Met guerrillamarketing en gebruik van nieuwe media veroverde Uitgeverij Lemmens zich een plaatsje in uitgeefland. Het vak verandert in rap tempo. “We staan pas aan het begin van de revolutie.”
Zo’n vijftien à twintig titels geeft Uitgeverij Lemmens uit Broekhem (Valkenburg) jaarlijks uit. Enkele titels: De cirkel van Marja Pinckaers, Het geheim van de pater van Henk van der Vorst en Stil verbond van Anja Wilting. Een kleine vis dus. Driehonderd uitgeverijen in Nederland brengen samen zo’n veertigduizend boeken per jaar uit, rekent oprichter Ivo Lemmens voor.
“Bij schrijvers als Kluun, Heleen van Royen of Connie Palmen is het naar buiten brengen van een persbericht al voldoende om volop publiciteit te genereren. Wij werken met vrij onbekende auteurs, hetgeen betekent dat je op andere manieren aandacht moet trekken. Bijvoorbeeld per doelgroep heel specifiek doelgroepen benaderen. En de social media natuurlijk. Daarmee stonden we laatst in een onderzoekje op nummer een, met achter ons Querido, Nijgh & Van Ditmar en De Bezige Bij.”
Agressief is Lemmens ook richting boekhandels. Het aanbod aan boekenzaken van een gratis mp3-speler bij een aanbiedingsfolder leverde behalve verbazing ook veel bestellingen op. Tegelijkertijd stelt Lemmens zijn eisen richting middenstanders. “Wie een boek alleen in consignatie wil hebben, dus pas betaalt in geval van verkoop, krijgt een lagere inkoopkorting. We schuwen ook niet om deurwaarders in te schakelen als betalingen uitblijven. Boekhandels vallen een voor een om. Niet alleen door de crisis, ook omdat de branche te lang heeft gewacht met innoveren.”
Slim uitgeven zit hem deels in handigheidjes. Lemmens: “Al onze boeken hebben hetzelfde formaat. Zo kunnen we vier, vijf boeken in één keer laten drukken en hoeven ze de machine maar om te stellen. De dikte moet ook binnen de perken blijven, zodat het door een brievenbus past. Dat is het verschil tussen 1,95 euro aan porto of 6,95 euro.”
Wie een uitgeverij begint, weet zich verzekerd van wagonladingen manuscripten. Bij Lemmens is het niet anders. “Met name in het begin kregen we heel veel rotzooi. Toen kon 99 procent zo door de shredder. In de loop der jaren is de kwaliteit toegenomen. Opvallend veel jong talent meldt zich. Natuurlijk kun je als uitgever niet alle manuscripten van a tot z lezen. Begeleidende brieven vormen al een eerste selectiecriterium. Als die rammelen van de fouten, deugt de rest net zo min. Als een schrijver zich aankondigt als de volgende Nobelprijswinnaar, weet je ook zeker dat het niets is. Een kleine groep komt met eisen, die zelfs Harry Mulisch slechts met gêne zou hebben durven stellen. Zo was er een schrijver die nog geen letter op papier had, maar toch een contract wilde. Dan zou hij met een boek komen. Ik zei: ‘Ik heb nog nooit tegen een bal getrapt, maar zet me toch maar vast maar in het eerste van Roda JC’. Daar moest hij wel om lachen.”
Voorop lopen qua productvernieuwing is er voor een betrekkelijk kleine uitgeverij als Lemmens natuurlijk niet bij. Het boek 51 komt ter tafel, van de Heerlense dichter/performer Charles Krutzen, uitgegeven in 2006. “Op cd-rom. Al heel kort daarna kreeg je de usb-sticks. Later de e-readers. Terwijl we als uitgeverij veel geïnvesteerd hadden om het boek zo mooi en zo goed mogelijk als cd-rom te presenteren.”
Nauwgezet volgen en snel inspelen op nieuwe ontwikkelingen is het hoogst haalbare. Lemmens: “Nederland loopt achter op het gebied van het e-book. Ik verwacht dat ook hier het papieren boek meer en meer een randverschijnsel gaat worden. Iets voor een selecter publiek, dat ook een hogere prijs wil betalen. De reguliere boekhandel is dan niet meer het belangrijkste verkoopkanaal. Eigenlijk is het e-book zoals we dat nu kennen al helemaal achterhaald. Boeken zullen een cross-medialer karakter krijgen. Er is van alles mogelijk: filmpjes, audiofragmenten, verhalen waarvan de lezer zelf het einde kan kiezen. Waar het precies naartoe zal gaan, is onvoorspelbaar. We staan pas aan het begin van de revolutie.”
‘Schop de mensen een geweten’. Met de slotzin van Louis Paul Boons Kleine oorlog als adagium ging Uitgeverij Lemmens in 2003 van start. De nieuwkomer bracht vooral maatschappijkritische boeken op de markt, over thema’s die anderen lieten liggen. “Ik begon als jonge hond. Daarbij past een welgemeend ‘Fuck you!’ We hebben dat nooit meer helemaal losgelaten, wel bijgesteld. Op zeker moment kom je erachter dat schoppen niet altijd zoveel zin heeft. Met kietelen bereik je soms meer. Inmiddels is het fonds verbreed met literaire boeken en poëzie. Boeken moeten lezers raken en aan het denken zetten.”
Al die tijd is Lemmens een wat atypische uitgeverij gebleven. Waar collega-bedrijven van naam bij voorkeur huizen in kapitale grachtenpanden in Amsterdam, opereren Ivo en zijn medewerkers vanuit het Zuid-Limburgse heuvelland. Niet lang meer, de uitgeverij verhuist naar het Noord-Limburgse Venray. Lemmens doet de uitgeverij over aan Godert Koolen, partner in de onderneming sinds november 2009. De 36-jarige oprichter lijdt aan chronische vermoeidheid, vroeger bekend als de ziekte ME. Lemmens: “Het werk eist te veel van mijn fysieke kunnen. Rationeel was de beslissing daarom makkelijk, emotioneel niet. De uitgeverij is mijn levenswerk.”
Voorlopig neemt Lemmens even rust. Daarna hoopt hij de draad weer op te pakken. “Als freelance-redacteur of als schrijver.”