Een professionele dansacademie kent Limburg niet. Toch kunnen jonge talenten hun carrière vroeg beginnen dankzij de twee vooropleidingen die de regio rijk is. Maar de toekomst van de Maastrichtse vooropleiding is ongewis.
Je moet wel wat in huis hebben. Marishka van Loon, coördinator van de vooropleiding dans aan het Bonnefanten College in Maastricht, schrijft beleidsplannen, legt contacten met het bedrijfsleven, bedenkt hoe zorginstellingen en dans elkaar kunnen aanvullen en ontwerpt jaarkalenders als merchandise.
O, en ze geeft les, niet te vergeten. Dat alles om kinderen met een droom een kans te geven. “De concurrentie uit het buitenland is groot”, zegt Van Loon (Eerbeek, 1967). “Dan kun je in eigen land niet achterblijven.”
Wil je als Limburger een professionele dansopleiding volgen, dan moet je het buiten de regio zoeken. Bijvoorbeeld bij hogescholen in Tilburg, Rotterdam en Arnhem. De provincie kent wel twee vooropleidingen. Ze zijn allebei verbonden aan een middelbare school, zodat je in ieder geval jong kunt starten. Behalve het Bonnefanten College combineert ook het Valuascollege in Venlo een middelbare schoolopleiding met praktijklessen dans. En net als Van Loon zoekt ook haar Noord-Limburgse collega Liesbeth Wiertz actief de verbinding met amateurdans. “Het een kan niet zonder het ander,” zegt Wiertz (Venlo, 1951) hierover. “Als je goede amateurscholen in de omgeving hebt, dan komen daar weer getalenteerde dansers vandaan die jij een professionele opleiding kunt bieden.”
Op dit punt houdt zowat elke vergelijking op. Waar Van Loon van alles moet verzinnen om de vooropleiding overeind te houden nu steun van de gemeente Maastricht uitblijft, kan Wiertz zich ruimschoots richten op het lesgeven en de artistieke kwaliteit. Waar Van Loon een stichting heeft opgericht met de ouders van de leerlingen om gelden te genereren, zijn Wiertz en haar docenten in dienst bij ArtEZ in Arnhem en staan de leerlingen ingeschreven bij de studentenadministratie van de hogeschool. Waar Van Loon gesprekken aangaat met bedrijven om de jaarlijkse kist wijn aan personeel of zakenrelaties te vervangen door een dansvoorstelling, sleept Wiertz haar zeventig leerlingen naar minimaal acht uitvoeringen per jaar en doet ze de inleiding bij alle dansvoorstellingen in het Venlose theater De Maaspoort. Ook goed voor het netwerk, maar de doelen verschillen hemelsbreed.
“De gemeente Maastricht investeert liever in gemeentelijke instellingen, zoals Kumulus, waar ook danslessen worden gegeven”, licht Van Loon de onzekere situatie toe. “Alleen moet je dat altijd na schooltijd doen. Kom je van buiten Maastricht dan is dat al moeilijk te organiseren. Bovendien bieden wij met onze gastdocenten en de samenwerking met de hogeschool in Rotterdam een heel ander toekomstperspectief.” Ze vindt de keuze van de gemeente teleurstellend maar zit niet bij de pakken neer. Ze blijft geloven in de goede zaak. “Ik wil kinderen die al vroeg weten wat ze willen, ondersteuning bieden. Het is in het belang van overheden om een middenweg te bieden tussen basis en top. In dans is dit gewoon een noodzaak. Blijft steun uit, dan zoeken we naar andere wegen.”