Met een bloemlezing van hun werk onder de arm gaan twaalf jonge Limburgse dichters vanaf de Boekenweek samen op tournee. Uitgever Hennie Jetzes ziet overeenkomsten met de opkomst van de dichters die we nu rekenen tot de gevestigde orde. “Elke regel is 100 keer doordacht. Het podium is te vluchtig, internet ook.”
Rimram revisited
Op 1 november 1967 kwamen bronsgroene dichters en literatuurliefhebbers bijeen om te rimrammen in de Redoute-zaal in de Maastrichtse Bonbonnière. De jonge dichter Hans van de Waarsenburg had via de radio naar Poëzie in Carré met Simon Vinkenoog geluisterd en informeerde bij Fred van Leeuwen van de Regionale Omroep Zuid of zoiets ook niet in Maastricht geregeld kon worden.
Pierre Kemp was die zomer overleden maar Jan Hanlo prijkte als grote dichter op het affiche. En er waren er meer die opstonden en later via de pen bekendheid zouden verwerven: genoemde Van de Waarsenburg, Leo Herberghs, Wiel Kusters, Pé Hawinkels, Pieter Beek, Ton van Reen en het echtpaar Willem K. en Harjo Coumans. Onder rimrammen verstond anchorman Van Leeuwen “het samenbrengen van onsamenhangende dingen”. De avond eindigde in een voortreffelijke chaos toen het publiek zelf het woord kreeg. Opperprovo Hans Mol verscheen als poëet, gekleed in een papieren kazuifel die hij bij wijze van statement plechtig aan stukken scheurde: de dichter moet zich onder de mensen begeven.
Daar geeft de nieuwe generatie in elk geval gehoor aan. Volgens Quirien van Haelen (Haelen, 1981), hij noemt zichzelf dichter van zapgeneratie, is het werk van zijn generatie ook veel toegankelijker voor een groot publiek. “Wij zijn niet zo hermetisch.” Misschien dat zijn agenda daarom uitpuilt met voordrachten en performances. Hij zou er zelfs van kunnen leven. Ware het niet dat hij een eigen huis heeft, ‘een dikke bak’ voor de deur en hij geregeld op vakantie wil. Dus is hij óók docent Nederlands op een middelbare school in Roermond.
De jonge dichters die Hennie Jetzes selecteerde voor boek en tournee gebruiken vooral podia en internet om hun werk aan de man te brengen. “Indertijd draaide het om een boek, nu om de performance.” Jetzes ontmoette een aantal van hen tijdens het literaire festival Culturele Lente, vorig jaar in Heerlen. “Ik proefde dezelfde sfeer als destijds in de Redoute. Er zit veel talent in die groep en ik wilde gewoon iets voor ze betekenen.” De tournee reikt tot in Utrecht en Amsterdam. “Ik wil niet in de eeuwige discussie verzeild raken of het hier al dan niet om Limburgse dichters gaat”, zegt Jetzes. “De meesten van hen studeren buiten de provincie en zoeken zelf hun podia tot ver daarbuiten.”
Georganiseerd zijn de jonge dichters niet, maar ze komen elkaar wel geregeld tegen. “Het zou me niet verbazen als de tournee pas echt een groep van ons zou maken”, denkt Quirien van Haelen. “We helpen elkaar waar we kunnen”, zegt Danny Danker (Roermond, 1974). “Met Quirien, Daan Doesborg en ACG Vianen zijn we naar het afscheid van Simon Vinkenoog geweest. Heel indrukwekkend zoiets te mogen delen. We staan elkaar niet in de weg. We hebben allemaal onze eigen artistieke onafhankelijkheid we kunnen wel samen bewegen en beweging veroorzaken.”
“Het is best wel ons kent ons”, verontschuldigt dichteres en studente journalistiek Hilke Heijmans (Roermond 1990) zich bijna. “Met een aantal dichters heb ik contact via hyves.” Van een stroming wil ze niet weten. “Er is hooguit sprake van een soort van sfeer en verbondenheid. We begrijpen elkaar.”
Danny Danker wordt ook wel D Guevara genoemd. Naar eigen zeggen vanwege de spiegel die ze het publiek durft voor te houden en de baret die vaak op haar hoofd staat wanneer ze haar gedichten voor het voetlicht brengt. Al is ze ook wel uitgemaakt voor de Anouk van de avond toen ze voor een gehoor van 2.000 politiemensen de opzichtig getatoeëerde draak op haar bovenarm onbedekt liet. Ze kan zich er over ergeren, want het mag dan performance zijn, het gaat wel om de inhoud. “Performance is leuk maar geen doel op zich. Ik ben ervan overtuigd dat je poëzie uiteindelijk alleen maar kunt waarderen via de intimiteit van het papier, in je eigen tijd en ruimte.”
Hoewel Quirien van Haelen grossiert in sites, gedichten desnoods op bestelling sms’t en een keer of drie keer per week op een podium staat, ziet ook hij zijn gedichten het allerliefst gewoon op papier. “Daar kan geen Lowlands, Zwarte Cross Festival of internet tegenop. Elke regel is 100 keer doordacht. Het podium is te vluchtig, internet ook. Het is leuk om de entertainer uit te hangen maar uiteindelijk hoop je toch dat tenminste een paar mensen door hebben wat je probeert te zeggen.”
Danny Danker beaamt dat. “Op internet word je voortdurend afgeleid. Mijn blog is commercieel volkomen oninteressant maar ik kan er wel precies doen wat ik wil. Voor mij is poëzie: woorden in hun oorspronkelijke waarde terug te zetten. Voorbeeld. Wie weet nog wat de werkelijke waarde is van het woord samenleving? Ik wil zo’n woord de oorspronkelijke waarde teruggeven. Ik heb altijd veel gebruik gemaakt van neologismen. En daarmee riep ik veel weerstand op. Men vond het te bedacht, te vergezocht, te veel klankkunst. Maar ik doe niet aan concessies. Het afgelopen jaar werd ik via mijn blog gevonden door een Australische vertaler. Of ze een aantal gedichten mocht vertalen? Ik dacht: doe maar; Sidney- daar hoor je nooit meer iets van. We kregen contact over een poëtische vertaalslag van het woord maneschijn waar ik in een maanzinnig gedicht waneschijn van had gemaakt. In overleg met schrijver en Nobelprijswinnaar J.M. Coetzee had ze er Loonlight van gemaakt. Coetzee schreef dat hij helemaal blij was geworden van dat woord! Zo’n blog werkt als YouTube; het is een manier om mensen naar je dichtbundels te brengen.”
Danker gaf haar boeken Van de gekken (2006) en Als blijk van Danker (2008) zelf uit. Voordeel: alles in eigen hand. Nadeel: het kost je alleen maar geld. “Wij zijn geneigd om met zelf uitgegeven bundels te smijten alsof het visitekaartjes zijn. Het zou wel leuk zijn om er eens iets aan te verdienen.”
Quirien van Haelen verkoopt naar eigen zeggen bij de vleet. “Van mijn vorige bundel Testosteron zijn meer dan 3000 exemplaren verkocht.” Hij noemt zichzelf ‘een marktman’. “Gênant? Weet je wat ík gênant vind? Dichters die hun boek niet op voorraad bij zich hebben omdat ze bang zijn dat die toch niet verkoopt.” Afgelopen jaar debuteerde hij zelfs als vrouwelijke dichter onder de naam Quinty Leeuwenvacht. “Ik zat zo vol opdrachten dat ik de vraag niet meer aankon. Ik dacht: dan stuur ik een nieuwe Quirien de wereld in en vraag ik een studente van de Toneelacademie om mijn gedichten voor te dragen. We waren er vrij ver mee maar uiteindelijk heeft ze afgezegd. Ik zat ook een beetje vast in mijn werk. Ik wilde zo onderzoeken of ik vanuit een nieuw standpunt kon schrijven.”
Hilke Heijmans heeft nog geen eigen bundel. “Ik vind het leuk om te performen maar ik betrap me er wel op dat ik tijdens het schrijven iets te veel rekening begin te houden met een publiek. Als je weet dat het alleen maar bedoeld is voor het papier, schrijf je anders.”
In diens laatste bloemlezing van de Nederlandse poëzie nam Gerrit Komrij ook een aantal gedichten van Quirien van Haelen op. Daarmee was hij de jongste dichter in de ‘Dikke Komrij’. “Altijd lekker want dat leverde veel aandacht op. Ik zat destijds in de poetryslamwereld die niet erg serieus werd genomen. Dankzij Komrij werd ik opeens op alle poëziefestivals gevraagd. Daardoor ben ik mezelf ook serieuzer gaan nemen, ben er meer geëngageerd door gaan schrijven.”
Rond de Boekenweek (thema: jong zijn) verschijnt ook een bloemlezing van Gerrit Komrij (66) met werk van dichters onder de 32 jaar. Van Haelen is opnieuw geselecteerd. “Komrij koos enkel geëngageerd werk. Mijn nieuwe bundel gaat De wereld wordt weer plat heten. De wetenschap, de filosofie en de tv, alles is plat, oppervlakkig aan het worden. Ook Albert Verlinde komt er in voor. Die man is wel zo’n beetje het toppunt van cultuurverloedering. Via de weg van de overdrijving probeer ik dat te laten zien. Wat ik eigenlijk wil zeggen is: “Verdiep je eens in een boek.”
Intussen is de rimramgeneratie bepaald nog niet uitgesproken. Op 10 en 11 maart staat de lente-editie van The Maastricht International Poetry Nights op stel. De directeur heet Hans van de Waarsenburg.
Dichteres Danny Donkers alias D Guevara. “J.M. Coetzee schreef dat hij helemaal blij was geworden van het woord Loonlight.”
foto Violetta van Dam
Tournee vanaf 10 maart. Op die dag wordt de bloemlezing Alles staat nog op zijn plaats van Hennie Jetzes gepresenteerd in Schunck* Heerlen. www.schunck.nl www.huisvoordekunsten.nl Maastricht Poetry Spring Edition op 11/3 Bonbonnière Maastricht. www.maastrichtpoetry.com