Op een toplocatie tussen binnenhaven ’t Bassin en de Maas in Maastricht ligt het enorme kraakpand Landbouwbelang. Net als de ‘intellectuele hangplek’ B32 in Wyck staat LBB boek als vrijplaats, rafelrand en culturele broedplaats. “We hebben de ruimte, we stellen geen grenzen. Zoek je een filmset of een podium of een atelier of een repetitieruimte, die hebben we hier.”
‘Wij zijn geen randfiguren, we willen laten zien dat we iets te bieden hebben.’
Als straks ook de Eerste Kamer voor de anti-kraakwet stemt, worden krakers officieel
vogelvrij verklaard. Maar niet in Maastricht. Daar haasten burgemeester, wethouders en zelfs projectontwikkelaars zich te zeggen dat vrijplaatsen als Landbouwbelang en B32 een stimulerende invloed hebben op het culturele klimaat in de stad. In de aanloop naar Culturele Hoofdstad 2018 is de ene wet de andere niet.
Sterker nog, mochten de initiatieven die de krakers ontplooien in het gedrang komen omdat de tijd rijp is voor woningbouw of anderszins, dan zal de gemeente hen hoogstpersoonlijk helpen met het vinden van een nieuwe locatie. “We zijn niet tegen de stad, we zijn juist voor de stad en we laten ons niet marginaliseren tot criminelen”, zegt beeldend kunstenaar en LBB-kraker Obed Verbeek (30). “We zitten niemand dwars, dat scheelt. Er is geen erfgenaam of eigenaar die door toedoen van ons geld verliest.”
De krakers staan keurig ingeschreven in het bevolkingsregister en LBB heeft afspraken met de gemeente gemaakt over toegestane decibellen, brandbeveiliging en het aantal maximaal toelaatbare gasten bij party’s, tentoonstellingen of andere evenementen. Verbeek beweert dat LBB zo’n twintigduizend bezoekers per jaar trekt met de Kunsttour, concerten (45 in 2009), festivals als Le Grande Cirque de Balkan, theaterproducties (zeven in 2009) en exposities. De volkskeuken ‘Kom Eten’ hoeft geen reclame te maken om vol te lopen.
B32, de zelfbenoemde intellectuele hangplek in de voormalige etikettenfabriek aan de Bourgognestraat in Wyck, gekraakt sinds 2001, zal in september 2010 moeten wijken voor nieuwbouw. “Er wordt gezocht naar nieuwe huisvesting die bij ons karakter van ‘nomadisch bestaan’ past”, zegt Lene ter Haar die zichzelf met gepaste trots een krakende ambtenaar noemt; ze werkt per slot van rekening als conservator hedendaagse kunst in Schunck Glaspaleis in Heerlen. Zij runt B32 samen met een groep niet-krakers.
B32 loopt wat minder te koop met cijfers. Afgelopen december presenteerde het een boek waarin de tentoonstellingen van de afgelopen acht jaar op een rijtje werden gezet. Het is een indrukwekkende lijst die vooral opvalt door zijn oog voor talent. Werk van min of meer doorgebroken kunstenaars, zoals Sidi el Karchi. Birgitta van Drie en Jowan van Barneveld, werd al vroeg in hun loopbaan getoond bij B32.
Hoe belangrijk Landbouwbelang ook wil zijn voor de stad, het gebouw oogt niet erg publieksvriendelijk. De roestige draken die de ingang van het complex bewaken, mogen nog zo’n hoog aaibaarheidsgehalte hebben, de graffiti en het eeuwige touw dat de oprit afschermt, roepen vooral dat je er niks te zoeken hebt. “Daar werken we aan”, legt Obed Verbeek uit. “We gaan de tuin publieksvriendelijker inrichten.” Ook Verbeek weet uiteraard dat het allemaal niet voor de eeuwigheid is. Hoewel de eigenaar van LBB, de stedelijke ontwikkelingsmaatschappij Belvédère, heeft aangegeven gebouw en krakers tot 2015 met rust te laten, weet iedereen dat de subcultuur hier – net als bij B32- mag gedijen tot iemand met een grote zak geld verschijnt om woningen of anderszins te bouwen. Vanuit krakersoogpunt zit het economisch tij mee; de plannen van Joop van den Ende om in dit gebied een theater neer te zetten, zijn vanwege de economische malaise van de baan.
Het is vandaag frisjes in Landbouwbelang, dat grofweg bestaat uit drie hallen, waarvan de kleinste ruim 1000 m2 groot is. Maar houtbewerker Guus is op de kou gekleed. In zijn werkbank hangt de voordeur van het herenhuis aan de straatkant, dat in deplorabele toestand verkeert. Er worden dezer dagen vloeren aangebracht met vloerplanken uit de gesloopte kerk in Limmel. Men is in afwachting van de glazenier die er meteen een cursusje glaszetten aan vastknoopt. Komend voorjaar zal er een theehuis moeten verschijnen, een nieuw visitekaartje van LBB.
Guus is de enige die aan de slag is. Wat verderop staan schilderijen in wording op een ezel, maar de schilder laat zich niet zien. Ook de fietsenmaker is er niet, net als de leden van de trekkerclub die in een hoek van de hal een aantal antieke tractoren restaureren. Wie hier wil werken, moet in elk geval dulden dat er geen muren zijn. “Het is niet de bedoeling dat iedereen hier op zichzelf zijn eigen ding gaat zitten doen”, zegt Obed Verbeek. “Er moet interactie kunnen ontstaan.” Vandaar ook dat er op toe wordt gezien dat LBB niet alleen bewoond wordt door beeldend kunstenaars. Bewoner en geluidstechnicus Bart Brouns (31) spreekt van culturele toevalligheden die LBB uitlokt of afdwingt. Zelf heeft hij met behulp van verstek gezaagde stukken pallethout een berengezellige studio ingericht.
Brouns vertelt het verhaal van een voorbijganger die hier op een avond aanklopte. Het bleek een Amsterdammer, zelf ook een kraker, die was gestrand in Maastricht en een slaapplaats zocht voor de nacht. Aan de keukentafel vertelde hij dat hij tournees organiseerde voor buitenlandse bands in het clubcircuit. Ze hielden contact en op een dag informeerde hij of LBB een podium kon bieden aan een Chileense popgroep. De muzikanten moesten hun ticket voor de terugvlucht nog verdienen. Na het optreden doken ze bij Bart de studio in die kosteloos hun eerste cd opnam. Even verder in de hal ontdekten ze iemand met een bescheiden filmbedrijfje; zo gingen de Chileense rockers terug naar Amsterdam met een cd en een clip. Dát verstaat Brouns nou onder culturele toevalligheden.
Landbouwbelang telt 18 bewoners. Een aantal zit aan de keukentafel, een enkeling met een muts op. Af en toe schuift iemand aan, luistert even mee en verdwijnt weer. Als je niks te melden hebt is het ook goed. De sfeer heeft nog het meest weg van een schemerig studentenhuis waarvan de verwarmingsapparatuur aan vervanging toe is. Wie zich aan wil sluiten, moet in elk geval een aantal fundamentele waarden respecteren. Termen als duurzaamheid en maakbaarheid zijn hier gemeengoed. Er is veel overeenstemming aan de keukentafel wanneer het over verspilling gaat. Subsidie is daar ook een vorm van, vindt Bart Brouns. “Het is vaak geld dat te makkelijk binnenkomt en daar wordt naar gehandeld”. Vrijwel alles wat wij gebruiken is tweedehands spul, zegt Obed Verbeek. “Wij zijn een reactie op de commercie. Wij doen dingen die op andere plekken niet kunnen. We hebben de ruimte, we stellen geen grenzen. Zoek je een filmset of een podium of een atelier of een repetitieruimte, die hebben we hier. Maar je hoeft die niet te huren. Commercie past niet in ons idee. Net zo min als subsidie of sponsoring. We zijn een culturele broedplaats, je kunt hier vrijwel kosteloos experimenteren.
“Wat we willen”, zegt Verbeek, “is een stap naar de stad maken. Interactie zoeken via onze activiteiten. Wij zijn geen randfiguren, we willen laten zien dat we iets te bieden hebben met concerten, optredens en tentoonstellingen.” Bewoonster Davina: ”Je kraakt een woning dus je woont voor niks, dan kun je ook wel iets terugdoen voor de samenleving, vind ik.” Verbeek: “We vertalen het gratis wonen in maatschappelijk engagement.”
Het zijn niet alleen bewoners die gebruik maken van de ruimtes. Houtbewerker Guus bijvoorbeeld woont niet in het LBB. Een initiatief als de volkskeuken ‘Kom Eten’ wordt eveneens gerund door niet-bewoners. Ook de Weggeefwinkel mag gezien worden als een reactie op de consumptiemaatschappij. “Geef oude spullen een nieuw leven. Doneer en kom ophalen”, luidt het motto. Ook Demotech, een initiatief dat ontwerpen voor arme landen maakt op het gebied van landbouwirrigatie en sanitair opereert vanuit LBB. Net als Voko dat voor particulieren biologisch voedsel inkoopt bij de groothandel. “Het zijn initiatieven die goed bij ons passen”, zegt Verbeek.
Lene ter Haar maakt onderscheid tussen officiële instellingen en een initiatief als B32. “Een initiatief heeft minder last van een eigen traditie. Weliswaar heeft het vaak bepaalde verschijningsvormen en stereotypen – zoals een hoog do it yourself-gehalte – maar bijna zonder subsidie en zonder verplichtingen, zonder beleidsplan en met evenveel wisselende mensen als veranderende ideeën blijken zelfs de buitenmuren verstelbaar.” Ander kenmerk van een initiatief is dat het zichzelf constant ondermijnt, vindt Ter Haar. En het sneeft vaak omdat het enthousiasme wegebt of het geld lonkt. “Tot nu toe”, schrijft ze in het parallel aan een expositie verschenen B32-boek, “kon ik het engagement in het kunstenaarsinitiatief niet laten: er zit iets in, er hangt een sfeer die ik bij het instituut mis. Misschien wel de onvoorwaardelijke overgave aan het bouwen, aan het scheppen.”
Verbeek herkent die kwaliteiten wel. Al zouden de initiatieven van LBB wat hem betreft wat meer beweging in de stad mogen brengen. De vraag is alleen of dat in de toekomst nog wel haalbaar is. Als de anti-kraakwet in werking treedt zijn Verbeek en vrienden in overtreding, tenzij de gemeente besluit de krakers niet te vervolgen.
Bart Brouns: “We hebben goede afspraken met de gemeente. Maar die gaan over de culturele activiteiten en niet over wonen. En dat is niet los te koppelen, vindt Obed Verbeek: “Als we dit huis verliezen, ligt het plat, dan is de ziel eruit.”
www.b32.org www.landbouwbelang.com