Het zit er aan te komen: elke stad, buurt of dorp zijn eigen slavernijmonument. Rotterdam, Middelburg en sinds deze zomer ook Tilburg hebben er een, Amsterdam heeft er zelfs al twee. Ook in andere steden ontspruiten initiatieven. Het slavernijmonument is de hedendaagse versie van het verzetsmonument. Onder verwijzing naar het verleden vertolkt het een actuele boodschap: de collectieve schuld aan slavernij en kolonialisme als oproep tot gelijkheid en verbondenheid.
Hoe kwam het Tilburgse slavernijmonument tot stand? Het college stelde eerst een cultureel diverse selectiecommissie samen. Dit gezelschap vroeg drie kunstenaars om een ontwerp te maken voor ‘een hedendaags kunstwerk dat hoopvol, toekomstgericht en verbindend is maar ook vertelt over gevangenschap en lijden’. Het winnende ontwerp bestaat uit een meisje van kleur dat op twee verbroken schakels van een grote ketting zit. Bij de onthulling zei burgemeester Weterings: ‘We willen de rol van Tilburg in de slavernij onderzoeken en nagaan hoe de stad verweven was met koloniale gebieden en de koloniale handel.’
Het schuldbesef kunnen we aan onze noorderburen gunnen
Het siert de inwoners van Tilburg dat ze willen weten welke rol de stad speelde in het nationale slavernijverleden. Maar laat ik ze alvast geruststellen: het loopt daarmee wel los. Symbolisch, praktisch of bestuurlijk – de Brabantse steden hadden in die tijd weinig te vertellen. Toen de Nederlandse Republiek het beleg op de boterham verdiende met slavernij was Noord-Brabant als Generaliteitsland zelf een kolonie. In Tilburg draaide het om één regentenfamilie die een koffieplantage bezat in Suriname. Alleen een straatnaam herinnert nog aan haar bestaan.
Op een historisch fundament kun je in de meeste Brabantse steden geen slavernijmonumenten bouwen. Daarvoor moet je onderdeel willen worden van de vaderlandse geschiedenis zoals die twee eeuwen geleden is bedacht en opgeschreven. Maar dat is ook de geschiedenis waarin het zuidelijke perspectief nauwelijks aan bod komt. Het lijkt me daarom beter om het schuldbesef over slavernij en kolonialisme – met bijbehorende excuses – aan onze noorderburen te gunnen. Dan hebben we in Noord-Brabant de handen vrij om monumenten te maken die werkelijk hoopvol en verbindend zijn.
Dit artikel is onderdeel van &PAPER en valt buiten de verantwoordelijkheid van de ZOUT hoofdredactie.