Alphons Hustinx fotografeerde de Tweede Wereldoorlog, maar een oorlogsfotograaf was hij niet, zo blijkt uit het boek De oorlog in kleur. De Maastrichtse fotograaf had historische foto’s kunnen maken van de Februari-staking. Maar hij deed het niet.
Het is een foto die vandaag in Syrië gemaakt zou kunnen zijn. Maar het is Venlo, 16 juni 1945. Een straat in puin, er lopen drie mensen, twee mannen met een fiets aan de hand, een vrouw met twee emmers. Langs de kant, voor de ruïne van hun huizen, zitten twee kinderen mistroostig op een bankje, en iets verderop een keurig geklede jongeman. De puinhoop is immens, hoe moet dit stuk stad ooit weer bewoonbaar worden?
Alphons Hustinx is de maker. Kort voor de oorlog uitbrak, kocht hij bij een Hilversumse leverancier een grote partij kleurenrolletjes van Agfa, waardoor hij vijf jaar vooruit kon, en de meest imposante collectie oorlogsfoto’s-in-kleur op zijn naam kon brengen. En zo fotografeerde hij ook de gevolgen voor Venlo, de stad die meer dan andere het slachtoffer werd van de zelfoverschatting van de geallieerde luchtmachten. Die claimden dat ze precisiebombardementen konden uitvoeren. Ze probeerden dertien keer de Maasbrug van Venlo te vernietigen, dertien keer kwam de bommenlast op de binnenstad terecht. De bommen zaaiden dood en verderf, zoals dat heet: de foto van Hustinx toont hoe dat verderf eruit ziet.
Alphons Hustinx (1900-1972) maakte in 1938 een kleurenfilm voor de Stoomvaart Maatschappij Nederland over onze kolonie in de Oost, Kleur en Glorie onder Tropen. Toen de film klaar was, reisde hij ermee het land door om de mensen twee uur te laten genieten van de Gordel van Smaragd. Overdag hield hij zijn fotocamera in de aanslag, en fotografeerde Nederland zoals het er toen bij lag.
Vanaf mei 1940 kwamen er opeens ongekende beelden voor zijn lens: Rotterdam in puin, reclameposters van de NSB en de Waffen-SS, marcherende Duitse soldaten. En zo werd Hustinx op slag de fotograaf wiens werk die bezettingstijd heel dichtbij brengt. Door de kleur, vooral door de kleur.
Uitgeverij W Books heeft nu een selectie uit die foto’s gepubliceerd, De oorlog in kleur. Hustinx’ neef Lodewijk Imkamp schreef daarin een portret van zijn oom, en NIOD-specialisten René Kok en Erik Somers beschrijven zijn werkwijze en duiden het belang van zijn werk. Conclusie: Alphons Hustinx fotografeerde de oorlog, maar was geen oorlogsfotograaf. Het duidelijkst merken we dat op 26 februari 1941. Dan is Hustinx in Amsterdam. Uit zijn bewaard gebleven zakagenda weten we dat de Februaristaking, die de dag ervoor uitbrak, hem niet is ontgaan: “Plakkaten in de stad hedenmorgen opgeplakt. Zwaarbewapende politieauto’s rijden door de stad, vinger aan de trekker. In verschillende wijken is er geschoten en zijn er doden gevallen.”
Maar de fotografische oogst van die dag is teleurstellend: een foto van het Van Heutsz-monument tegen een staalblauwe lucht. Nergens de staking te zien, laat staan de met scherp schietende troepen van de Ordnungspolizei. Het zouden historische foto’s zijn geweest, want nergens is die heroïsche staking fotografisch vastgelegd, een vaag kiekje van een onduidelijk opstootje daargelaten.
Het is reëler om Hustinx te beoordelen op wat hij wél in beeld bracht. En dat is toch vooral hoe het leven in de oorlog voor de meeste mensen en op de meeste plaatsen gewoon doorging. Het mooiste voorbeeld is zijn foto van de boulevard in Scheveningen, gemaakt op 5 juli 1941. Het is stralend weer, we zien een jongetje met emmertje en schep op weg naar het strand, in de verte ligt de pier (toegang: 15 cent), en tussen de flanerende mensen loopt een Duitse soldaat, niet met een wapen maar met een aktetas onder de arm. Hij nadert de fier wapperende Nederlandse vlag – dat mocht dus kennelijk nog in juli 1941. De bezetter probeerde nog steeds om Nederland goedschiks in te lijven in het Groot-Germaanse rijk en niets op deze foto wijst erop dat dat niet zal lukken.
Ach, en wat zien we op een foto uit dezelfde periode een tafereeltje van alledaags geluk rond een haringkar. Een klant laat de haring in één keer naar binnen glijden, er staan zeventien mensen omheen die hem gadeslaan. Een foto uit het

1941, Statenkwartier Den Haag. Wanneer de haringman eindelijk een voorraadje had, liep de buurt uit.
Statenkwartier in Den Haag, het leven ging nog even gewoon door.
Hustinx ontwikkelde tijdens zijn reizen een fascinatie voor vervoermiddelen. Daar zie je de schaarste steeds meer toeslaan. Er is geen benzine meer, de stadsbus rijdt op een houtgasgenerator, de buschauffeur moet de haperende machine weer aan de praat krijgen door de kachel op te poken. In Utrecht staat een taxichauffeur voor het Centraal Station met een nieuwe vondst: een electrotax. Die schijnt op een elektromotortje te kunnen rijden. Je kunt er ook mee fietsen, maar de fietstaxi wordt in mei 1941 door de bezetter verboden, als zijnde “den Germaanschen mens onwaardig.”
Soms zit er een foto tussen van haast onwerkelijke schoonheid. De skyline van Maastricht, met over de volle lengte de Wilhelminabrug, en op weg daarheen een eindeloze colonne Weermachtsoldaten, je hoort de stampende laarzen. Het is 26 juni 1941, vier dagen eerder is de Duitse aanval op de Sovjet-Unie begonnen. Duizenden soldaten zullen spoedig worden overgeplaatst naar het Oostfront, waar ze in een soort menselijke gehaktmolen zullen verdwijnen. Zij ook?
Naarmate de oorlog vordert, fotografeert Alphons Hustinx meer puin, meer ruïnes. De ravage in het dorp Herten, waar een verdwaalde bom de boerderij van de familie Van Engelen

Mei 1942. De nieuwe sandaaltjes van Maddy Houtappels, het Maastrichtse nichtje van Alphons Hustinx. Ze zijn gemaakt van hout en papier. Leer was niet meer te krijgen.
vernietigde: zeven doden. De stad Roermond, waar de toren van de kathedraal werd opgeblazen en de brug over de Roer een treurige aanblik bood. En natuurlijk Venlo, met die troosteloze mensen in die troosteloze straat.
Dát is de kracht van Hustinx’ kleurenfoto’s: ze brengen zowel de alledaagsheid als de waanzin van de oorlog onweerstaanbaar dichterbij.
Lodewijk Imkamp, René Kok, Erik Somers – De oorlog in kleur, Hustinx reist door Nederland 1939-1946. Uitgeverij Wbooks, 29,95 euro.