De industrie mag in haar handen knijpen met de wol verwerkende machines van Christien Meindertsma. Ze kunnen milieuvervuilende materialen vervangen én ze helpen het woloverschot te verkleinen. FONS GERAETS sprak met haar. ‘Ik wil alles uitvogelen. Mijn onderzoeksveld wordt alsmaar groter.’
Zo’n 850.000 schapen grazen er dag in dag uit op Nederlandse weiden, bermen en uiterwaarden. Met zijn allen zijn ze goed voor anderhalf miljoen kilo wol per jaar. Van die enorme berg wordt het merendeel weggegooid wegens niet nodig.
‘Het beetje wolindustrie dat we hier nog hebben, gebruikt Nieuw-Zeelandse merinowol. Die is van hoge kwaliteit en altijd voorradig’, legt Christien Meindertsma uit. Ze vindt het maar niks, al dat prachtige materiaal dat ongebruikt blijft, en ze is niet de enige. ‘De laatste tijd zijn veel mensen aan de slag gegaan met dat woloverschot: inzamelen, wassen, kaarden, spinnen.’
Ontwerpster Christien Meindertsma (Utrecht, 1980) voelde zich uitgedaagd om mee te helpen aan een oplossing van het overschot, waarbij ze zich liet inspireren door historische toepassingen van wol én nieuwe technologieën. De resultaten van haar onderzoek zijn te zien in de expositie Onder de wol in het Cuypershuis in Roermond waar ze vorige maand ook een lezing gaf. Niet haar lievelingsactiviteit, gaf ze na afloop toe. ‘Maar als ik denk dat het zinvol of belangrijk is, doe ik het met liefde.’
Heeft deze expositie, en jouw werk in het algemeen, veel context nodig?
‘Volgens mij niet. Ik probeer dingen altijd behapbaar te maken zodat je niet per se die hele context nodig hebt. De bezoeker hoeft niet alle lagen te doorgronden, je mag mijn werk op verschillende manieren interpreteren. Ik vind dat het materiaal zelf moet kunnen praten; wat het dan wel en niet zegt, dat is dan zo.’
Waar komt je fascinatie voor wol vandaan?
‘Ik werk ook veel met andere materialen zoals linnen en linoleum en voer ook gesprekken over bosbouw en afvalverwerking. Als ontwerper ben ik niet eenkennig. Maar wol is wel mijn lievelingsmateriaal. Het is zo gegroeid. Ik denk dat het iets diepers is, waarvan ik niet weet hoe het zit.’
Dieper in spirituele zin?
‘Nee, het gaat om je wortels. De ene tak van mijn familie is Texels-Zeeuws, de andere kant bestaat uit Friese melkveehouders. Afkomst speelt een grote rol: je geschiedenis, het beroep van je voorouders, of je Nederlander bent. Dat besef is ingedaald tijdens een project met Engelse en Amerikaanse kunstenaars. Die vonden mijn ontkenning volslagen belachelijk: jij komt uit Nederland, bent erg bezig met lokale stoffen die verweven zijn met jullie geschiedenis, hoe kun je nou zeggen dat je niks met je voorouders hebt? Toen dacht ik… ‘ja’.’
Dat klinkt als een eyeopener.
‘Ja. Iedereen is verbonden met zijn of haar familiegeschiedenis. Niks zweverigs, gewoon iets wat in je zit. Mijn beide oma’s en ook mijn moeder breiden veel, mijn connectie met wol is dus niet raar. Dat kun je feitelijk niet weten omdat vroeger iedereen wol en linnen droeg, katoen was er nog niet, maar het is zeer aannemelijk.’
Wat zijn de beste eigenschappen van wol?
‘Wol is zacht, vriendelijk en tegelijk stevig en oersterk. Die tegenstelling vind ik waanzinnig. Je kunt met vilt een oersterk blok maken en ook een delicaat truitje breien. Ook bijzonder is dat wol eerst een ander levend wezen warm heeft gehouden. En dat het schaap niet gedood hoeft te worden.’
Wie de tentoonstellingsruimte in het Cuypershuis binnenkomt, loopt tegen twee grote bergen wol op: 350 kilo van het Kempische Heideschaap. Even verderop staat de Flocks Wobot, een door Meindertsma ontworpen 3D-printer die robuuste objecten kan maken van die wol. ‘De meubelindustrie is op zoek naar alternatieven voor vervuilende materialen die in meubels worden verwerkt. Deze printer kan daarvoor zorgen.’
Een ander staaltje technologisch vernuft is een machine die massieve blokken wolschuim kan produceren die geschikt zijn voor woningisolatie. Meindertsma: ‘Ik word heel blij van het uitvinderschap.’
Heb je circulariteit hoog in het vaandel staan?
‘Het magische van alle materialen, je eigen lichaam, alles om je heen, is dat het ooit anders was, en dat het in de toekomst ook weer anders zal worden. In onze moderne wereld hebben we materialen bedacht die klem zitten in een vorm. Neem dit plastic mapje, dat kan niks anders worden. Daarom wil ik duurzaam ontwerpen, dingen maken die lang meegaan en niet op een vuilnisbelt, in een verbrandingsoven of in zee terechtkomen.’
Beschouw je engagement als een morele plicht?
‘Ja. Ik vind dat vormgevers de morele plicht hebben om milieuvriendelijke producten te maken, maar we leven in een realiteit die dat ingewikkeld maakt. Ook als consument is het niet makkelijk om bijvoorbeeld geen plastic te gebruiken. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om een ander systeem te zoeken. Er is al veel ten goede veranderd. Tijdens de Dutch Design Week van afgelopen najaar kreeg de ecologische component veel meer aandacht dan vijf jaar geleden.’
‘Kinderen zien op tv dat de mogelijk toekomstige minister-president iemand voor heks uitscheldt, dat is toch ongelofelijk’
Een mogelijke regeringscoalitie met de PVV zal andere prioriteiten hebben. Maak je je zorgen?
‘Ik vind het een hele enge ontwikkeling. Niet alleen voor de cultuursector maar voor de maatschappij in haar geheel. Dat Sigrid Kaag voortdurend voor heks wordt uitgemaakt, bedreigingen ontvangt en er de brui aan geeft. Kinderen zien op tv dat de mogelijk toekomstige minister-president iemand voor heks uitscheldt, dat is toch ongelofelijk! Het draagt allemaal niet bij aan een vriendelijke samenleving. Ik ben van nature optimistisch, ondanks alle oorlogen en de afvalberg die we produceren. Ik probeer mijn steentje bij te dragen, maar alles wat je doet belast het milieu. Wil je ’n zo klein mogelijke footprint dan moet je eigenlijk geen kinderen nemen, geen auto en een heel klein huis. Wil je dat? Dat zijn existentiële vragen.’
Meindertsma’s motivatie komt voort uit een mengeling van nieuwsgierigheid en verwondering. ‘Ik wil alles uitvogelen. Mijn onderzoeksveld wordt alsmaar groter, de boom krijgt steeds meer vertakkingen. Dat maakt het wel ingewikkeld.’
In 2008 stortte Meindertsma zich met haar onderzoek op één varken. Ze ontdekte dat de restanten van PIG 05049 in 185 producten, zoals shampoo, sigaretten, munitie en medicijnen terecht kwamen. Foto’s van al die producten drukte ze zonder commentaar af in een boek. Een vuistslag in het gezicht van Dutch design, schreef een recensent.
‘Het was voor mij een totale shock toen ik er de Digital Designer Award mee won. Een onderzoek als eindproduct was toen iets nieuws’, zegt Meindertsma. ‘Ik vind de bio-industrie iets verschrikkelijks. Waarom moeten varkens, superslimme beesten, hun leven lang opgesloten en daarna geslacht worden? Maar dit boek was neutraal, ik wilde helder maken dat een levend wezen in talloze producten zit en dat we daar niks van afweten. Het had ook een kip of een vlasplantje kunnen zijn.’
De ideeën blijven opborrelen in je hoofd?
‘Naarmate je ouder wordt, komen meer vragen op je af. Ik moet mezelf afremmen om te voorkomen dat ik alle kanten opstuif. Daarom ga ik me toeleggen op wol, vlas, linnen en linoleum.’
Klopt het dat je eigenlijk voorstander bent van niet-maken en niet-kopen?
‘Mijn drijfveer is niet om spullen te verkopen. Maar een echt mooi product dat niemand schaadt, een bijdrage levert aan de maatschappij of aan iemands leven, zeg maar een goed gebakken brood…’
…een gebakken brood?
‘Dat is het ultieme product. Een ambachtelijke bakker die een mooi brood bakt, dat je koopt en met smaak opeet, mooier wordt het eigenlijk niet. Ik zou het equivalent van dat brood in wol of linnen willen vinden.’
Christien Meindertsma, Onder de wol. T/m 24.03.2024 in het Cuypershuis in Roermond. cuypershuisroermond.nl