Onderhuidse grimmigheid

De serie Love Affairs van Cornelia Schleime (Berlijn, 1953) houdt de blik gevangen, of je wilt of niet. De doeken tonen op meer dan levensgroot formaat minnekozende paren en enkele zelfstandige vrouwenfiguren. Museum van Bommel van Dam in Venlo heeft ze opgehangen tegen een donkerrode achtergrond, die aan boudoirs en bordelen doet denken. Ze zijn er trots op, want Schleime heeft het in Duitsland helemaal gemaakt.
Meteen valt de enorme virtuositeit op waarmee de figuren geschilderd zijn. Dik gesmeerde lagen in verzadigde kleuren worden afgewisseld met merkwaardig karige, vlekkerige passages, tot stand gebracht door de vermenging van verschillende typen verf. Het is bijna onmogelijk om niet met je neus heel dicht op al die schilderkunstige rijkdom te gaan zitten. Zo word je het schilderij ingezogen, totdat je de huid, de haren of een onschuldig gebloemd jurkje bijna kunt ruiken.
Toch is dit niet de belangrijkste reden waarom je je nauwelijks van dit werk kunt losrukken. In vrijwel alle voorstellingen van Love Affairs treft een (bijna letterlijk) onderhuidse grimmigheid. Er is aantrekking maar ook afstoting, vertrouwen maar ook wantrouwen. Hoe beter je kijkt, hoe meer de personen op zichzelf teruggeworpen lijken te worden.
De combinatie van schilderkunstige verleiding en inhoudelijke dubbelzinnigheid komt terug in Schleimes werk op papier. De aanpak is hier losser, onbestemder, soms surrealistisch. Paus Johannes Paulus II verkeert in gezelschap van zowel skeletten als jonge, zelfs naakte meisjes. Figuren met hertengeweien of insectenlijven doen aan Kafka denken, aan Gregor Samsa die op een ochtend in een monsterachtig ongedierte was veranderd.
Parallel aan de tentoonstelling in Venlo organiseren de Eindhovense Galerie Willy Schoots en de Haagse Livingstone Gallery presentaties van het werk van Schleime. In de reeks van Livingstone en Schoots verschijnt een gezamenlijke publicatie, voorzien van het logo van het museum en ingeleid door, jawel, museumdirecteur Rick Vercauteren. Het is een samenwerking met een langere geschiedenis: een welkome love affair tussen overheid en marktpartijen of een voorbeeld van een publieke hand op twee private buiken? Vercauteren wuift de bezwaren weg. “Deze relatie is volstrekt zuiver”, zegt hij. “De belangrijkste winst is de grotere aandacht voor het werk van Schleime.”
Laten we het zien als een verstandshuwelijk, één van de bochten waarin een regionaal museum zich dezer dagen moet wringen om de nodige kwaliteit te brengen. In die laatste opzet is Van Bommel van Dam hier in elk geval geslaagd.

Cornelia Schleime – Love Affairs. Museum van Bommel van Dam, Venlo, t/m 5 april 2009. Zie www.vanbommelvandam.nl.