…plooit de waarheid
Arnhemmer Jibbe Willems ontpopt zich als de huisschrijver van Toneelgroep Maastricht. De auteur van Waar het vlakke land gaat plooien werkt nu aan een bewerking van Shakespeares Othello. Komend seizoen wordt zijn hertaling van Schnitzlers Traumnovelle opgevoerd. “Ik probeer het gevoel van een stuk te raken. De taal moet daarbij helpen, geen obstakel zijn.”
Drie jaar werkte Jibbe Willems als acteur. Toen was het mooi geweest. Hij had toneelacademie gedaan, niet eens de acteursopleiding trouwens, kreeg genoeg rollen aangeboden, maar werd daar doodongelukkig van. Waarom toch? “Eigenlijk ben ik er helemaal niet goed in”, zegt hij. “Ik zag ook geen progressie. En elk stuk dat je speelt is toch een project van de regisseur. Als acteur moet je je dan dienstbaar opstellen. Ik merkte dat ik daar minder goed in ben. Ook omdat ik zelf ambities had als maker.”
Hij stopte met acteren, en besloot zich te richten op schrijven. Om verzekerd te zijn van een inkomen, ging hij bij een bank werken, ABN Amro, toen nog dé bank. Willems werd adviseur betalen, sparen en lenen. Het was nog vóór de bankencrisis. “Ik was vooral druk met leningen verkopen aan mensen van wie je weet: die hebben niet zo’n heel solide basis. Allemaal aflossingsvrij, allemaal tegen absurd hoge rentepercentages. Ik denk dat veel van die mensen nu…”
Er valt een stilte in Stella by Starlight, een huiskamercafé in het Arnhemse Coehoornkwartier waar we een plek hebben gevonden op een podium waar amper één tafeltje op past. In de wijk aan de achterkant van het nieuwe NS-station hebben jonge creatieven leegstaande panden in gebruik genomen. Zoals de uitbaters van Stella by Starlight, waar Willems, gezien de vele knikjes en hallo’s die hij incasseert tijdens het gesprek, kind aan huis is.
Jibbe Willems (Arnhem, 1977) studeerde vóór de toneelacademie Nederlands, daarna geschiedenis. Hij wilde journalist worden. “Tot ik merkte dat ik meer van de mythe houd dan van de feiten. In de journalistiek moet je je vasthouden aan werkelijkheden, in de fictie zijn waarheden wat plooibaarder.”
Na zijn escapades bij ABN Amro, in 2007 hield hij het er na negen maanden voor gezien, kreeg hij voet aan de grond als toneelschrijver. Zijn meest recente stuk is Waar het vlakke land gaat plooien, het visitekaartje van Servé Hermans en Michel Sluysmans, de nieuwe artistieke leiders van Toneelgroep Maastricht. Willems: “Ik ken Servé van de Toneelacademie. We hebben veel samengewerkt, een jaar lang woonden we in hetzelfde huis in Amsterdam. Toen ik naar ABN Amro ging, vertrok hij naar NTGent, maar we hebben altijd contact gehouden en zijn goede vrienden gebleven. Toen Johan Simons er wegging, werd NTGent een huis van de spelers. Daar is denk ik bij Servé het idee opgekomen om ook bij Toneelgroep Maastricht een huis van spelende makers te beginnen. Voor de overgangsperiode tussen hun aanstelling en het begin van het nieuwe theaterseizoen was er nog ruimte voor een kleine voorstelling, als introductie.”
Waar het vlakke land gaat plooien past in de opdracht die Servé Hermans en Michel Sluysmans bij TM kregen om de band met het Limburgse publiek te herstellen. Die is onder hun voorganger Arie de Mol, die een soort postmodern vormingstheater voorstond, nogal verwaterd. Met zo’n 25.000 bezoekers per jaar trekt Toneelgroep Maastricht gemiddeld de helft minder publiek dan de andere zeven door het rijk gesubsidieerde stadsgezelschappen in Nederland.
Ook het volgende stuk van TM, een bewerking van Shakespaeres Othello, gaat over geboortegrond en identiteit. De zwarte Othello wordt gedoogd door zijn omgeving, maar in het lagunerijk Venetië met zijn geïsoleerde ligging blijft hij een buitenstaander. Ook in het gesloten, naar binnen gekeerde Limburg met zijn PVV-electoraat zit de xenofobie diep, is de boodschap van Servé Hermans, die, als regisseur, de confrontatie met zijn achterland opnieuw niet uit de weg gaat.
De tekst van Othello wordt vertaald door Jibbe Willems. Geen letterlijke vertaling, laat hij vast weten. “De beeldspraak van Shakespeare is prachtig, maar voor een modern publiek wat vergezocht. Ik probeer het gevoel van het stuk te raken, de taal moet daarbij helpen, geen obstakel zijn.” En ja, natuurlijk gaat het over racisme. “Ik wil de volledige omgeving van Othello, of ze nu rivalen, vrienden of zelfs minnares zijn, doordrenkt laten zijn van al dan niet bewust racisme. Het is zó aanwezig en vanzelfsprekend dat het niemand meer opvalt.”
Voor komend seizoen heeft Willems voor TM een hertaling in petto van Traumnovelle van Arthur Schnitzler, bij het grote publiek beter bekend in de filmversie van Stanley Kubrick, Eyes Wide Shut, met Nicole Kidman en Tom Cruise.
Kreeg Willems met Othello en Traumnovelle ruim de tijd, Waar het vlakke land gaat plooien kwam tot stand in een hogedrukpan. De première was tien weken nadat Hermans en Sluysmans in Maastricht de leiding overnamen.
Wanneer zijn jullie met het stuk begonnen?
“In november….”
Lachend: “En met het schrijven begon ik pas in januari. Het was erg kort op de bal. Wat ook wel heel gaaf is, hoor. Het moest een rock ’n roll feestje worden, als aftrap van het nieuwe artistiek leiderschap van Servé en Michel. Daarna zijn de ambities wel wat gegroeid, de pretenties misschien ook wel. Servé zou erin spelen, met zijn band Het Zuiden. Michel zou regisseren, en Joke Emmers, een geweldige actrice die zou toetreden tot het gezelschap, moest ook iets te doen hebben. Omdat ik in de toekomst vaker stukken zal schrijven voor TM, was het ook voor mij een introductie.”
Het idee was al wat ouder, het moest gaan over Limburgse roots.
“Ja, het zou gaan over het verlangen naar Limburg, naar waar je vandaan komt. Maar ook over de afstand daarvan als je weg bent gegaan. Joke komt uit Neerpelt, ze is weggegaan. Servé komt uit Maastricht, hij is ook weggegaan.”
Er moesten twee acteurs in, er moest een muziekband in. Zijn dat beperkingen of uitdagingen?
“Allebei. Half januari, ik was al aan het schrijven, kwam er nog een operazangeres bij. En de thematiek werd breder. Alleen het verlangen naar Limburg, dat verkoopt niet zo goed. Je moet ook praktisch denken, 2015 is het Jaar van de Mijnen, dus er kwam iets over de mijnen in. Ingrediënten genoeg dus. Ik hou daar wel van, om te kijken hoe je van zoiets gaandeweg een geheel kunt maken.”
Het klinkt als schrijven op recept.
“Als ik zelf niet het idee heb dat ik binnen zo’n opdracht mijn autonomie kan behouden en mijn eigen stempel kan drukken, dan doe ik het niet. Dan moeten de makers het zelf doen, ik kan niet naar hun verwachtingen toeschrijven.”
Zo ver kwam het niet. Op zijn website zegt Willems een toneeltekst te beschouwen als een halffabricaat, “geen liggende tekst geschreven voor het papier, maar een tekst die rechtop moet komen te staan, op het podium. En een toneeltekst is maar één onderdeel van een voorstelling die verder bepaald wordt door het volledige artistieke en technische team dat eraan mee werkt.”
Jibbe Willems is geen solist die met opgetrokken schouders door het leven gaat, maar een man die houdt van samenwerken. En zo schreef hij begin dit jaar binnen twee maanden Waar het vlakke land gaat plooien, een poëtische tekst over een Limburger die zijn geboortegrond ontvluchtte, en in Berlijn woont. Daar krijgt hij het bericht dat zijn moeder op sterven ligt. Diezelfde nacht rijdt hij met zijn zwangere vriendin, afkomstig uit Belgisch Limburg, naar Heerlen. Die reis, elke plas-stop van zijn vriendin is een nieuwe scene, pakt uit als een zoektocht naar zijn wortels. Híj haat zijn geboortegrond, zíj vindt het wel meevallen, daar in dat plooiende land. Toneelgroep Maastricht maakte van deze road movie een dampende muzikale voorstelling, met de nieuwe aanwinst Joke Emmers in een glansrol, over een verdrongen jeugd, verborgen heimwee, het romantische verlangen naar een land dat niet (meer) bestaat. En, uiteindelijk, over identiteit en het cultiveren daarvan.
Als student aan de Toneelacademie zat je vier jaar ‘embedded’ in Maastricht. Had je heimwee naar Arnhem?
“Nee. Ik ging wel vaak terug natuurlijk…”
Hoezo “natuurlijk”?
“Nou ja, het is eigenlijk niet natuurlijk, maar hier, in Arnhem, had ik mijn vrienden. Voor mij is een stad een plek waar je vrienden zitten. Dat vind ik het belangrijkste. Ik heb in Maastricht gewoond, in Gent en in Amsterdam. Daarna ging ik samenwonen in Maastricht, vlakbij de Toneelacademie, waar mijn vriendin studeerde. Het was een wereld waar ik eigenlijk al klaar was. Ik moest daar gewoon weg. Ik heb vrienden in Amsterdam en Arnhem. Het werd Arnhem, hier is het nu eenmaal veel gemakkelijker om een woning te vinden. Maar steeds met de gedachte: ik ga hier weer weg, naar Amsterdam of Berlijn. Langzamerhand realiseer ik me dat ik me hier heel thuis voel.”
“Mijn liefde voor Arnhem is iets dat heel weinig mensen die hier niet vandaan komen met me delen. Ze vinden het een lelijke, ontoegankelijke stad, en dat is het ook. Tegelijkertijd zijn er heel voor mogelijkheden.”
Hij wijst naar buiten, naar een gat in de bebouwing met hier en daar wat speeltoestellen. “Het is heel tof om te zien dat zo’n gat in de stad is omgebouwd tot een gek parkje. Arnhem is een stad waar veel leeg staat, met een van onderaf opkomende cultuur die laat zien wat er desondanks allemaal mogelijk is.”
Limburg klaagt over een brain drain: jongeren gaan weg om te studeren, en komen niet terug.
“Ook hier gaan veel mensen weg, de stad heeft geen universiteit. Er zijn wel goede kunstacademies, en Arnhem is een modestad, maar door de bezuinigingen is steeds minder mogelijk. Gelukkig is Generale Oost, als productiehuis voor theatertalent, behouden gebleven.”
“Ik merk wel dat de twintigers van nu veel ondernemender zijn dan wij zeventien jaar geleden. Zij organiseren pop up winkels in de stad, en ’s zomers een te gek festival als Roofgarden, op een terras op het dak van een parkeergarage, met een klimaat-neutrale stadsboerderij. Een ander voorbeeld is Ruimtekoers, dan vullen ze de leegstaande gebouwen in de stad met theater, lezingen, muziek en literatuur. In die ruimtes zetten ze groene lampen, waardoor ’s avonds een groene gloed in de stad hangt. Het is een samenwerking tussen culturele partijen, kunstenaars, makers, ondernemers en de bezitters van die panden. Deze ontwikkelingen waren er tien jaar geleden niet.”
Koesteren Arnhemmers een uitgesproken identiteit, zoals Limburgers dat doen?
“Alleen om zich af te zetten tegen Nijmegen of Amsterdam. Voor een ondernemersvereniging heb ik laatst een tekst voorgedragen met als titel Arnhem is beter. In vergelijking met Amsterdam. Dat is natuurlijk ironie. Tegelijkertijd heb je hier geen twintig kunstenaars per vierkante meter, zoals in Amsterdam. Je hebt hier meer mogelijkheden.”
In Limburg is het overheidsbeleid om jong talent vast te houden. Vanuit dat perspectief lijkt Waar het vlakke land gaat plooien bijna een instrumenteel stuk.
“Ik wist dat niet, ik heb me dat dus niet gerealiseerd. Ik denk dat ik het niet erg gevonden zou hebben. Ik snap best dat je als Toneelgroep Maastricht je regio moet bedienen, en dat je daar inhoudelijk naar kijkt. Omdat de mannelijke rol nogal tekeer gaat tegen Limburg, dacht ik eerder dat mensen zich misschien beledigd hadden gevoeld. Zo van: wat komt die Arnhemmer ons vertellen over Limburg?! Ik ben blij dat dat niet is gebeurd. Als toneelschrijver moet je je kunnen inleven in alles, anders zou ik alleen maar stukken kunnen schrijven over blanke mid-dertigers in de provincie Gelderland. Ik denk juist dat als je je van buiten naar binnen probeert in te leven, je zowel vanuit empathie als beschouwing kunt schrijven.”
Waar het vlakke land gaat plooien is bij uitstek een stuk om de kloof naar een jong publiek te slechten. Toch wordt het niet gespeeld in jongerencentra en poppodia.
“Het zou inderdaad goed kunnen, als locatievoorstelling. Daarvoor moet je als gezelschap verbindingen aangaan, zoals in Arnhem gebeurt tijdens Roof Garden. Een duurzaam publiek moet je opbouwen, je kunt niet blijven steken in incidenten. Samenwerken is zó belangrijk. Je kunt lang blijven hangen bij de wonden die zijn geslagen in het cultuurlandschap, maar als je zelf geen weefsel maakt om ze te dichten, blijf je alleen maar zeuren. Ik geloof er écht in: samen een grotere koek bakken is beter dan vechten om de kruimels.”
Waar het vlakke land gaat plooien. In Heerlen tijdens Cultura Nova (28.8 t/m 6.9), daarna op tournee, van 22.9 t/m 22.11. www.toneelgroepmaastricht.nl
Othello. Shakespeare-klassieker, herschreven door Jibbe Willems, op muziek van Giuseppe Verdi. Van 27.6 t/m 11.7 in Openluchttheater Valkenburg, daarna op tournee. www.toneelgroepmaastricht.nl
Boven: Scene uit Waar het vlakke land gaat plooien met links Joke Emmers en rechts Servé Hermans. Foto: Ben van Duin
Ons
‘Ons is de vaders en de moeders
ons is hun kinderen en ons is
de kinderen van hun kinderen
ons is de eeuwen bloedlijn Limburg
maar ook zij die zijn gekomen, die is ons,
de zuiderling voor wie ons zuiden noorden was,
is opgenomen in ons dna,
de immigranten en de gastarbeiders,
de Italiaan, de Spanjaard en de Joegoslaaf,
de Griek, de Turk, de Marokkaan,
ook zij zijn ons, met bruine ogen
waarmee ze meisjesdromen binnen zogen
en snorren als borstels vol kolengruis
ons is waar de aarde heuvelt,
waar het vlakke land gaat plooien
want hoe verder weg van Holland
hoe minder plat het leven wordt
en minder hard
ons is de taal, zo zacht,
met g’s waar je in weg zakt,
ons spreekt in moerassen,
zinnen waarvan betekenis
achter de glimlach ligt,
en wanneer je niet van hier bent
zie je enkel ons gezicht’
(fragment uit Waar het vlakke land gaat plooien)