Belgica is een film over rock ’n roll en destructie en blinde hoogvliegerij. Maar voorlopig is er allen nog de trailer. Waaruit blijkt dat regisseur Felix van Groeningen verder graaft naar de ziel van zijn land. “Ooit raken de coke en de drank op.”
Persoonlijk hou ik niet van trailers. Het zijn leugenachtige commercials – maar verdomme wat is dat een lekkere trailer van Felix van Groeningens Belgica. Rock en fucking Roll. Het is half vier ’s nachts als ik ‘m zie. Net wakker. Soulwax pompend op de soundtrack, montage sleurt me langs de glazen over de bar van café Belgica dat natuurlijk natuurlijk natuurlijk een allegorie is voor heel België en omstreken, de vloeren bezopen, de leidingen verstopt, de mensen stampend op drank en liefde, verlies en verdriet. Dit kan bijna niet mis gaan. En dit is nog maar de trailer.
Dit is nog maar de trailer. Een belofte. Felix van Groeningen bewijst zich met elke film meer en meer een maker te zijn op zoek naar de ziel van zijn land. Niet alleen de Vlaamse ziel, dat is te makkelijk. Van Groeningens land is groter. Waar het in het zuiden ophoudt weet ik niet. Misschien bovenin Frankrijk waar het overloopt in het land van Bruno Dumont (onder andere Hadewych en Camille Claudel).
Onder de Romeinen was Belgica de naam van hun meest noordelijke provincie, grofweg tussen Seine en Rijn, wie wil mag het best nog iets verder naar het noorden en het zuiden doortrekken. Een land van muziek. Een land, u weet het, van tragiek. Niet alleen van het verdriet, waar Hugo Claus en de nodige schrijvers vóór hem over schreven, al vergeet geen enkel land makkelijk de slagvelden van twee wereldoorlogen.
De titel van de nieuwe film van Felix van Groeningen, Belgica, verwijst naar iets dat veel ouder is dan de twintigste eeuw. Het lijkt om iets groters, vagers, tijdlozers te gaan. Alsof men in dat land ooit iets is kwijtgeraakt, maar niemand zich kan herinneren wat dat was. Alsof de cirkel ooit rond was en nu een stuk mist. Misschien schiet het iemand wel weer te binnen. Als we maar muziek blijven maken. Als we maar blijven dansen.
Het is die combinatie van hoop en verslagenheid, de tragiek van de belofte die nooit bewaarheid wordt die Van Groeningen in Belgica probeert te vatten. Hij laat de trailer zien die voor altijd herhaald wordt maar waarvan de film nooit komt. Belgica is niet het enige café waar dat gebeurt, maar het is wel een van de weinige cafés waar ze die trailer buiten op de gevel spelen. Langs de weg, zodat iedere automobilist op doorreis het kan zien. Nergens zie je een land zo goed vanaf de weg als in België. Al is het ook daar aan het veranderen.
Van Groeningen is niet de enige die zijn land door zulke ogen ziet. Dimitri Verhulst schreef De helaasheid der dingen – door Van Groeningen succesvol verfilmd. Johan Heldenbergh en Mieke Dobbels bedachten het toneelstuk waar hij The Broken Circle Breakdown, genomineerd voor ‘buitenlandse’ Oscar. Allemaal verhalen van intens verlangen en groot verlies. Die laatste film had wel de gekte maar niet de roes van De helaasheid en het lijkt erop dat Van Groeningen die met Belgica terug wil. Misschien wil hij sowieso iets terug dat verdwenen was, want voor het eerst sinds Dagen zonder lief uit 2007 werkt hij weer samen met scenarist Arne Sierens. We zullen zien. Later meer.
Belgica draait om twee broers, Jo en Frank, die als Romulus en Remus hun eigen rijk stichten. Jo had het café al langer maar alles verandert wanneer Frank er komt werken na een tijd weg te zijn geweest. Hij trekt de muziek en de mensen aan die Belgica binnen de kortste keren tot het centrum van het nachtleven zullen maken. Maar waar kan een orgie eeuwig duren? Ooit raken de coke en de drank op. Of dansen we tot we op de bodem van de zee liggen? Nog een slok. Nog een lijn. De vloer loopt toch al schuin. Niemand voelt meer dat we zinken.
Ik weet niet hoever Van Groeningen die vergelijking met Rome ondanks de titel wil maken. Het is nogal een vergelijking. Maar laat ik ‘m dan maken: ook Rome ging aan eigen succes ten onder. Ergens stel je dan de vraag: wanneer verandert plezier in decadentie? Wanneer keert die blindheid zich tegen je? Wanneer zet de rot in?
Belgica heeft een traditie hoog te houden. Vóór Van Groeningen besloot om de ziel van mensen te vangen in een verhaal dat zich bijna helemaal in een café afspeelt, waarin dat café een allegorie is voor de tijd en de plek waar die mensen leven, was er Casablanca, Michael Curtiz’ klassieker uit 1942 met Humphrey Bogart. Hoewel hij de ellendige spanningen tussen bevolkingsgroepen niet vermijdt, speelt Van Groeningens verhaal natuurlijk wel in een andere plaats en tijd. Curtiz liet zien hoe fascisme en verraad en oorlog de zielen kapot maakten – al was er ook liefde – Belgica is een film over rock ’n roll en destructie en blinde hoogvliegerij. Van Groeningen is een romanticus, zei hij na het verschijnen van The Broken Circle Breakdown. Plus: hij houdt minder van smokings en gelaagde conversaties dan van rauwe ritmes en pure energie. Bij hem is de mens meer onnozel en aandoenlijk dan verdorven en pragmatisch. Meer ongeleid projectiel dan gericht schot.
Belgica, de opvolger, is Van Groeningens feest naar het einde van de nacht, een roes om nog even in te blijven hangen.
Belgica is vanaf 10 maart te zien in de bioscoop.
Voor een eerder interview met de regisseur zie: zuiderlucht.eu/felix-van-groeningen-verdriet-kun-je-niet-delen