Sinds september vorig jaar zit Schunck in Heerlen zonder artistiek directeur. De vraag is of voor de na korte tijd vertrokken Christie Arends nog wel een opvolger komt. Interim-directeur Kor Bonnema heeft inmiddels een miljoen bezuinigd en bereidt de verzelfstandiging voor. Die klus bevalt zo goed dat hij wil blijven. “Ik had nooit gedacht dat ik hier zoveel plezier zou beleven.”

Koud een week was interim-directeur Kor Bonnema vorig jaar september bij Schunck aangetreden toen zijn artistieke tegenvoeter Christie Arends zich ziek meldde – om niet meer terug te keren. Daar sta je dan, na een topzware carrière bij overheid en bedrijfsleven, als leek aan het hoofd van een cultuurinstelling in zwaar weer.

In zijn kantoor op de vierde verdieping van het Glaspaleis, zoals Schunck in de Heerlense volksmond nog steeds heet, wekt Bonnema, een robuuste vijftiger, niet de indruk dat hij van het vertrek van Arends veel last heeft gehad. “Ik ben geen vakman”, zegt hij. “Ik kan een organisatie leiden, ik kan goed met mensen omgaan, nuchter en helder nadenken, en een visie neerleggen.” Maar voor het uitstippelen van een artistieke koers ging hij leentjebuur spelen. “Vroeger keek iedereen naar boven, naar de artistiek leider, Stijn Huijts, daarna Christie Arends, die bepaalde wat er gebeurde. De rest voerde uit.”

Die vanzelfsprekendheid viel weg nog voor hij zijn bureau had ingeruimd. “We hebben wel nagedacht over een interim artistiek, maar besloten het niet te doen. We wilden geen tussenpaus, maar liever eerst te kijken hoe ver we zouden komen met de bestaande groep.”

Naar eigen zeggen trof hij bij Schunck een uit het lood geslagen organisatie aan waar de focus op de artistieke poot (vooral beeldende kunst) lag. “Muziekschool en bibliotheek hingen er maar een beetje bij, die onderdelen zijn de afgelopen jaren ernstig verwaarloosd. Terwijl je overal in Nederland ziet dat ze een andere koers gaan varen, samenwerking zoeken, fusies aangaan, is daar hier niet over nagedacht. Dat pakken we nu in een hoog tempo weer op.”

Met interne én externe hulp schreef hij een beleidsplan 2014-16, en ontving positieve reacties vanuit de gemeenteraad. Dat kwam goed uit. “Je zit hier letterlijk en figuurlijk in een glazen huis. Alles wat je doet, wordt met argusogen bekeken en becommentarieerd. Want er moest ook nog een bezuiniging worden doorgevoerd. Ten opzichte van 2012 doen we het met een miljoen minder per jaar.”

Kor Bonnema (Westerbork, 1959) kwam in 1993 naar Limburg, had topfuncties bij de gemeenten Heerlen en Maastricht, waar hij directeur stadsbeheer was. In 2001 werd hij gescout door Henk Stienstra, de grootste makelaar van Limburg. Hij kwam er binnen als directeur, vanaf 2002 was hij ook eigenaar. Enkele jaren later, toen de nationale bouwwoede geen grenzen kende, telde Bonnema Makelaardij 130 werknemers. Vanaf 2008, met het uitbreken van de financiële crisis, raakte het bedrijf in een neerwaartse spiraal. Na een mislukte herfinanciering vroeg Bonnema in juni 2012 zelf het faillissement aan, met de mededeling dat hij niet in was voor een doorstart. De lol was er een beetje vanaf.

Om te beginnen moest hij driekwart jaar rust nemen. “Het was een emotioneel zware periode.” Daarna begint hij zich weer te roeren, aanvankelijk in bestuursfuncties en commissariaten. Tot begin september een telefoontje kwam van de gemeente Heerlen. Of hij beschikbaar was voor een klus bij Schunck, waar de een jaar eerder aangetreden directeur Christie Arends in de problemen zat.

Kijkt u inmiddels anders tegen de cultuurwereld aan dan voorheen?

“Ik ben altijd een kunstliefhebber geest. Muziek, beeldende kunst. Een van mijn dochters, Marjolein, is operazangeres. De interesse was er, maar de professionele afstand tot die wereld was vrij groot. Tot ik hier binnenkwam. Het was een openbaring om te merken dat hier een groep mensen werkt met absoluut geen negen-tot-vijf mentaliteit. Enorm gedreven en enthousiast. Als morgen iets klaar moet, halen ze zonder morren een nacht door. Als je díe mensen een focus meegeeft en tegelijk een zekere vrijheid om te doen waar ze goed in zijn… Ja, het was een openbaring.”

U bent als verandermanager aangenomen voor een jaar. Hier en daar hoor ik dat u blijft.

“Als je bent ingehuurd voor een klus, moet je die ook afmaken. Bovendien staan we aan de vooravond van een verzelfstandiging. We maken de organisatie panklaar voor als Schunck op 1 januari een stichting wordt. En ja, ik had nooit gedacht dat ik er zoveel plezier aan zou beleven. Laat ik het zo zeggen: ik vind het hartstikke leuk om het een tijd langer te doen, en ik denk dat het voor Schunck ook goed is.”

En de functie van artistiek directeur?

“Er komt in elk geval een stevige artistiek leider, mogelijk in een directiefunctie. In het beleidsplan staan twee lijnen: we willen ons blijven profileren met twee grote tentoonstellingen per jaar, en een breder publiek aanspreken.”

Dat lijkt verdacht veel op het motto van oud-directeur Stijn Huijts: de wijk en de wereld.

“Daar staan we nog steeds achter. Stijn heeft veel goeds gedaan hier, met name op het gebied van de mindset ten opzichte van kunst en cultuur. En we krijgen er binnenkort de voormalige Stadsgalerij bij, waar nu het Collector’s House is. Dat biedt extra mogelijkheden, bijvoorbeeld met de kunstcollectie van Schunck. In de depots staan zo veel mooie dingen die het daglicht nooit zien. Dat kan dus écht niet.”

Tegelijkertijd moet Schunck bezuinigen, de exploitatie gaat van 8,5 naar 7,7 miljoen per jaar.

“Ten opzichte van 2012 zitten we zelfs met een miljoen minder subsidie. Daarbij: we halen per jaar 1,2 miljoen euro binnen aan bibliotheekgelden, aan de bijdragen van de leerlingen van de muziekschool en aan projectsubsidies. Die inkomstenposten staan alle drie zwaar onder druk. We moeten dus bedrijfsmatiger gaan opereren, en meer aan marketing doen. Bijvoorbeeld richting scholen, om de muziekschool kostendekkend te krijgen.”

Qua bezetting wil Bonnema naar een vaste kern van 75 voltijdbanen. Nu zijn dat er nog 85, in 2011 nog 103. “De bezuinigingen zitten dus vooral in de apparaatskosten, en minder in de programmering. Als je daar het mes in zet, verlies je als instelling je bestaansrecht.”

Parallel aan de reorganisatie moet Bonnema het zelfvertrouwen van de organisatie weer opkrikken. “Toen ik hier binnen kwam, was er geen enkel vertrouwen. De communicatie was slecht, er zat geen structuur in, er was geen leiding.” Hij heeft veel gepraat met het personeel, groepsgewijs en individueel, en nodigde hen uit te reageren op het beleidsplan. Er kwamen veel reacties. “Die kun je niet allemaal honoreren, maar je moet wel uitleggen waarom niet. Als ze mij niet vertrouwen, houdt het op.”

2011 was een topjaar voor Schunck. Daarna trad op alle fronten het verval in. Qua bezoekers was de teruggang dramatisch: van 30.000 naar 7.000. Hoe gaat u dat weer terugdraaien?

“De vraag is altijd of je het goed doet als je de maximale bezoekersaantallen haalt. Het is denk ik meer dan dat, maar de opgaande lijn moet terug, zeker. Dat heeft vooral met het programma te maken. Uiteindelijk willen we weer terug naar die 30.000.”

Er is veel kritiek op het clusteren van cultuurinstellingen. In Roermond zijn problemen met ECI, in Sittard ligt het Cultuurbedrijf onder vuur. En als ik de sterkte-zwakte analyse van Schunck in uw beleidsplan lees, denk ik: ontclusteren die handel.

Na een glimlachend zwijgen: “De samenvoeging hier is gebaseerd op toevalligheden. Er was een fantastisch gebouw, daar moesten functies in. Dan komt de vraag: wat hebben we in de aanbieding? Zo is het gegaan. Pas gaandeweg kwam men er achter dat het Glaspaleis niet overal even geschikt voor was. Voor de muziekschool moest er zelfs een nieuw gebouw komen. In de kanteling die we nu maken, zie je dat we die synergie proberen af te dwingen. Zo worden de educatieve taken van de onderdelen samengevoegd. Als de onderdelen autonoom waren gebleven, was dat nooit gelukt. Tegelijkertijd sluit ik niet uit dat de muziekschool op termijn op Parkstad-niveau wordt georganiseerd.”

Onder Christie Arends verdween het restaurant op de vijfde verdieping en bleef de ruimte leeg. Drie maanden na Bonnema’s aantreden opende Mijn Streek er de deuren. Niet met ondersteuning vanuit Schunck, zoals bij de voorganger het geval was. Bonnema: “We doen niet mee aan de exploitatie, wel hebben ze een ingroeihuur van twee jaar. Dat is op dit moment heel normaal in de markt.”

In het beleidsplan valt ook de term netwerkmuseum. Wat betekent dat?

“Heel concreet betekent het dat we gaan samenwerken met andere musea. Zo gaan we de programmering afstemmen met Ludwig Forum in Aken, en hebben we de intentie om in 2015 samen een Mies van der Rohe tentoonstelling te doen. Mensen kunnen ’s morgens in Aken gaan kijken, en ’s middags in Heerlen, of omgekeerd. We laten een bus rijden om de bezoekers te laten pendelen. Voor subsidieverstrekkers en fondsen is die onderlinge samenwerking een topic. Het is niet alleen vanuit de inhoud interessant, het biedt ook meer financiële mogelijkheden.”

Intussen blijven het de kosten die Bonnema’s speciale aandacht hebben – hoewel hij liever het woord ‘bewustwording’ gebruikt. “Op dat vlak is het jaren niet goed gegaan. Mensen zeiden: ‘Schunck is een bodemloze put. Daar gooi je geld in, en dan hebben ze nog een tekort.’ Die kentering is gemaakt. Budget is budget, er komt hier geen cent meer aan overschrijdingen. Al is het maar voor de beeldvorming.”

Kor Bonnema: “In de depots staan zo veel mooie dingen die het daglicht nooit zien. Dat kan dus écht niet.”