel uit eigen zak betaalde, werd hij door de deken per ommegaande op het matje geroepen. Tussen die twee kwam het nooit meer goed. Uiteindelijk werd hij voor straf naar Sittard overgeplaatst. De kwestie met de telefoon verwerkte hij in een preek waarin hij probeerde aan te geven waar je als gelovige het gezag dan wel je gevoel moet volgen.
Tijdens de viering van tien jaar Streekparochie ’t Eikske in 1978 probeerde Miedema in de plaatselijke krant uit te leggen waarom hij voortdurend overhoop lag met de kerkelijke autoriteiten. “Het evangelie is eenvoud, armoede, dienstbaarheid. De officiële kerk is macht, autoriteit, pretentie, sanctie en verdoemenis.” Zelf beoordeelde hij zijn overplaatsing naar Schaesberg als een straf. “Er was daar geen geld, er was een hoge schuld, de parochie bestond voornamelijk uit handarbeiders en er was geen orgel.”
In de Michaëlparochie ving Miedema snel aandacht door het afschaffen van de knielbanken en de voorbede. Er kwam een democratisch gekozen parochieraad, de boekhouding werd openbaar en hij verruilde de privé-biecht voor een gemeenschappelijke boeteviering. Naar voorbeeld van Jezus, die de geldwisselaars uit de tempel in Jeruzalem verjoeg, verving hij de collecte door een gezinsbijdrage, inclusief bruiloften en begrafenissen. Door die ingrepen groeide zijn aanhang gestaag. Ook vrije geesten uit naburige plaatsen voelden zich aangetrokken. Er waren praktische voordelen: bij Miedema duurde de mis korter en hoefde je voor een biecht niet in een lange rij te staan. Bovendien behandelde hij in zijn preken thema’s die er in die tijd niet om logen: euthanasie, homoseksualiteit, bevrijdingstheologie. En dan was er nog het charisma van de pastoor zelf.
Het is 2010. In Schaesberg zijn drie volgelingen van Miedema samen gekomen ten huize van Ton Vermeulen, een Utrechtenaar die ooit naar het zuiden kwam om in de Philips-fabriek in Heerlen te werken. Kersenvlaai en herinneringen. Nog elke zondag schuiven ze met gemiddeld een man of tien aan tafel om te zingen en te reflecteren op teksten van met name Ed Miedema. Het noodgebouw dat Miedema indertijd met zijn streekparochie betrok, is afgebroken en de club leidt al jaren een min of meer zwervend bestaan. Nu hebben ze een plekje in gemeenschapshuis het Naeberhoes. ’t Eikse is een aangename, rustige wijk die hooguit één keer per jaar uit zijn slaap wordt gehaald door het Pinkpopfestival nabij. Niets herinnert nog aan de roerige tijden van weleer.
Eigenlijk is een fresco die kunstenaar Aad de Haas voor de streekparochie maakte het enige tastbare overblijfsel van de inboedel van ’t Eikske. Het kunstwerk hangt inmiddels bij een particulier aan de muur. Mocht de streekparochie ooit opnieuw tot wasdom komen, dan zal het kunstwerk in ere worden hersteld. Maar die kans is nihil, weten ze alle drie en dat maakt volgens Gijs den Boer ook niet uit. “Elke tijd vult zijn eigen vormen in. Je leeft in verbondenheid, daar reflecteren we op en that´s it. We hebben nooit enige zendingsbehoefte gehad.” Ton Vermeulen: “Wij zijn een uitstervend ras.”
Gijs den Boer is met zijn 59 jaar een jonkie hier. Hij kwam op het pad van Miedema via zijn buurman, de Voerendaalse graficus Jan Vonk. “In de catechismus geloofde Ed niet, wel in de Bergrede als wegwijzer in het leven”, zegt Den Boer over Miedema. Daarin nam Jezus het op voor de armen en de zwakkeren. “Hij was slim, kon mensen goed inpakken”, zegt Vermeulen die ooit bij een viering binnenliep en zich meteen aansloot. “Hij had inhoud”, weet Mariet Geraerds. “Jullie met je Miedema!”, kreeg ze vaak toegesnauwd. “Ik werkte in die tijd in de bejaardenzorg en dan krijg je wel wat te horen. Ik was constant in de verdediging.” Steeds opnieuw werd ze uitgedaagd om de handschoen op te nemen en de discussie aan te gaan. “Tot Ed kwam ging het altijd over geld in de kerk. Ik weet nog dat ik de deuren langs moest voor ‘de voortplanting des geloofs’. We belden aan en kregen dan geld voor de kerk. Ed ging zelf langs de deuren. Niet om geld op te halen, zelfs niet om over God te praten, hij kwam voor de mensen en wat hen bezigheid, al ging het over de kanariepiet.” Vermeulen: “Zijn preken waren zeer toegankelijk. Hij vroeg aan zijn latere vrouw Gonnie die onderwijzers was, om zijn preken van moeilijke woorden te ontdoen.” Geraerds: “Die preken waren weloverwogen. Hij was er wel een week mee bezig.” Vermeulen: “Je kreeg echt wat mee om over na te denken. Hij was beminnelijk, zachtaardig, soepel met de regels, barmhartig, niet arrogant, wel slim.” Gijs: “Ik denk dat hij ook gevormd is door zijn verzet in de Tweede Wereldoorlog. Hij moet zich toen bewust zijn geworden wat tirannie is, ook binnen het instituut waaraan hij verbonden was.”
Opmerkelijk genoeg werd Miedema in zijn alternatieve parochie aanvankelijk met rust gelaten door de conservatieve bisschop Gijsen, die in 1972 bisschop Moors ha opgevolgd. Tot Gijsen in februari 1978 liet weten dat de 250 kerkelijke huwelijken die Ed Miedema in ’t Eikske had gesloten ongeldig waren. Miedema reageerde in een mengelmoes van boosheid en cynisme. Hij sprak van ‘intimidatie en geestelijke terreur’. “De consequentie van deze bisschoppelijk banvloek zou betekenen dat er 250 echtparen ‘in zonde en concubinaat’ leven en de daaruit voortgekomen kinderen onwettig zijn. Met het recht op de hemel en dergelijke dus een heel kwalijke zaak”, tekende het Limburgs Dagblad op. “Wat telt is dat partners echt getrouwd zijn met elkaar, want dan kan je pas van een huwelijk spreken.” Voor zover bekend werd de opmerking van Gijsen voor kennisgeving aangenomen. In ’t Eikske waren ze wel wat gewend.
Ergens begin jaren tachtig hoorde Mariet Geraerds in Heerlen dat de inmiddels naar Haelen verhuisde Miedema getrouwd zou zijn. “Het is niet waar. Het zijn allemaal leugens”, verweerde ze. Om thuis te vernemen dat de krant het nieuws had gebracht dat Miedema inderdaad getrouwd was met zijn trouwe huishoudster. “Eigenlijk had niemand er iets mee te maken maar het kwam als een complete verrassing.” De reacties waren voorspelbaar: “Zie je wel, die Miedema van je is er met een vrouw vandoor.”
Niet lang daarna werd onder de parochianen van ’t Eikske een enquête gehouden of men bezwaar had wanneer de opvolger van Ed Miedema niet celibatair zou leven. Negentig procent van de kerkgangers vond het prima.
Dit is het dertiende artikel in een reeks van twintig in het kader van de Culturele Biografie, een project van de BV Limburg.
Ed Miedema (links) verlaat het noodgebouw waar hij jarenlang kerkdiensten hield. Het gebouw is inmiddels gesloopt. Rechts graficus Jan Vonk, in het midden toenmalig parochievoorzitter Jan Vroomans.
Volgelingen van Ed Miedema komen op zondagochtend bijeen in het Schaesbergse gemeenschapshuis Naeberhoes. Achter het spreekgestoelte Gijs den Boer. foto Chris Keulen