De theaters gingen open, afgelopen week. WIDO SMEETS haalde een sneltest en ging kijken. ‘Na afloop de weg oversteken, dát is linke soep.’
Een fanatieke handenwasser ben ik nooit geweest. Een keer of vijf per dag, meer dan genoeg. Tijdens de eerste lockdown deed ik het vaker, met tegenzin. Nog steeds word je op sommige plekken gedwongen een gel, steeds een andere, door je handen te halen. Schoon? Smerig!
De laatste tijd doe ik vaker alsof. Houd ik mijn handen bij de desinfectiezuil, wrijf ze quasi over elkaar, en loop verder. Weerspannig? Het is eerder dat ik er niet in geloof.
Nu voel ik me gesteund door een stuk van de Vlaamse epidemioloog Luc Banneux in De Standaard, waar hij een aantal heilige huisjes van de coronahandhavers fijntjes omver kegelde. ‘Handen wassen is een goed idee voor preventie van infecties. Maar na veel meer dan honderd miljoen infecties is er geen enkele sars-cov-2 infectie gedocumenteerd die met enige zekerheid is overgedragen langs enige oppervlakte. Het is niet omdat je een virus kan kweken van een vlak, dat je het zo ook kan krijgen.’
Van zinnen als de laatste, een feest van wetenschappelijke onderkoeling, kan ik geen genoeg krijgen.
Afgelopen week zag ik twee theatervoorstellingen. Live – dat moet je er dezer dagen bij zeggen.
Er gingen twee verplichte sneltests aan vooraf. De Stichting Open Nederland heeft een sneltestcircus opgetuigd waarvoor ze naar verluidt honderden miljoenen euro’s krijgt toegestopt. Het is maar een gevoel, hé, maar ik vermoed dat hier onbekende, hele diepe zakken tot het randje toe gevuld gaan worden.
Na die tests, in een grote, witte en vooral lege hal met veel personeel en weinig klanten gingen we snel door naar het theater. In ECI Roermond zagen we De vrouw die de honden eten gaf, over de vrouw van Marc Dutroux, er waren 32 mensen. Twee dagen eerder waren we In Maastricht bij Ze hebben mijn vader vermoord met Hans Kesting. Twee avonden uitverkocht, in tijden van lockdown is dat twee keer 100 mensen.
Vooral Kesting was goed op dreef, met een bepaald niet gemakkelijk stuk. Hij speelde vier personages, in wisselende stemmingen – hoe herkenbaar, dat laatste. Er was geen pauze, en geen nazit. Toch wel een anticlimax, helemaal na zo’n formidabele voorstelling. En wat er nu helemaal getest werd, die avond, was ons een raadsel. Dat we de looplijnen volgden? Het theater is toch geen Zwarte Cross Festival?
In Maastricht liep een tv-ploeg van het VRT Journaal rond. Bij de deur werd ik kort geïnterviewd. Of ik blij was dat ik weer in het theater was? ‘Ja’, antwoordde ik naar waarheid, ‘en overmorgen ga ik weer.’
De rest van mijn inbreng haalde de uitzending niet. Zoals het antwoord op de vraag of ik hier lang naar had uitgekeken. ‘Ik wilde Kesting zien. In een solovoorstelling reikt een acteur naar de sterren; dit was de kans om dat mee te maken. Maar verder…? Er zijn genoeg andere mogelijkheden om het naar je zin te hebben.’
Ik voldeed overduidelijk niet aan het profiel van een theaterliefhebber die cold turkey het gebouw bestormt om eindelijk weer aan zijn trekken te komen. Ik kom er graag, in het theater, maar een avondje bioscoop is me even lief, net als een bezoek aan een museum, twee uur op de racefiets of een potje tennis.
Ik voldeed overduidelijk niet aan het profiel van een theaterliefhebber die cold turkey het gebouw bestormt om eindelijk weer aan zijn trekken te komen.
Komende week wordt er ook bij de musea geëxperimenteerd, ze vallen onder de ‘doorlooplocaties’. De uitkomst zal zijn dat ze ook in pandemische tijden prima in staat zijn om mensen te ontvangen. Wat we natuurlijk al wisten, in België doen ze dat al maanden. Niet als experiment, maar door elke dag voor iedereen de deuren te openen en de in time slots opgekomen bezoekers instructies mee te geven.
Het is als met ongewassen handen: de kans dat je erdoor besmet raakt, is kleiner dan het risico op een trombose door het Janssen-vaccin, kleiner ook dan een blikseminslag. Na afloop de weg oversteken, dát is linke soep.
Al dat gehannes – ik weet het niet. Het is maar een gevoel, maar kunnen die honderden miljoenen voor Open Nederland niet beter worden besteed aan slimmere vaccins. Aan een verbeterde, op nieuwe pandemieën toegesneden zorg en een wereld die zo is ingericht dat een virus zich minder snel verspreidt.
WIDO SMEETS