Net op tijd denk ik aan het blauwe pasje. De thermometer toont vandaag 27 graden en mijn blouse op okselhoogte twee zweetplekjes. Dat ledenpasje is mijn toegangskaartje tot een paradijs, het openluchtzwembad in Meerssen.
Een half uur later trek ik mijn baantjes. Het hoofd blijft vandaag boven water want ik wil de parade niet missen: die van de plaatselijke jeugd. In groepjes defileren ze rond het bad, stoten elkaar nekkend in het water en oefenen salto’s en bommetjes vanaf de rand. Het is een vermakelijk eeuwenoud schouwspel dat waarschijnlijk pas zal uitsterven als door de opwarming van de arde ook de laatste druppel water op onze planeet is verdampt.
Plons hoor ik het vlak naast me, een jongen heeft een bommetje gezet. Ik duik weg in de golf. Onder water doe ik de ogen open en voel hoe een glimlach over mijn gezicht trekt. De anderhalve meter is hier letterlijk ver weg, en ja jongens, het is zomer!
Bij het woord ‘golf’ hebben we sinds corona een nieuwe associatie erbij gekregen. Dat zal ook nog even zo blijven. De Tweede Kamer had deze week diverse experts uitgenodigd om tips te verzamelen voor een betere bestrijding van de vólgende coronagolf. Experts en Kamerleden gebruikten de hoorzitting voor stevige kritiek richting het kabinet. Nederland zou te weinig voorbereidingen treffen. “De overheid straalt in alles uit: corona is voorbij. Terwijl je juist nú aan bewustzijn moet werken”, zei Julia van Weert, hoogleraar gezondheidscommunicatie.
Ik stop even met zwemmen om vanaf de rand het hele tafereel te bekijken. Jongeren, kinderen, ouders met baby’s, baantjestrekkers, iedereen schijnt hier vanmiddag een plek te hebben. Kijkend naar de badmeester denk ik aan Ernst Kuipers. Onze zorgminister zei deze week, als reactie op de kritiek over het ontbrekende coronabeleid, dat de diverse sectoren zelf met plannen moesten komen. Ik hoop dat de Meerssense badmeester geen vergelijkbare strategie hanteert. “U heeft toch wel uw eigen reddingsplan uitgewerkt, mevrouw?”
En toch, sectoren als horeca, retail en cultuur schijnen het voorstel van de minister te omarmen, want het betekent dat ze zelf mogen bedenken welke coronamaatregelen in café, winkel, theater of museum straks realistisch zijn. Alleen, het kabinet liet óók weten dat de financiële steunpakketten vanaf nu verleden tijd zijn. Dat geeft “een dubbel gevoel”, zoals een retailer zei, omdat hij én het ondernemersrisico moet dragen én beleidsmaker moet spelen.
Bij minister Kuipers klonk het allemaal warmer en socialer. Hij vindt dat corona nu “echt van ons allemaal is” en dat Den Haag “niet meer alleen verantwoordelijk is” voor het bestrijden van de epidemie. Maar aan wie, of beter gezegd, tegen wie richtte hij zich hier? Tegen al die luie, recalcitrante, verwende en ondankbare Nederlanders die altijd maar vertroeteld willen worden door de overheid?
“Het afgelopen jaar is dramatisch verlopen.” Zo opende de vereniging Zwembad Meerssen onlangs haar algemene ledenvergadering. Sinds 2017 wordt het zwembad namelijk gerund door vrijwilligers en betalende leden, anders had het de deuren moeten sluiten. Wat vroeger vanzelfsprekend een gemeentelijke voorziening was, ligt nu in handen van enkele geëngageerde inwoners.
In dat dramatische jaar 2021 moest het zwembad, zo lees ik in de notulen, niet alleen wisselende corona richtlijnen toepassen. In juli werd het getroffen door de overstromingen; het bad ligt nabij de Geul en leek na de watersnood op een modderpoel. En toch, een week later was het bad weer open.
Waar wonen ze, al die luie Nederlanders die zich niks van een crisis aantrekken? Niet in Meerssen, denk ik. Maar waar dan?