Een vrij internet, een vrije wereld. Daar draait de film om. De spectaculaire science fiction-film Tron (1982) flopte, maar verwierf wel een cultstatus. De gedigitaliseerde opvolger, Tron Legacy, is even spectaculair. Ook de boodschap bleef dezelfde: de virtuele én de echte wereld worden beheerst door grote bedrijven. Acteur Jeff Bridges: “Deze technologie betekent dat ik nooit meer hoef te werken.”

Fascinerend om te zien: acteur Jeff Bridges die het opneemt tegen een meer dan twintig jaar jongere versie van zichzelf. Het gebeurt in de remake van de film Tron: Legacy. Bridges speelt er Kevin Flynn, een computerdeskundige en visionair die hij ook al eens in 1982 verbeeldde, in de eerste Tron-film. Met behulp van de nieuwste technologie boetseerde visual effects-expert Eric Barba een jonge versie van Bridges. Daarvoor werd alles uit de kast gehaald: een 3d-scan van het gezicht en 52 zogenaamde ‘facial markers’ om geen gelaatsuitdrukking te missen. Honderden ingescande foto’s van een jonge Bridges zorgden voor de rest.

In tijdschrift Bright legt Barba trots uit hoe op basis van die gegevens een nieuw personage werd geprogrammeerd. Een personage dat in Tron: Legacy acteert én spreekt. “En als ik het zelf mag zeggen: dat is dus voor het eerst in de filmhistorie”, zegt hij vol trots. Natuurlijk, in Avatar (2009) speelden digitale acteurs een belangrijke rol. Die waren echter niet gebaseerd op bestaande acteurs. Laat staan op een jongere versie ervan. Bridges zelf is uitermate tevreden met het resultaat. “Deze technologie betekent dat ik nooit meer hoef te werken én toch films kan maken”, zegt de inmiddels 61-jarige acteur in het Britse dagblad Daily Mail met gevoel voor ironie.

Tron: Legacy, vanaf deze maand in de bioscoop, is visueel spektakel van de bovenste plank. Producent Walt Disney trok 170 miljoen dollar uit voor de 3D-opvolger van Tron. Die film stond begin jaren tachtig te boek als revolutionair, maar werd een commerciële flop. Pas jaren later kreeg de Disney-productie een cultstatus. Toenmalige regisseur Steven Lisberger keert nu terug als producent. De regie is in handen van Joseph Kosinski. Een opmerkelijke keuze; de reclamefilmmaker gooide eerder hoge ogen met zijn werk voor onder andere het computerspel Halo 3.

De virtuele wereld waarin Tron: Legacy zich grotendeels afspeelt, baadt in een mysterieus gefilterd blauw licht. Veel veranderde Kosinski niet aan de oorspronkelijke beeldtaal uit 1982, al is  ‘het grid’, zoals de virtuele wereld door filmmakers wordt genoemd, er een stuk duisterder op geworden. Pronkstuk is de door voormalig Bugatti-ontwerper Daniel Simon onder handen genomen lightcycle, een motor waarmee virtuele gevechten worden gehouden.

De actiescènes in de film zijn adembenemend, maar de digitale verjongingskuur die Kevin Flynn onderging, overtuigt minder. Zijn mond lijkt boven het gezicht te zweven, zijn mimiek is houterig. Dat komt de toch al niet hoogstaande dialogen niet ten goede – maar die waren in de eerste Tron ook al niet om over naar huis te schrijven. Die film moest het hebben van de voor die tijd uitzonderlijke visuele effecten, net als de remake dus. Van een goed uitgewerkte plot is onder de nieuwe regisseur Kosinski geen sprake. Dat is zonde, want de aanzetten om van Tron: Legacy een buitengewone film te maken zijn er wel degelijk. Het verhaal geeft genoeg aanleiding.

In de opening van de film hackt Sam Flynn, gespeeld door Garrett Hedlund, het veiligheidssysteem van ENCOM, het computerbedrijf waarvan hij de helft van de aandelen heeft geërfd van zijn spoorloos verdwenen vader Kevin. Het nieuwe besturingssysteem dat het softwaregigant op de markt wil brengen, zet hij gratis op internet. De eerste minuten flitsen voorbij waardoor het statement dat wordt gemaakt alweer snel is vergeten. Dat is hetzelfde als bij de eerste Tron: grote bedrijven zijn de vijanden van vrije keuze. Al snel belandt Sam in het ‘grid’ waar zijn vader noodgedwongen de afgelopen twintig jaar heeft doorgebracht. En dan wordt het inhoudelijk pas echt spannend. In de door Kevin Flynn ontworpen virtuele wereld zwaait het computerprogramma Clu, ook al in een twintig jaar jongere versie, de scepter. Zijn doel? De perfecte wereld maken. En dat is er een van controle, perfectie. Wat afwijkt, moet kapot. Kevin gelooft inmiddels niet meer in de ideeën van zijn jongere ik en gaat de confrontatie met zichzelf aan. “Het perfecte systeem bestaat niet, dat wist ik niet toen ik jou maakte”, probeert hij Clu te overtuigen. Zonder succes.

De daaropvolgende confrontaties zijn visueel en auditief, met muziek van popgroep Daft Punk, overdonderend en dringen het verhaal nog verder naar de achtergrond. Jammer, want het is een prachtige metafoor voor de manier waarop internet, de vrije virtuele wereld, en eigenlijk ook de echte wereld steeds meer wordt beheerst door grote bedrijven. Steeds meer wordt ingeperkt door regels. Tron: Legacy spreekt zich uit vóór vrijheid, vóór verscheidenheid. Een voor multinational Walt Disney opmerkelijke en gewaagde boodschap en bijna dertig jaar na Tron actueler dan ooit.