Hoe kun je de afstand tussen boer en burger slechten? Moet die wel geslecht worden? En is theater een goede vorm daarvoor? Merel Smitt heeft er uitgesproken gedachten over.
Er is dat hardnekkige beeld van de boer, leunend op zijn riek, terwijl hij tuurt over zijn landerijen. Theatermaker Merel Smitt kan er jaloers op worden. “Ik sta nooit op een riek te leunen om naar mijn eigen werk te kijken.” Vooral omdat ze het als aanstormend regisseur veel te druk heeft om landerig te reflecteren op haar werk.
Maar vandaag kan het even, in het DE-koffiehuis bij het nieuwe station in haar woonplaats Rotterdam. Smitts vergelijking met een boer blijkt niet toevallig. Niet dat ze uit een boerenfamilie komt – haar ouders zijn allebei maatschappelijk werker – maar als kind speelde ze vaak op het erf van de naburige boerderij. “Je weet niet beter dan dat dat je wereld is.” Toen ze op haar achttiende naar New York verhuisde om een acteursopleiding te doen, voorspelde haar moeder al dat ze ooit blij zou zijn dat ze er nog terug zou kunnen keren.
Na New York ging Merel Smitt (Mariënvelde, 1987) naar de toneelacademie in Maastricht waar ze in 2014 afstudeerde aan de regieopleiding. En ergens pikte ze het idee op om iets te doen met boeren. Hier is de actualiteit: veel boeren kunnen de vereiste schaalvergroting niet aan en moeten noodgedwongen stoppen, of dienen een list te verzinnen (manege, camping) om het hoofd boven water te houden. Maar welk beeld had ze nu precies op haar netvlies? De moderne boer die groot denkt en in de technologie zijn beste knecht weet? Of juist de kleinschalige bio-boer, die leunend op zijn riek de gaard inspecteert? En wat moet je er als theatermaker mee?
Wat Smitt vooral inspireert, is het openen van werelden die weinig toegankelijk zijn voor de doorsnee burger. Welke stedeling komt wel eens op een boerderij? Of in een klooster? Het ontsluiten van een boerenbedrijf kan alleen maar tot meer wederzijds begrip rekenen, was haar idee. Op de academie oefende ze al in een klooster – in die zin deelt ze een fascinatie met haar Heerlense collega Lieke Benders.
Maar wat is het dan dat haar zo fascineert? “Een aards gevoel van vrijheid”, zoals een boer het formuleerde. Voor het Festival Karavaan in de regio Alkmaar ontwikkelde ze een eerste versie van een theatervoorstelling die Loeren bij de boeren gaat heten.
Ze interviewde boeren, nam de gesprekken op, samplede hun citaten en stuurde bezoekers op een boerderij met koptelefoons door het boerenbedrijf. Dit onder het motto: Kijk eens door de ogen van een boer. Met behulp van Via Zuid gaat ze deze voorstelling verfijnen en toespitsen op boeren en boerderijen in Midden-Limburg.
Dat gevoel van ruimte en vrijheid, zo ontdekte Merel Smit, staat nogal onder druk. Ze citeert een boer die zich liet ontvallen blij te zijn dat de stad zo ver weg is. Maar de invloed van de stad, meer bepaald de regelgeving die van daaruit op hen wordt afgevuurd, valt niet tegen te houden met hoge hekken en dikke muren. Zulke problematiek behandelt ze in weinig woorden. “Ik ben geen tekstregisseur, ik kies voor beelden. Zo’n voorstelling wordt gevormd en ontstaat op de locatie.”
En dus belt ze bijna lukraak boeren met de vraag of ze eens mag komen praten. En dan mag ze vrijwel altijd aanschuiven aan de keukentafel. “Ze vertellen graag hun verhaal. Ze zijn vaak heel kwetsbaar als ze vertellen hoe ze hun bedrijf hebben opgebouwd of hebben moeten afstaan, en wat dat heeft betekend.” Het gaat er haar eigenlijk niet eens zo zeer om begrip te kweken. “Meer om te snappen wat er om ons heen gebeurt. Ik neem niet echt een standpunt in, ik probeer neutraal te blijven. Ik zeg alleen: luister eens naar deze mensen.”
Is ze er zelf veel wijzer geworden van de gesprekken? “Voor mezelf maak ik de voorstelling vanuit mijn eigen nieuwsgierigheid. Ik heb bovendien een groot gevoel voor de underdog en daarnaast onderzoek ik graag mijn eigen vooroordelen. In mijn vak gaat het erom verrast te worden, dat werkt alleen maar als ik mezelf ook kan verrassen.”
Eerder maakte Smitt al een voorstelling over een jonge veteraan die actief was in Irak en Afghanistan. Ook hier werkte ze op locatie, de voorstelling was op de vliegbasis Soesterberg. De ouders van de soldaat waren aanwezig. De moeder was erg geroerd, de vader die de missies onzin vond, ontdekte een andere kant van de medaille.
Straks stuurt ze haar publiek een nu nog niet bekend erf op in Midden-Limburg, misschien volgen er nog reprises op andere locaties. Kan dit ook niet in het theater? “Nee, anders dan op locatie zou ik deze voorstelling niet eens kunnen maken.”
Foto Bart Grietens