Acteur en duvelstoejager Josse De Pauw wordt dit jaar zeventig, al wil hij er niet flauw over doen. ‘Als ouderdomsdeken is de dood voor mij dichterbij’, zegt hij tegen YANNICK DANGRE, ‘maar zonder dat dat enige zwaarte moet inhouden. Ik ben nog van de generatie die van het leven kan houden omdát het eindig is.’

Een poos geleden alweer kwam de vader van Alexander Devriendt te overlijden. De man noch zijn familie was gelovig, zodat de vraag zich stelde welk ritueel je rond de dood moet verzinnen. Bij het bedenken van de afscheidsplechtigheid begon het bij Devriendt, artistiek leider van theatergezelschap Ontroerend Goed, te borrelen om er een voorstelling over te maken. Participatief theater is een stiel die hem wel ligt. 

Dat geldt niet per se voor Josse De Pauw, voor wie participatief theater grotendeels onbekend terrein is. Dat is niet zomaar; hij heeft er naar eigene zeggen nogal een hekel aan. ‘Maar een van de weinige keren dat ik het geslaagd vond, was wel bij Ontroerend Goed. Bij hun haal ik er wél iets uit. Ze hebben ook een bonte groep mensen bijeengebracht. Er zit niet eens iemand tussen aan wie ik mij erger. En dat is best bijzonder,’ zegt hij met een glimlach.

Josse De Pauw: ‘Nog elke dag moet ik de reflexen herzien die ik in de jaren zeventig en tachtig heb gekweekt.’ foto Marleen Daniëls

Het resultaat van Devriendts denkwerk werd de voorstelling Funeral, waarmee Ontroerend Goed dit najaar na Nederland en België ook de VS en Canada aandoet. In Funeral wordt Josse De Pauw (Asse, 1952) geconfronteerd met zijn eigen eindigheid; de acteurs zoeken naar nieuwe rituelen voor de dood – zonder die te sacraliseren. ‘Dat vind ik het krachtigste aan de voorstelling, dat ze niet de weg opgaat van de traditionele religies. We willen het zo open mogelijk hebben over vergankelijkheid en hoe daarmee te leven.’

Vanwege zijn leeftijd voelt het thema voor Pauw, behalve acteur ook regisseur, auteur en columnist acuter dan voor anderen, maar hij gaat de gedachte daarom niet uit de weg. ‘In het stuk doen we dat ook: de vergankelijkheid als een evidentie zien. Tijdens het werkproces zijn een paar mensen in mijn omgeving overleden en het hielp dat ik aan die voorstelling werkte om daarmee om te gaan. Concreet nodigen we het publiek uit om met elkaar handelingen te stellen, zoals samen zingen. Zoiets geeft rillingen, er ontstaat iets in de zaal, maar zonder dat je daar te veel woorden aan vuil moet maken. Zodra iemand vooraan begint te zeggen “we zijn hier met z’n allen bijeen om dit of dat te doen”, zoek ik zo snel mogelijk de uitgang. Maar als het haast spontaan en gezamenlijk ontstaat, ja, dan kan dat troostend en zelfs weldadig werken.’

‘In zekere zin ben ik al afscheid aan het nemen, in elk geval van de tijd’.

Met een sjekkie in de mond mijmert hij verder over de dood. ‘In zekere zin ben ik al afscheid aan het nemen’, zegt hij, ‘in elk geval van de tijd. Er zijn andere mensen die veel meer de polsslag van deze tijd voelen, en precies daarom werk ik graag met hen, want ik ben best ook wel nieuwsgierig naar déze tijd. Binnenkort maak ik een stuk met Ahilan Ratnamohan over de moeilijkheden van nieuwkomers bij het verwerven van de taal. Dat boeit me dan, zeker omdat ik maar al te goed besef dat ik zelf gevormd ben in de jaren zeventig en tachtig. Nog elke dag moet ik de reflexen herzien die ik toen gekweekt heb, en precies daarom wil ik het heden kunnen bekijken door de ogen van nieuwe makers. Zij hebben vaak veel betere voelhoorns voor het nu.’

Of hij zich dan nog wel thuis voelt in dit tijdsgewricht? ‘Ironisch genoeg maakt ouder worden het gemakkelijker om je in te passen. Je leeft minder bovenop de tijd, beseft veel meer dat alles vloeit. Van nostalgie heb ik weinig last. Er gebeurden vroeger boeiende dingen, maar vandaag evenzeer. Bovendien is vroeger geen monolithische term: elk tijdperk is een lappendeken van bepaalde meningen en stromingen, waarin je al dan niet je weg vindt. Mij is dat altijd vrij goed gelukt.’

De Pauw is een man die graag meandert, en net zo is zijn carrière begonnen. ‘Van een roepingsmoment is dan ook niet echt sprake. Al houd ik mezelf graag voor dat alles begon toen ik op mijn zeventiende in Brussel Julien Schoenaerts aan het werk zag in Kaspar van Peter Handke. Ik was bouche bée en ging een jaar later naar het conservatorium, maar eigenlijk was het pas daarna, in de acht jaar met ons eigen gezelschap Radeis, dat de overtuiging is gegroeid: ja, dit is het leven dat ik wil. Althans zolang het op mijn eigen voorwaarden kan. Ik wil niet binnen een hiërarchie functioneren, en de omstandigheden moeten interessant zijn. Daar hou ik me nog steeds aan. Zoals je kinderen niet moet dwingen om met andere kinderen te spelen die ze stom vinden, moet je dat met volwassenen ook niet doen,’ glimlacht De Pauw.

’Ik ben altijd op zoek naar een nieuwe ingang in de menselijke geest’

Het zijn, eerder dan ideeën of een grote droom, vooral personen die het pad van de acteur hebben bepaald. ‘Onderweg ontmoet je mensen met wie je in een gelijksoortige groef valt. Je herkent dingen bij elkaar en daarmee wil je aan de slag. Uiteindelijk gaat het erom dat je tijd wilt spenderen met die schrijver, danser, acteur, noem maar op, dat je samen het risico wil nemen om iets te maken. Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan; dat ik boeken heb geschreven en zowel in films, theater, absurdistische én heel serieuze televisieseries heb gespeeld, is vooral een gevolg van wie ik tegenkwam. Ik hoefde niet zo nodig allerlei dingen te verwezenlijken. Wat mij drijft, is de nieuwsgierigheid naar hoe mensen functioneren, reageren, wat hun particuliere afwijkingen zijn – die soms hun talenten blijken. Misschien is dat wel de verklaring voor mijn veelkleurige pad: dat ik altijd op zoek ben naar een nieuwe ingang in de menselijke geest.’

De Pauw klinkt als een gelukkig man, en dat is hij naar eigen zeggen ook. ‘Ik heb het gevoel dat ik altijd mijn ding heb kunnen doen, en ben me zeer bewust van de pot met geluk die me daarbij is toebedeeld. Voor jonge mensen vandaag is het veel moeilijker. De primaire levensbehoeften zijn zoveel duurder geworden. Als jongeling kostte mijn eerste behuizing in Brussel omgerekend twintig euro per maand. Dat geld verdiende ik door één weekend glazen te wassen in mijn stamcafé, waardoor ik de rest van de tijd vrij was om te doen wat ik wilde. Die verhouding is totaal veranderd. Jonge mensen wonen vandaag noodgedwongen samen met drie of vier huisgenoten; als ik vroeger samenhokte met mensen, was dat omdat ik bij hen wilde zijn. Dat is veranderd en zorgt voor een andere tijdsbesteding bij jongeren, zij zien werk vooral als een middel om geld te verdienen. Ik wil dat niet veralgemenen, er zijn tegenvoorbeelden genoeg; toch heb ik het gevoel dat vroeger meer het idee leefde dat werk en passie moesten samenvallen.’

‘Vroeger leefde meer het idee dat werk en passie moesten samenvallen’

De rol van onheilsprofeet past hem niet, vindt hij. ‘De dingen bewegen nu eenmaal altijd, en dat is maar goed ook. Er zullen altijd mensen zijn die hun weg vinden in de nieuwe omstandigheden. Zelf paste ik op mijn vijfentwintigste uitstekend in de beweging die weg wilde van het klassieke theater, terwijl anderen juist a well-made play misten. Stromingen volgen elkaar op, net als, onvermijdelijk, de excessen die daarmee gepaard gaan. Vandaag is er veel te doen om de woke-beweging. Ik juich het toe dat dingen veranderen in functie van de nieuwe tijd, maar als het excessief wordt, zoals met het cancelen van personen, dan haak ik af. De kunsten zijn de arena waarin alles gezegd en gedaan moet kunnen worden, juist omdat er een afspraak over bestaat. En van daaruit mogen anderen weer reageren en boos worden. Dat is allemaal niet erg, integendeel, maar de kunsten bestaan precies om je vrijheden uit te testen.’

Vrijheden uittesten, dat is wat De Pauw, een speelvogel van zeventig, wil blijven doen. Al vindt hij speelvogel zelf wat licht klinken. ‘De essentie voor mij is dat ik, in alle betekenissen van het woord, kan spelen. Zelfs als ik boeken schrijf ben ik eigenlijk aan het spelen. Werk en leven zijn voor mij altijd samengevallen, en nog steeds. Zolang het fysiek kan en bekijkenswaardig is, ga ik onvervaard door.’

Josse De Pauw (Asse, 1952) is acteur, regisseur, theatermaker en schrijver. Als medeoprichter van collectief Radeis reisde hij in de jaren zeventig en tachtig de wereld rond. Later stond hij mee aan de wieg van het Brusselse Kaaitheater en was hij artistiek leider bij onder andere Victoria in Gent en Het Toneelhuis in Antwerpen. De Pauw speelde in talloze televisieseries en films, waaronder het Oscar-genomineerde Iedereen beroemd!

Ontroerend Goed, Funeral. Vanaf 29.9 in o.a. Rotterdam, Antwerpen, Leuven, Genk en Turnhout. ontroerendgoed.be