“Kunst ontstaat uit de diepste diepten van het menselijk bestaan.”
“Het is (…) een poging het raadsel van het leven op te lossen.”
Voor minder deed Fien Huth het niet. De Maastrichtse kunstenares (1938-2007) schreef deze woorden in 1983 voor de opening van haar tentoonstelling in Museum van Bommel van Dam in Venlo. Ze had op dat moment haar stijl gevonden. In Venlo hingen grote, woeste doeken vol kleur en beweging. Ze sloten aan bij het neo-expressionisme van Georg Baselitz en de Neue Wilde. Korte tijd later exposeerde ze als eerste levende kunstenaar bij Noortman aan het Vrijthof. Ze brak internationaal door met tentoonstellingen in Duitsland en New York.
In het begin van de jaren negentig was het plotseling afgelopen. Huth werd geveld door verfvergiftiging en longemfyseem en was vrijwel niet meer in staat tot schilderen.
En nu, bijna precies vier jaar na haar overlijden, zijn er een boek en een tentoonstelling van haar nagelaten werk bij Galerie Post + Garcia in Maastricht. In lijn met haar zelfbewuste houding is het omvangrijke en fraai uitgevoerde boek gefinancierd uit middelen die ze daarvoor zelf in haar testament had gereserveerd. “Mijn talent is groter dan ik zelf besef”, zei ze nog in 1995. “Het is Nederlandse topkunst, ça suffit.”
Hoe welkom de documentatie van een destijds spraakmakend oeuvre ook is, je kunt je niet helemaal onttrekken aan de indruk van een postuum wanhoopsoffensief. Na 1992, toen haar productie stilviel, nieuwe trends het neo-expressionisme aflosten en de kunstenares haar werk niet meer zo krachtdadig kon promoten als voorheen, zijn haar schilderijen eigenlijk niet meer tentoongesteld. Huth benadrukte altijd dat in haar expressieve, spontaan ogende doeken geen verfstreek toevallig was. Compositie en kleurgebruik werden zorgvuldig voorbereid en afgewogen. Ze wilde in haar werk heel veel kwijt en je ziet haar bijna worstelen om in die veelheid de weg te vinden. Of zoals Ad Himmelreich het diplomatiek uitdrukt in de inleiding van het boek: “In die latere doeken zoekt Fien Huth naarstig naar structuur; in bepaalde werken gaat deze helaas verloren ten gunste van energieke gebaren van kleur.” Himmelreich verklaart het meeste te houden van werken uit de latere periode die “gelardeerd zijn met figuratieve elementen of waarin sprake is van heldere vlakverdeling”. Die zijn er wel, maar ze zijn niet in de meerderheid.
Fien Huth, een vrouw een kunstenaar. Galerie Post + Garcia, Maastricht, t/m 26 juni, www.postgarcia.com.