Baldadigheid

Niet veel kunstenaars zijn zo aanstekelijk als Jean Dubuffet (1901-1985). Veel werk op de mooie overzichtstentoonstelling in de Langen Foundation in de buurt van Neuss is al meer dan een halve eeuw oud, maar nog steeds spatten de humor en de baldadigheid ervan af.
Het liefst is mij het werk uit de jaren ’40 en ’50. Daarvan is gelukkig veel aanwezig in de ruime zalen van de Langen Foundation. Neem Jardin de milieu (1957): een vlekkerig bruin landschap met hoge horizon, opgebouwd uit losse, op en over elkaar heen geplakte stukken beschilderd doek. Plompverloren in het midden, spottend met alle wetten van het perspectief, zit een gedeelte met groen en kleurig gewriemel. Het werkt als een oase in de woestijn. Of Le Métafizyx (1950) uit de serie Corps de dame: een wanstaltige matrone met alles erop en eraan, ook de botten en ingewanden zijn in de verf gekrast. Het was zijn bedoeling geweest, schreef Dubuffet naderhand, het vrouwelijk lichaam op feestelijk verheven niveau weer te geven, ontstegen aan het onderscheid tussen mooi en lelijk. Merkwaardig genoeg bleken de dames daar zelf minder van gediend: “De krachtige wind daarboven, waar de godinnen wonen, schrok ze af.”
Eén van de pièces de resistance op de tentoonstelling is een reusachtig schilderij uit een latere periode, Le cours des choses (1983). Aanvankelijk lijkt het een wat streperig vlechtwerk van rode en blauwe lijnen, maar geholpen door de titel dringt langzaam tot je door dat het een weergave van de chaos van het leven zelf moet zijn, een eindeloze aaneenschakeling van kleine opwinding en ongemerkte verveling. Kijk je vervolgens terug vanuit het andere einde van de zaal, dan zie je ritme ontstaan, alsof de chaos niet voor niets is geweest.
Natuurlijk, kunsthistorisch gezien is Dubuffet ook reuze interessant. Al in de jaren veertig verwerkte hij zand en asfalt in zijn werk en was daarmee één van de wegbereiders van de materieschilderkunst. Hij was geïnteresseerd in tekeningen van kinderen, geesteszieken en delinquenten – door hemzelf aangeduid als Art Brut – vanwege hun directheid en spontaniteit. De leden van de COBRA-groep waren bewonderaars, en Pop Art kunstenaars voelden zich aangetrokken tot zijn graffiti-achtige beeldtaal.
Jean Dubuffet, kortom, is opgenomen in de canon van de twintigste-eeuwse kunstgeschiedenis. Het leuke is dat zijn werk zich daar helemaal niets van aantrekt. Ga naar Neuss en geniet!

Jean Dubuffet, Le Raturé, 1965. foto VG Bild-Kunst, Bonn 2009

Jean Dubuffet – Ein Leben im Laufschritt, Langen Foundation, Raketenstation bij Insel Hombroich (Neuss), t/m 24 mei 2009. Zie: www.langenfoundation.de.