Het gaat niet al te beroerd met schilder/gitarist Jowan van Barneveld (1978). Met zijn band Viberider opent hij Pinkpop 2007 en onlangs kochten zowel museum Het Domein als het Bonnefanten schilderijen van hem. “Een week in de goot liggen is er niet meer bij.”

“Alles lijkt op zijn plaats gevallen. Zowel in de muziek als met schilderen heb ik veel uitgeprobeerd en nu is het of ik een soort raamwerk heb gevonden waarbinnen ik verder kan. De muziek die we met Viberider spelen lijkt nog het meest op de dingen die we zelf beluisterden toen we begonnen met bandjes: grunge natuurlijk, maar ook Led Zeppelin en Black Sabbath. We spelen een soort stonerpop; laag gestemde gitaren, lang uitgesponnen nummers maar dan wel opgezet volgens de wetten van de popmuziek. In deze stijl kunnen we kwijt wat we willen horen.”

“Praten over muziek vind ik makkelijker dan praten over beeldende kunst. Muziek is van zichzelf al communicatiever, denk ik. Muziek komt meteen binnen. Met beeldende kunst hebben mensen het idee dat er veel meer filters tussen zitten. Alsof ze op voorhand al niet open staan om er onbevangen naar te kijken. Met onze band bijvoorbeeld werken we vooral in sferen, het publiek gaat daar vanzelf in mee, gaat er deel van uitmaken. Een schilderij communiceert een stuk eenzijdiger, dan vraag je meer van een beschouwer.”

Behalve op de Academie Beeldende Kunsten Maastricht zijn schilderen en muziek maken altijd goed samen gegaan. Docenten daar hadden niet veel op met muziek, vonden dat het twee verschillende dingen zijn. Maar goed, ik maakte toen metal. Zowel in schilderen als in de muziek was ik op zoek, en dan gaat het alle kanten op. Ook in de muziek word ik steeds meer mezelf.”

“Op je vijftiende ga je eerder met een gitaar rammen dan schilderen. Ik ben altijd een beetje een loner geweest. De muziek die ik beluisterde kwam van mijn vader, veel Britse folk en later Bob Dylan. Pas heel laat ontdekte ik dat er ook harde muziek bestond. Alles wat ik speelde nam ik op. Dat doe ik nog steeds. Mijn eerste nummer heb ik opgenomen in het tuinschuurtje van de toetsenist van de Frank Boeijen Groep, een vriend van mijn moeder. Ik schrijf niet echt muziek, ik neem alles achter elkaar op. Eerst drums, dan bas en vervolgens gitaar. Dan komt hét moment: als ik het voor het eerst beluister en mezelf kan verrassen. Daar doe ik het voor. Pas dan volgt de tekst. Het eerste wat in me opkomt, schrijf ik op. En achteraf blijkt meestal dat ik dit wilde zeggen zonder dat ik van tevoren wist dat ik dit wilde zeggen.”

“Bij een schilderij werkt het bij mij niet anders. Het gaat om die paar keer dat je het weer voor de eerste keer kan zien, als je je ervan los hebt kunnen maken.”

“Op de basisschool hingen tekeningen van me in de lerarenkamer, op de middelbare school had ik het geluk van de bekende stimulerende tekenleraar. Het staat me niet meer helder voor de geest waarom ik precies naar de kunstacademie wilde. Er zijn veel dingen waar ik gemakkelijk doorheen ben gerold maar ik vraag me eigenlijk nooit af hoe dat komt, omdat ik alweer bezig ben met het volgende project. Ik vond het heel belangrijk om na de academie een hele tijd in afzondering te kunnen werken zonder respons. Mijn werk moet ook de ruimte krijgen om te kunnen mislukken.”

“Zo’n optreden op Pinkpop voelt als het eerste optreden. Ook die aankoop door Het Domein voelde heel cool. Het brengt wel een andere dimensie met zich mee. Het gaat niet alleen meer om mij en het doel dat ik voor ogen heb, maar er komt ook het beeld bij dat anderen van je hebben en de verwachting die ze van je hebben. Maar als ik morgen besluit alleen nog roze te schilderen in plaats van zwart, dan doe ik dat natuurlijk. Je moet je elke dag afvragen of het oké is of niet.”
“Dadelijk ga ik mijn eerste merkgitaar kopen, een echte Gibson. Wat dat betreft gaat het langzaam bij mij. Ik vind het fijn dat ik zulke stapjes nog kan maken. Ik stond me de laatste tijd helemaal lens te stemmen op het podium dus cool dat ik op Pinkop met een nieuwe gitaar kan spelen. Een tweedehands gitaar gelukkig, want nu hoef ik dat ding tenminste niet eerst een paar keer uit mijn handen te laten vallen zodat ie er goed uitziet.”
“Ik schilder vooral landschappen, denk ik. Als je ze bijeenzet, vind je overeenkomsten, net als in de muziek. Ik schilder zwart, verschillende kleuren zwart, met steeds een andere glans. De beelden die ik gebruik pluk ik van het internet. Dat vind ik een mooie afstand. Als ik google naar beelden dan zie ik in een oogopslag of die spannend genoeg zijn. Ik vergroot ze uit door het proces van schilderen. Kurt Cobain was mijn eerste obsessie. Op internet vond ik een polaroid van de garage waar hij zelfmoord had gepleegd, nog een stuk van het huis erbij, meer niet. Dat beeld is voor mij zo sterk, daar kan ik alle beelden aan relateren. En ze zoals Warhol heel vaak gebruiken. Juist door die herhaling komen ze ook los van hun oorspronkelijke betekenis.”
“Cobain is een deel van mijn persoonlijkheid geworden, een soort richtlijn. Na zijn dood heb ik tien jaar niet meer naar Nirvana kunnen luisteren. Als je die jongens zag spelen dan wist je: ze kunnen niet anders, ze moéten dit doen. Ik vind het heel vervelend om naar een band te luisteren die uitstraalt dat ze door de week met hele andere dingen bezig zijn. Misschien raken beeld en muziek elkaar in mijn schilderijen zoals in mijn leven beeld en muziek elkaar elke dag raken. Als ik schilder in mijn atelier, ga ik helemaal op in de muziek die ik afspeel. Hier kan ik me in mijn eigen wereld wanen. Als je in een winkel werkt of zo kun je je niet zo intens laten bevangen. Ik zoek net als Cobain de overgave. Elk optreden moet het laatste optreden kunnen zijn en elk schilderij moet het laatste schilderij kunnen zijn.”
“Je had me een half jaar geleden niet moeten vertellen dat ik op Pinkpop zou staan en een dag later een etentje zou hebben in het Bonnefantenmuseum. Toch wil ik een alien blijven. Een half jaar geleden zat ik wel eens te denken dat het mooi zou zijn als Het Domein een schilderij van me zou aankopen of dat we Nu of Nooit zouden winnen. Ongelofelijk, sta je als winnaar op het podium al te denken wat je allemaal moet regelen. Een week in de goot liggen is er niet meer bij.”