Tja, hoelang moet je nog? Kennelijk roept mijn verschijning het op maar regelmatig, misschien zelfs wekelijks wordt die vraag wel een keer gesteld. Inmiddels is het me overduidelijk wat ze ermee bedoelen: hoeveel nachtjes slapen nog voordat het legitiem is dat je het leven van een heuse pensionado gaat leiden?
Een méér confronterende vraag kun je mij bijna niet stellen. Omdat ik helemaal niet het gevoel heb dat ik nú iets moet! Mijn antwoord is dan meestal ook: bedoel je hoelang ik nog mág? Hoelang ik nog mag doorgaan met het invullen van mijn tijd op een manier waarin ik veel voldoening vind? Hoelang ik nog mag genieten van een gezonde werkdruk?
Ik heb nachtmerries over de dag dat ik met de camper door Spanje moet gaan trekken, lid moet worden van leesclubjes, dat mijn agenda al overvol is als ik over twee weken een afspraak bij de kapper heb en over drie weken mijn halfjaarlijkse controle bij de tandarts staat gepland. Want zo gaat het vaak. Niets is zo moeilijk als een datum prikken met gepensioneerde vrienden: ze hebben het druk, druk, druk. “Voordat ik het weet is er alweer een week voorbij” is een uitspraak die je het meeste hoort van de mensen die zogenaamd niet meer moeten.
Toen mijn partner in de liefde een aantal maanden geleden stopte met fulltime werken was het hek helemaal van de dam. “Hoelang moet je nog” werd vervangen door “Nu zul jij toch ook wel rustig aan gaan doen?” De emancipatie van werkende zakenvrouwen vanaf een zekere leeftijd die met heel veel plezier hun vak uitoefenen is bij vijftigplussers kennelijk nog niet echt doorgedrongen. Van gelijkwaardigheid is blijkbaar géén sprake. Ik heb nog niet meegemaakt dat een succesvolle zakenvrouw haar carrière stopt en haar man vervolgens belaagd wordt met de vraag of hij nu ook gas gaat terugnemen.
Ik heb er alle begrip voor dat mensen met een fysiek zwaarbelaste baan uitkijken naar de dag dat hun lijf minder op de proef wordt gesteld. Ik vind ook oprecht dat de overheid hiervoor gepaste maatregelen moet nemen. Maar er zijn beslist mensen die zoveel plezier hebben in hun werk dat ze enorm opzien tegen de dag dat ze ‘niet meer mogen’.
Veel vrije tijd hebben kan (tijdelijk) best heel fijn zijn. Maar als het je permanente status wordt, zeven dagen op zeven, dan verdwijnt het vrijetijdsgevoel als sneeuw voor de zon. En hoe fijn is het juist om uit te kijken naar een paar dagen vrij, en er dan ook echt van te genieten.
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.