Vorm en schoonheid zijn al lang niet meer bepalend in de designwereld. Vanwege hun ideeënrijkdom worden vormgevers, net als kunstenaars, ook ingezet om de leefbaarheid in buurten te vergroten. Van soepstation tot straatmuseum. “We kennen onze buurman alleen van de post die verkeerd is bezorgd.”
Hoe brengen we mensen weer met elkaar in contact? Hoe voelen ze zich verantwoordelijk voor wat er om hen heen gebeurt? Maar ook: hoe geef je weer een betekenisvolle invulling aan je leven als bestaande structuren wegvallen? Als je ontslagen wordt bijvoorbeeld.
Met deze vragen in het achterhoofd is Genk voor veel ontwerpers interessant studiemateriaal. Neem de Post Ford Probes van de ontwerpers Daniela Dossi en Irma Földényi. De Fordfabriek in Genk brengt tot eind dit jaar bij meer dan 4000 mensen in de regio brood op de plank. Een peulenschil vergeleken met cijfers uit betere tijden, toen het er meer dan 10.000 waren, maar Ford was daarmee toch de grootste werkgever in Limburg.
Dossi en Földény onderzochten met (oud-)werknemers van Ford hoe ze een nieuw lokaal werkconcept konden ontwikkelen. Een van de ideeën is een soepstation. Reis je naar je werk met de trein, dan kun je in de ochtend je boodschappen inleveren bij een mobiele keuken aan het station van Genk. Een oud-werknemer van Ford met culinaire kwaliteiten en aspiraties maakt er soep van die je ‘s avonds weer ophaalt. Of het aanslaat, zal blijken na de Designtriënnale waar het concept momenteel wordt uitgewerkt en getest.
Een ander lokaal thema is de leefbaarheid in woonwijken. “Gemeenten en woningbedrijven worstelen er al jaren mee. Budgetten worden vrijgemaakt en commissies worden aangesteld om de banden tussen buurtbewoners weer aan te halen,” vertelt Nik Baerten van het Antwerpse bureau Pantopicon. “Een bekend verschijnsel. Je buurman ken je misschien wel van de post die verkeerd is bezorgd, maar een paar deuren verder houdt het burencontact vaak op.” Een fenomeen dat op de lange termijn verstrekkende gevolgen kan hebben. Verloedering en criminaliteit aan de ene kant van de voordeur, eenzaamheid aan de andere. Om maar wat te noemen.
Samen met de ontwerpers van Studio Dott, eveneens uit Antwerpen, bedacht Pantopicon twee jaar geleden een eenvoudig maar effectief middel om bewoners in een straat met elkaar in contact te brengen. Museum in onze Straat (MIOS), inmiddels gelauwerd met twee designprijzen, is een ‘toolkit’ waarmee bewoners van hun raam een tijdelijk museum kunnen maken. Een pakketje met een zelfklevende lijst, stickers en postkaarten. In de lijst plak je foto’s, voorwerpen of verhalen die je interesse hebben of die iets over jezelf vertellen. Van je huisdier, je gitaar, je kaartspel. De stickers plak je op het raam van je buurtgenoten bij de onderwerpen die je aanspreken. Facebook 1.0? “Wat we willen bereiken is dat iedereen elkaar in ieder geval herkent. Meer van elkaar weten is één ding. Uiteindelijk moet het concept daadwerkelijk kleine ontmoetingen uitlokken.”
In Antwerpen en Turnhout heeft het zijn diensten al bewezen. In Genk zijn nu drie straten tot mini-museum benoemd, de resultaten zijn tijdens de triënnale te volgen. Lokale buurtcomités elders in het land roeren zich al: “Kan dat ook in onze straat?”
Museum in onze straat – www.studiodott.be en www.pantopicon.be
Post Ford Probes – www.danieladossi.com en www.irmafoldenyi.com