door Duncan Liefferink

“Eigenlijk wil ik gedachten schilderen”, zegt Bep Scheeren. “Dat kan natuurlijk niet, dat weet ik wel. Maar we weten ook dat de binnenwereld en de buitenwereld met elkaar samenhangen. De mens is deel van de omgeving en die twee beïnvloeden elkaar.”
Hoe Bep Scheeren (Kerkrade, 1950) gedachten schildert, is te zien op de tentoonstelling Van de haat en de liefde in Museum van Bommel van Dam in Venlo. Er hangt werk uit de laatste tien jaar. Het eerste wat opvalt is de combinatie van zeer uiteenlopende stijlen binnen één schilderij – de combinatie van “verschillende soorten schilderkunst”, zoals ze het zelf uitdrukt. Realistische, haast klassiek gemodelleerde koppen, benen of vogels worden afgewisseld door los geschilderde, abstracte delen. Daartussen zwerven strakke, net-niet-monochrome vlakken en vormen. Al die elementen weet Scheeren knap tot een eenheid te smeden. “Dat heeft misschien te maken met het feit dat ik ben opgeleid als beeldhouwer”, oppert ze. Hoewel ze al snel overstapte op schilderen, hield ze er een sterk gevoel voor ruimte aan over. Een trefzeker in het vlak geplaatste, monumentale figuur of kop houdt in veel van haar schilderijen het beeld bij elkaar.
Maar sterke, goed gecomponeerde contrasten zijn nog geen gedachten. Hoe aantrekkelijk en kleurrijk het werk van Scheeren er ook uitziet, het opent zich pas als je beter kijkt. Een vaasachtig voorwerp blijkt een romp te zijn, waaruit een hoofd groeit. Een paar expressieve blauwe vegen veranderen in water, waarop een bootje vaart. Naast een hoofd, soms losjes daarmee verbonden, zweven abstracte structuren: een rasterwerk, een kronkel. Zouden dat die gedachten zijn? Ook de veelvuldig in Scheerens werk opduikende rokken zijn opgevuld met vegen en kleuren die de fantasie van de wildste couturier te boven gaan. Ze verwijzen naar het landschap op de achtergrond, of naar de dieren elders op het doek. Ze domineren het beeld, maar verbergen ook iets.
Scheerens wereld lijkt een surrealistische droomwereld, maar dat is het waarschijnlijk niet. Het gaat haar juist om de zeer reële verbindingen tussen mens, dier en omgeving, die je normaal niet kunt zien, maar die je – in de vorm van kunst – wel zichtbaar kunt maken. Associaties te over in dit rijke werk. Dubbelzinnige titels als Het vrolijke landleven, Wintergast – Zomergast (voor een tweeluik) of Toch kijken geven een aanwijzing, maar ook niet meer dan dat. Inderdaad, toch kijken dus!
Bep Scheeren: Van de haat en de liefde. Venlo, Museum van Bommel van Dam, t/m 9 januari 2011, met catalogus. www.vanbommelvandam.nl