Doorgaans is de filmmaker onzichtbaar. Lucas van Woerkum niet. Hij zit in het orkest en monteert zijn film ter plekke op het ritme van de muziek.

Al tijdens zijn vooropleiding hoorn aan het conservatorium van Tilburg merkte Lucas van Woerkum dat hij meer geïnteresseerd was in de verhalen bij de muziek dan in de noten. Later maakte hij tv-documentaires over Arvo Pärt, Willem Jeths en Michel van der Aa, toch bleef hij het gevoel houden dat de muzikale ervaring zelf onvoldoende uit de verf kwam.

Zo kwam Van Woerkum een jaar of zeven geleden op het idee beelden te maken bij muziek en die tijdens de uitvoering te monteren. Symphonic Cinema noemde hij het nieuwe genre. “De dirigent blijft de baas”, licht hij toe. “Hij bepaalt het tempo. Ieder shot in mijn film heeft 10 tot 15 seconden overlengte en als het nodig is kan ik de beelden ook nog vertragen of versnellen. Zo kan ik me aanpassen aan elke uitvoering. Dirigenten zijn daar erg blij mee.”

En dat blijkt: Van Woerkums doorbraak kwam in 2011 met The Isle of the Dead op muziek van Sergei Rachmaninov. In 2014 volgde Firebird op muziek van Igor Stravinsky. In september staat het op de lessenaars van de philharmonie zuidnederland, daarna ligt een reeks van wereldwijde uitvoeringen in het verschiet. Ook voor Van Woerkums volgende productie, Daphnis et Chloë van Ravel, is al buitenlandse belangstelling.

Lucas van Woerkum (Goirle, 1982) lijkt een voorkeur te hebben voor het repertoire uit de late negentiende en vroege twintigste eeuw. “Dat klopt”, zegt hij. “Ik zoek muziek die iets oproept. Ik houd veel van moderne muziek, maar die is toch vaak meer ‘van het hoofd’. Mijn films zijn magisch-realistisch. Ze hebben een sprookjesachtige sfeer, die ik realistischer maak door met echte acteurs te werken, in Firebird met onder meer Gijs Scholten van Aschat en Hannah Hoekstra. Het wordt zo veel makkelijker om je te identificeren met de muziek. Dat leidt tot verdieping, maar ook tot verbreding van het publiek. In Amsterdam hebben we een uitvoering om half elf ’s avonds gehad: de zaal zat vol en de gemiddelde leeftijd van het publiek was 35.”

Van Woerkum kan uit de voeten met de volledige balletversie van Stravinsky’s Vuurvogel, die bijna een uur duurt, maar ook met de suite uit 1945, die zo’n twintig minuten korter is. De kortere versie staat op het programma in Eindhoven en Maastricht. Van Woerkum moest daarvoor het nodige aanpassen. “Maar Stravinsky heeft dat inkorten wel goed gedaan”, zegt hij vergoelijkend. “Ik heb geen essentiële dingen hoeven schrappen.”

Vurig voor oog en oor door philharmonie zuidnederland o.l.v. Kees Bakels m.m.v. Roger Muraro, piano, en Lucas van Woerkum, cineast. Op 25 september in Eindhoven en op 26 september in Maastricht. philharmoniezuidnederland.nl

Boven: Lucas van Woerkum. Foto: Marcel Molle.