Raoul de Keyser (Deinze, 1930) is geen gemakkelijke schilder. In 2004 zag ik zijn werk in De Pont in Tilburg: nagenoeg abstracte lijnen, vegen en vlakken, schijnbaar nonchalant op het doek gezet. Het was eigenzinnig, verstild en poëtisch, verzekerden de zaalteksten en de recensies. Dat was het ook wel, maar wat wilde die man nou eigenlijk? Ik kwam er niet uit, daar in Tilburg. En later deze maand hangen De Keysers schilderijen weer in Bonn.
Gelukkig is er nu in Gent een tentoonstelling van werk op papier van De Keyser. De 187 tekeningen in het Museum voor Schone Kunsten zijn uitgevoerd in potlood, pen, aquarel en nu en dan een likje acrylverf. Ze stammen uit de periode 1964-1979, vroeg werk dus. Samen geven ze een uiterst verhelderend beeld van De Keysers ontwikkeling en bedoelingen. En in al hun onooglijkheid – de meeste zijn kleiner dan een A4-tje – werken ze directer dan de soevereine, maar enigszins afstandelijke schilderijen.
De Keyser begon zijn carrière als leerling van Roger Raveel en maakte deel uit van de beweging De Nieuwe Visie. Zijn vroegste tekeningen tonen kleine, verrassende stukjes uit de alledaagse werkelijkheid: een sok aan de waslijn, een wasknijper, een rits. Door de heldere lijnen en kleuren krijgen ze iets magisch. Maar al snel gaat De Keyser zijn eigen weg, die je zou kunnen samenvatten als ‘stilering’ en ‘uitvergroting’. Steeds simpeler worden de vormen. Steeds meer zoomt De Keyser in op details waar verschillende structuren elkaar raken.
Indrukwekkend is de lange serie tekeningen van krijtlijnen op voetbalvelden, een motief dat ook terugkeert in de schilderijen uit de jaren ’70. Het gras, de rafelranden van de witte lijn: steeds is de aanleiding voor de voorstelling nog te herkennen, maar tegelijkertijd gaan de structuren een eigen leven leiden. Hetzelfde doet hij met bomen of met het landschap. Je kijkt naar een vel met net-niet-parallelle lijnen, naar het contrast tussen een fijne arcering en lossere verfstreken en ineens krijg je het gevoel dat je iets van de essentie van het vlakke Vlaamse land te pakken hebt.
In de latere schilderijen van De Keyser lijkt de verf nog meer de overhand te nemen, maar met de tekeningen in het achterhoofd besef je dat het om veel meer gaat dan ‘abstracte’ schilderkunst. Uiteindelijk gaat het om hoe de zichtbare wereld in elkaar steekt.

Raoul de Keyser, Werken op papier 1964-1979. Gent, Museum voor Schone Kunsten, t/m 20/9,
www.mskgent.be. Schilderijen in Kunstmuseum Bonn, 20/8 t/m 18/10, www.kunstmuseum.bonn.de