Tegen het einde van de dag belandden we bij een live interview met Stefan Hertmans. Gespreksleider is Ruth Joos, zonder haar vaste bijrijder uit Brommer op zee, een weldaad. Het gesprek duurde een uur, daarna liepen we de Antwerpse schemering in.
Hertmans was op dreef. Een week eerder werd hij bij het VRT-programma De afspraak weggedrukt door de actualiteit van de dag. Hij had zijn zojuist verschenen essaybundel Verschuivingen meegenomen – alsof die níet over de actualiteit van de dag gaat, holy moly…
Met Oorlog en terpentijn (2014) en De opgang (2020) schreef Stefan Hertmans uit de twintigste eeuw ontsproten romans over menselijke gedrag in tijden van oorlog. Met Verschuivingen voegt hij daar een essaybundel over een 21e eeuwse oorlog aan toe, de hybride oorlog waar we middenin zitten.
Eerder die dag vertelde acteur/regisseur Wim Opbrouck over het fotoboek En avant, marche van Stephan Vanfleteren, over een theaterstuk van NTGent uit 2015. Geanimeerd verhaalde hij over de gesprekken die hij toen voerde met de leden van de muziekgezelschappen die de tournee begeleidden: hoe verschillend ze waren, van sociale komaf, van beroep, van interesses, van politieke voorkeur. De verscheidenheid speelde geen rol wanneer ze samen musiceerden of, na afloop, een glas bier dronken.
Enkele dagen later maakte staatssecretaris Gunay Uslu bekend dat ze extra geld vrijmaakt voor bibliotheken. Net als een muziekgezelschap is de bibliotheek een omgeving waar diversiteit, lang voor het begrip werd misbruikt in protocollen en subsidiestelsels, vanzelfsprekend is. In de bieb komen jong en oud, geleerd en lerend, blank en zwart en alle genders samen. Een levend teken van beschaving.
Via Opbrouck en Uslu belandden mijn gedachten bij Don Camillo en Peppone, pastoor en burgemeester, katholiek en communist; historische tv uit de jaren zestig. Onvermoeibaar voerden ze hun ideologische strijd, om elkaar bij het vallen van de avond in de armen te vallen. Ze wisten dat het dorp alle inwoners, ondanks de verscheidenheid, nodig had om te kunnen voortbestaan.
In de Tanslezing, vorige week in Maastricht, ging het over de vraag of de democratie het gaat verliezen van het autoritarisme. David Runciman, hoogleraar politicologie in Cambridge, legde uit hoe in de VS twintig jaar geleden amper vijf procent van de republikeinen hun kind zou verbieden iemand van democratische huize zou trouwen – of omgekeerd. Nu is dat vijftig procent.
Het besef van Don Camillo en Peppone dat we elkaar nodig hebben om te overleven, is aan het verdwijnen.
Hoe nu verder? vroeg Ruth Joos aan Stefan Hertmans. ‘Ik weet het niet’, was het antwoord. Ik haalde opgelucht adem. Geen utopie, geen dystopie, geen cynisch ‘we zien wel als het zo ver is.’
Verschuivingen is een zegetocht van weldenkendheid, vol observaties en erudiete overpeinzingen. Zonder pasklare antwoorden – omdat ze er niet zijn. We kunnen de actualiteit slechts begrijpen wanneer we ons er niet door laten verblinden, zegt Hertmans. Hij haalt David Bowie aan. ‘The moment you know, you know, you know’, zong hij kort voor zijn dood: wanneer weten we dat onze kennis toereikend is om ernaar te handelen?
Het grootste gevaar van onze tijd, schrijft Hertmans, schuilt in culturele onverschilligheid en gebrek aan historisch besef. Dat we ons laten verblinden door de actualiteit.
Wellicht is er een ontsnappingsroute, maar zien we die nog niet.
Het is de hoop die ons bij de les houdt. Maar pas op, zei Hertmans in Antwerpen, ‘hoop is géén emotie. Hoop is een daad van activisme. Mensen die dingen veranderden, waren mensen met hoop.’